1.4 De Nederlandse Opstand deel 1

1.4 De Nederlandse Opstand deel 1
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

1.4 De Nederlandse Opstand deel 1

Slide 1 - Slide

Planning
  • Introductie
  • Uitleg 1.4 deel 1
  • Opdracht tijdbalk

Slide 2 - Slide

De Nederlandse
Opstand

Slide 3 - Mind map

Leerdoelen
In deze paragraaf leer je...
  • hoe Nederlanders ontevreden werden over de politiek van hun vorsten.
  • hoe Nederlanders in opstand kwamen tegen hun vorst.
  • waardoor de Nederlanden verdeeld raakten.
  • hoe een onafhankelijke Nederlandse staat ontstond.

Slide 4 - Slide

De Nederlanden
  • De Nederlanden waren zeventien staatjes met elk een graaf of hertog.
  • 1515-1543. Karel V: heerschappij van alle zeventien gewesten.
  • Karel V had over de hoogste macht: de soevereiniteit 

Slide 5 - Slide

De Nederlanden
  • Karel V mocht niet alles beslissen.
  • Elk gewest had zijn eigen regels, wetten en belastingen.
  • Elk gewest had zijn eigen bestuur, de Staten
  • Karel V  bestuurde de Nederlanden vanuit Brussel. Maar hij was ook koning van Spanje en Duitsland. 
De staten vertegenwoordigden de geestelijkheid, de adel en de burgers.

Slide 6 - Slide

De Nederlanden
  • Karel V was veel onderweg om oorlog te voeren.
  • In elke gewest had hij een plaatsvervanger: een stadhouder
  • Als Karel V niet in Brussel was, liet hij zich vervangen door een landvoogd.

Slide 7 - Slide

De Nederlanden
  • Karel V werkte aan staatsvorming en centralisatie.
  • Hij wilde hogere belastingen om zijn oorlogen, paleizen en ambtenaren te betalen. 
  • En meer centrale wetten. Hierover groeide ontevredenheid.

Slide 8 - Slide

De Nederlanden
1555. Zoon Filips II kreeg de heerschap over de Nederlanden.
Filips vroeg nog hogere belastingen  en ging door met het vervolgen van protestanten. Hij deed dit op een meedogenloze manier wat het Nederlandse bestuur te ver ging.

Slide 9 - Slide

De Opstand tegen Spanje
Filips II werd ook koning van Spanje. 
In 1559 verliet hij de Nederlanden voorgoed.
 De protesten namen toe. 
Filips had nog weinig vertrouwen in 
zijn vervangers.


Slide 10 - Slide

De Opstand tegen Spanje
Willem van Oranje, stadhouder van Holland, 
Zeeland en Utrecht, was voor 
godsdienstvrijheid en wilde 
het protestantisme toestaan.

Slide 11 - Slide

De Opstand tegen Spanje
In 1566 schreven edelen een smeekschrift
aan Margaretha van Parma, de landvoogdes, en 
smeektende calvinisten niet meer te vervolgen. 
Ze beloofde de vervolgingen tijdelijk te stoppen.
Er ontstonden hagenpreken.

Slide 12 - Slide

1566. De Beeldenstorm
Door de hagenpreken werden mensen aangezet de relikwieën te vernielen.
Overal in NL bestormden protestanten katholieke kerken en vernielde alle versieringen.
Toen Filips dit hoorde was hij woedend.
Hij stuurde de gevreesde hertog van Alva naar de Nederlanden.

Slide 13 - Slide

De Opstand tegen Spanje
De hertog van Alva trok met een groot leger richting de Nederlanden
Hij vormde een speciale rechtbank (de bloedraad) en legde doodstraf op aan honderden calvinisten.
Alva wilden de Nederlanders gehoorzaam maken met terreur: een bestuur dat zijn onderdanen bang maakt met geweld.

Slide 14 - Slide

De Opstand tegen Spanje
Tienduizenden mensen sloegen op de vlucht. Ook Willem van Oranje vluchtte naar Duitsland.
In Duitsland zette hij een leger op de been en viel twee jaar later 1968 de Nederlanden binnen.
De oorlog tegen Spanje was nu begonnen (Tachtigjarige Oorlog / De Opstand).
Alva sloeg Willem terug en leek onverslaanbaar. Maar zo bleef het niet...

Slide 15 - Slide

Leerdoelen
In deze paragraaf leer je...
  • hoe Nederlanders ontevreden werden over de politiek van hun vorsten.
  • hoe Nederlanders in opstand kwamen tegen hun vorst.
  • waardoor de Nederlanden verdeeld raakten.
  • hoe een onafhankelijke Nederlandse staat ontstond.

Slide 16 - Slide

Opdracht: tijdlijn de Nederlandse Opstand
Wat: maak een tijdlijn van deze les
Hoe: individueel, in je schrift
Hulp: informatieboek
Tijd: 10 min. + 5 min. nabespreken
Klaar? Maak opdracht 1, 2 en 3 in het werkboek
1560
1570
1580
1590

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video