Paragraaf 3.2

Hey!
Goed dat je er bent!
Pak jouw spullen alvast:
  • Doe je schrift open zodat ik het huiswerk kan zien.
  • Log alvast in bij deze lessonup op jouw iPad.

timer
4:00
1 / 37
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hey!
Goed dat je er bent!
Pak jouw spullen alvast:
  • Doe je schrift open zodat ik het huiswerk kan zien.
  • Log alvast in bij deze lessonup op jouw iPad.

timer
4:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Nakijken huiswerk
  • Uitleg centrum- en spreidingsmaten
  • Aan de slag 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Centrummaten
Het gemiddelde, de modus en de mediaan geven het midden van een rij waarnemingen aan. Dit worden daarom de centrummaten genoemd.

Slide 6 - Slide

Gemiddelde
Voor het gemiddelde tel je alle waarnemingen bij elkaar op en deel je dit door het aantal waarnemingen.

Slide 7 - Slide

Gemiddelde
Voorbeeld: 

Er zijn 9 waarnemingen, namelijk:
10, 12, 11, 15, 13, 35, 41, 23, 20.


Slide 8 - Slide

Gemiddelde
Voorbeeld: 

Er zijn 9 waarnemingen, namelijk:
10, 12, 11, 15, 13, 35, 41, 23, 20.

Alle waarnemingen bij elkaar opgeteld is: 180

Slide 9 - Slide

Gemiddelde
Voorbeeld: 

Er zijn 9 waarnemingen, namelijk:
10, 12, 11, 15, 13, 35, 41, 23, 20.

Alle waarnemingen bij elkaar opgeteld is: 180
Het gemiddelde is dan 180 : 9 = 20

Slide 10 - Slide

Modus
De modus is de waarneming die het meeste voorkomt. 

Wanneer er geen enkel getal het meeste voorkomt, is er geen modus. (er kunnen dus niet meerdere modussen zijn!)

Slide 11 - Slide

Modus
Voorbeeld:

Er zijn 9 waarnemingen, namelijk:
10, 12, 11, 15, 13, 35, 41, 23, 20.

Slide 12 - Slide

Modus
Voorbeeld:

Er zijn 9 waarnemingen, namelijk:
10, 12, 11, 15, 13, 35, 41, 23, 20.

Er is geen waarneming die het meeste voorkomt, dus er is geen modus.

Slide 13 - Slide

Mediaan
Van een rij getallen, die op volgorde van klein naar groot staat, heet het middelste getal de mediaan.

Slide 14 - Slide

Mediaan
Van een rij getallen, die op volgorde van klein naar groot staat, heet het middelste getal de mediaan.

In een rij met een even aantal waarnemingen is er geen middelste waarneming. Dan is de mediaan het gemiddelde van de middelste twee waarnemingen.

Slide 15 - Slide

Mediaan
Voorbeeld:

Er zijn 9 waarnemingen, namelijk:
10, 12, 11, 15, 13, 35, 41, 23, 20.

Eerst op volgorde zetten van klein naar groot!

Slide 16 - Slide

Mediaan
Voorbeeld:

Van klein naar groot:
10, 11, 12, 13, 15, 20, 23, 35, 41.

Slide 17 - Slide

Mediaan
Voorbeeld:

Van klein naar groot:
10, 11, 12, 13, 15, 20, 23, 35, 41.

5e getal is het midden, dus de mediaan is: 15.

Slide 18 - Slide

Welk getal is hier de mediaan?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quiz

Welk getal is hier de modus?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 20 - Quiz

Wat is het gemiddelde?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 21 - Quiz

Spreidingsmaten
De spreidingsbreedte en de kwartielafstand zijn spreidingsmaten. Deze maten geven aan of de waarnemingen dicht bij elkaar liggen of ver uit elkaar.

Slide 22 - Slide

Spreidingsbreedte
De spreidingsbreedte is het verschil tussen de grootste en de kleinste waarneming.

Slide 23 - Slide

Spreidingsbreedte
De spreidingsbreedte is het verschil tussen de grootste en de kleinste waarneming.

Je kunt dit dus berekenen door de grootste waarneming min de kleinste waarneming te doen.

Slide 24 - Slide

Spreidingsbreedte
Voorbeeld:

Er zijn 9 waarnemingen, namelijk:
10, 12, 11, 15, 13, 35, 41, 23, 20.


Slide 25 - Slide

Spreidingsbreedte
Voorbeeld:

Er zijn 9 waarnemingen, namelijk:
10, 12, 11, 15, 13, 35, 41, 23, 20.

Grootste waarneming: 41
Kleinste waarneming: 10


Slide 26 - Slide

Spreidingsbreedte
Voorbeeld:

Er zijn 9 waarnemingen, namelijk:
10, 12, 11, 15, 13, 35, 41, 23, 20.

Spreidingsbreedte: 41 - 10 = 31


Slide 27 - Slide

Kwartielafstand
De kwartielafstand is het verschil tussen het 1e kwartiel en het 3e kwartiel.

Slide 28 - Slide

Kwartielafstand
De kwartielafstand is het verschil tussen het 1e kwartiel en het 3e kwartiel.

Die bereken je dus door het 3e kwartiel min het 1e kwartiel te doen.

Slide 29 - Slide

Kwartielafstand
Voorbeeld:

Er zijn 9 waarnemingen, namelijk:
10, 12, 11, 15, 13, 35, 41, 23, 20.

Slide 30 - Slide

Kwartielafstand
Voorbeeld:
Van klein naar groot:
10, 11, 12, 13, 15, 20, 23, 35, 41.

Slide 31 - Slide

Kwartielafstand
Voorbeeld:
Van klein naar groot:
10, 11, 12, 13, 15, 20, 23, 35, 41.

1e kwartiel: 12
3e kwartiel: 23

Slide 32 - Slide

Kwartielafstand
Voorbeeld:
Van klein naar groot:
10, 11, 12, 13, 15, 20, 23, 35, 41.

Kwartielafstand: 23 - 12 = 11

Slide 33 - Slide

Bereken de spreidingsbreedte:
7 3 6 9 10 3 3 2 5
A
8
B
10 + 2 = 12
C
7 - 5 = 2
D
10 - 2 = 8

Slide 34 - Quiz

Bereken de spreidingsbreedte:
3 9 10 16 100 33 56 48
(typ ook de berekening in, zonder spaties)

Slide 35 - Open question

Bereken de kwartielafstand:
16 18 33 21 28 13 14 20 30
(typ je berekening in, zonder spaties)

Slide 36 - Open question

Aan de slag!
maken: opdracht 7 t/m 14

Slide 37 - Slide