Clase 34. Unidad 6. C1 Gramática

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

¡Bienvenidos chicos y chicas!

Martes, 22 de marzo de 2022

¿A dónde vas?

¿Qué vamos a hacer hoy?

1. Somtoday.
   
2. Objetivos unidad 6
3. Seguimos con la unidad 6. Gramática
   
4. ¡A trabajar!
5. Final de la clase. ¿Qué hemos aprendido hoy?
   

Aan het einde van dit hoofdstuk:

-   ik kan een omgeving omschrijven met zijn winkels en gebouwen.
-   ik kan aangeven welke beroepen bij welke werkplek horen.
-   ik kan in de gebiedende wijs praten.
-   ik kan praten over het vervoer en transport.

Unidad 6 Gramática

1. De presente van onregelmatige werkwoorden

2. El imperativo (Gebiedenderwijs) 

Presente van onregelmatige werkwoorden

	Cerr ar	Ir
yo	c ie rro	voy
tú	c ie rras	vas
él/ella/usted	c ie rra	va
nosotros/as	cerramos	vamos
vosotros/as	cerráis	vais
ellos/ellas	c ie rran	van

Presente van onregelmatige werkwoorden

	Ven ir	Hac er
yo	ven g o	ha g o
tú	v ie nes	haces
él/ella/usted	v ie ne	hace
nosotros/as	venimos	hacemos
vosotros/as	venís	hacéis
ellos/ellas	v ie nen	hacen

Presente van onregelmatige werkwoorden

	Jug ar	Dorm ir
yo	j ue go	d ue rmo
tú	j ue gas	d ue rmes
él/ella/usted	j ue ga	d ue rme
nosotros/as	jugamos	dormimos
vosotros/as	jugáis	dormís
ellos/ellas	j ue gan	d ue rmen

María                                       Pedro

 "Voy a casa de Pedro"    IR+A 

María                                     Pedro

"Vengo de casa de Pedro"  VENIR+DE

 

El imperativo (gebiedende wijs)

• Advies te geven.

• Aanwijzingen te geven.

• Een verzoek te doen.

• Een bevel te geven.

• Uit te nodigen.

• Toesteming te geven.

Tú

Imperativo

Imperativo: estudiar (tú)

1. estudia
2. estudias
3. estudio
4. estudiamos

Imperativo: beber (tú)

1. bebo
2. bebe
3. beba
4. bebu

Imperativo: escribir (tú)

1. escribes
2. escribo
3. escribir
4. escribe

El imperativo (gebiedende wijs)

• Advies te geven.

• Aanwijzingen te geven.

• Een verzoek te doen.

• Een bevel te geven.

• Uit te nodigen.

• Toestemming te geven.

Vosotros

Imperativo

Imperativo: comprar (vosotros)

1. compran
2. compras
3. comprad
4. compro

Imperativo: leer (vosotros)

1. leo
2. leed
3. lee
4. leid

Imperativo: vivir (vosotros)

1. vivid
2. vivi
3. vive
4. vivad

El imperativo (gebiedende wijs)

• Advies te geven.

• Aanwijzingen te geven.

• Een verzoek te doen.

• Een bevel te geven.

• Uit te nodigen.

• Toesteming te geven.

         Onregelmatige werkwoorden (jij-vorm)

Imperativo: hacer (tú)

1. haz
2. haces
3. hace
4. hago

Imperativo: salir (tú)

1. sales
2. sales
3. sale
4. sal

Imperativo: tener (tú)

1. tenes
2. tienes
3. ten
4. tengo

Verplichte opdrachten:
TB Unidad 6. GRAMÁTICA

Opdracht 1 en 2

WB Unidad 6 GRAMÁTICA
Opdracht 1 t/m 7

Si terminas/Als je klaar bent?

Vocabulario unidad 6

Frases claves unidad 6

Onregelmatige werkwoorden van unidad 6 leren

Optionele opdrachten:

(verdieping / verbreding)

WB Unidad 6. GRAMÁTICA

 Opdr. 8 t/m 10

¿Cómo has trabajado hoy en clase?

😒🙁😐🙂😃

Na deze les, 

wil ik...

de uitleg nog 1 keer horen

meer voorbeelden krijgen

meer oefeningen maken

de leerstof thuis nog even bekijken

overgaan naar nieuwe leerstof

nog meer te weten komen over de leerstof

niet meer te weten komen over de leerstof

nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Nog iets anders, namelijk...

0