This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Herhaling hoofdstuk 3
Slide 1 - Slide
Feit over klimaatverandering is..?
A
De aarde warmt op en daardoor stijgt de zeespiegel
B
Aarde warmt op door groeikasgassen
C
De gevolgen zijn nu al merkbaar
D
Alle zijn juist.
Slide 2 - Quiz
Wat doen broeikasgassen?
A
Ze zorgen dat de warmte van de zon wordt weerkaatst.
B
Ze zorgen dat de warmte van de zon wordt vastgehouden.
C
Broeikasgassen doen eigenlijk niets.
Slide 3 - Quiz
GEVOLGEN van klimaatverandering of niet?
WEL
NIET
Slide 4 - Drag question
Door klimaatverandering...
A
zijn er minder hevige buien en is er minder smeltwater
B
zijn er minder hevige buien en is er meer smeltwater
C
zijn er vaker hevige buien en is er meer smeltwater
D
zijn er vaker hevige buien en is er minder smeltwater
Slide 5 - Quiz
Sleep de woorden naar het juiste plaatje.
Natuurlijk broeikaseffect
Versterkt broeikaseffect
Slide 6 - Drag question
natuurlijk broeikaseffect
versterkt broeikaseffect
Slide 7 - Drag question
Wat heeft dit plaatje met de opwarming van de aarde te maken?
Slide 8 - Open question
verkleinen uitstoot broeikasgassen
niet verkleinen uitstoot broeikasgassen
afremmen bevolkingsgroei
energiebesparing
meer koeien
minder groene energie
Slide 9 - Drag question
Vijf schaalniveaus: zet in volgorde van groot naar klein schaalniveau.
1.
2.
3.
4.
5.
Continentaal
Mondiaal
Lokaal
Nationaal
Regionaal
Slide 10 - Drag question
Europa
Maas en Waal
Druten
wereld
Continentaal schaalniveau
Regionaal schaalniveau
Nederland
Lokaal schaalniveau
Nationaal schaalniveau
Mondiaal schaalniveau
Slide 11 - Drag question
Wat is een gevolg van de opwarming van de aarde?
Slide 12 - Open question
Er ontstaan lagere landbouwopbrengsten in gebieden waar het droger wordt, met als gevolg van honger en ondervoeding. Welk gevolg heeft dit voor de migratie?
Slide 13 - Open question
gletsjer
sneeuwbedekking
temperatuur boven land
zeeniveau
vochtigheid
temperatuur boven oceanen
Neemt af
Neemt af
Neemt toe
Neemt toe
Neemt toe
Neemt toe
Slide 14 - Drag question
Droge gebieden
Koude gebieden
Hoge gebieden
Lage gebieden
Kunnen overstromen door klimaatverandering
Tekort aan drinkwater door klimaatverandering
Gletsjers smelten door klimaatverandering
Meer landbouwgrond door klimaatverandering
Meer woestijn door klimaatverandering
Minder landbouwgrond door klimaatverandering
Het weer wordt extremer door klimaatverandering
Landijs smelt door klimaatverandering
Slide 15 - Drag question
Fossiele brandstoffen
A
ontstaan door vulkanische activiteit
B
ontstaan uit grondstoffen
C
ontstaan uit resten van organismen
D
zijn kunststoffen (door mensen gemaakt)
Slide 16 - Quiz
Wat zijn fossiele brandstoffen?
A
Energiebronnen die oneindig zijn.
B
Energiebronnen die eindig zijn.
C
Energiebronnen die eindig zijn maar CO2 neutraal zijn.
D
Energiebronnen die eindig zijn en CO2 uitstoten.
Slide 17 - Quiz
Fossiele Brandstoffen
Hernieuwbare bronnen
Steenkool
Aardgas
Aardolie
Zonne energie
Windenergie
Waterkracht
Slide 18 - Drag question
Conventionele olie en gas is
A
Makkelijk te winnen
B
Moeilijk te winnen
C
Duur
D
Goedkoop
Slide 19 - Quiz
Wat is kernenergie?
A
Kernenergie is energie die wordt gemaakt door uranium te splitsen
B
Kernenergie is energie die gemaakt wordt uit aardolie
C
Kernenergie ontstaat door naar de kern te graven van de aarde
D
Kernenergie is energie die wordt gemaakt met steenkool
Slide 20 - Quiz
Kernenergie...
A
Is niet duurzaam, want: broeikasgassen!
B
Een goed alternatief voor energie uit kolencentrales.
C
Bestaat niet
D
Is positief als je alleen kijkt naar klimaatverandering.
Slide 21 - Quiz
Kernenergie is...
A
Ongevaarlijk
B
Uitputbaar
C
Onuitputbaar
D
Fossiele brandstof
Slide 22 - Quiz
Hoe kan het dat kernenergie uitputbaar is?
Slide 23 - Open question
Waardoor is de CO2-voetafdruk per persoon de laatste tientallen jaren toegenomen?
Slide 24 - Open question
Leg uit wat energietransitie is
Slide 25 - Open question
Wat zijn duurzame energiebronnen?
A
Energiebronnen die heel duur zijn
B
Energiebronnen die niet opraken
C
Energiebronnen die vervuilend zijn
D
Energiebronnen die heel goedkoop zijn
Slide 26 - Quiz
Wat zijn de twee belangrijkste duurzame energiebronnen van NL?
A
Aardgas
B
Windenergie
C
Biomassa
D
Zonne-energie
Slide 27 - Quiz
Hoe noem de overstap naar duurzame energiebronnen
A
energie overstap
B
upcyclen
C
energietransitie
D
klimaatadaptatie
Slide 28 - Quiz
Duurzame energiebronnen zijn altijd beschikbaar
A
Niet waar
B
waar
Slide 29 - Quiz
Geef aan of de zin juist is of onjuist.
De energietransitie betekent het overgaan op andere vormen van energie.
Afspraken in het Klimaatakkoord van Parijs zijn gemaakt door de EU-landen.
Juist
onjuist
Door de energietransitie moet de opwarming van de aarde verminderen.
De afspraken in het Klimaatakkoord gaan vooral over waterverbruik.
Slide 30 - Drag question
Er zijn 4 manieren waarop we de uitstoot van broeikasgassen proberen te verkleinen. Welke hoort er niet bij?
A
Afremmen van de bevolkingsgroei
B
Energietransitie
C
Afvang en opvang van broeikasgassen
D
Mensen stimuleren om meer kinderen te krijgen
Slide 31 - Quiz
Wat is het belangrijkste (de kern) van het Klimaatakkoord van Parijs?
Slide 32 - Open question
Hoe ziet Nederland eruit voor de energietransitie, en hoe na die tijd?
Voor de energietransitie
Na de energietransitie
Hernieuwbare energiebronnen
Niet-hernieuwbare energiebronnen
Fossiele brandstoffen
Veel CO2 uitstoot
Windmolens en zonnepanelen
Steenkool en aardolie
Duurzame energie
Slide 33 - Drag question
Wat is een nadeel van groene energie
A
Veel uitstoot bij productie
B
Geen ruimte voor windmolens
C
De zon schijnt niet altijd
D
Vooral vogels komen om
Slide 34 - Quiz
Biomassa is een energiebron.
Waarvan is biomassa afkomstig?
A
van diepere aardlagen
B
van lucht en water
C
van planten en dieren
D
van plastic afval
Slide 35 - Quiz
Nog steeds kent Nederland een hoge CO2-uitstoot per inwoner. Welke is hier verantwoordelijk voor?
A
industrie
B
huishoudens
C
verkeer
D
kernenergie
Slide 36 - Quiz
waardoor kent Nederland een hoge co2 uitstoot per inwoner?
Slide 37 - Open question
Bij welke categorie hoort de volgende duurzame oplossing: Fabrieken vangen hun uitstoot (CO2) op en slaan deze op onder de grond in oude aardgasvelden.
A
Kracht en licht
B
Lage temperatuurwarmte
C
Vervoer
D
Hoge temperatuurwarmte
Slide 38 - Quiz
verwarming van woningen en de oplossing om aardwarmte te gebruiken
A
kracht en licht
B
Hoge temperatuurwarmte
C
Lage temperatuurwarmte
D
vervoer
Slide 39 - Quiz
Transport en mobiliteit draaien voornamelijk op fossiele brandstoffen
A
kracht en licht
B
Hoge temperatuurwarmte
C
Lage temperatuurwarmte
D
vervoer
Slide 40 - Quiz
Lees de tekstbron. Wat is de waarschijnlijke reden dat er geen ruimtelijk conflict is ontstaan rond het zonneveld?
Slide 41 - Open question
Waarom is de kans op een ruimtelijk conflict groot bij de energietransitie in Nederland?
Slide 42 - Open question
Energie die opgewekt wordt door gebruik te maken van aardwarmte. welk begrip hoort hier bij?
A
kernenergie
B
geothermische energie
C
piekafvoer
D
energiedrager
Slide 43 - Quiz
Bekijk de afbeelding.
Komen op deze plek binnenkort energiebronnen of energiedragers te staan?
A
energiebronnen
B
energiedragers
Slide 44 - Quiz
Waterstof is een:
A
energiebron
B
energiedrager
Slide 45 - Quiz
Wat betekent klimaatadaptatie?
A
Dieren die uitsterven door klimaatverandering
B
Stoppen met gebruik van fossiele brandstoffen (kolen, olie en gas)
C
Leefomgeving aanpassen aan klimaatverandering
D
Dijken voldoen aan wettelijke waterveiligheidsnormen