Unterrichtsstunde 11, 16. Januar 2023

1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Deutsch Unterricht 2Havo/Vwo
  • Die Bücher auf dem Tisch

Lesdoel: Deze les begrijp ik de uitleg van het voltooid deelwoord en kan ik de regels toepassen tijdens het maken van de opdrachten

Slide 3 - Slide

Die Hausaufgabe
Die Aufgaben:  19, 20, 21 und 22 machen
+ fünf schwierige/neue Wörter aufschreiben. 

Seite 115

Lernen
  • Die Lernliste Niederländisch-Deutsch

Slide 4 - Slide

Die Wörter wiederholen
Fünf Wörter notieren

  1. Weihnachten 
  2. Probeklausur
  3. der Krieg
  4. kämpfen
  5. der Gegner
  6. gegen
  7. erklären
  8. der Frosch
  9. später
  10. sehen
  11. der Tisch
  12. wünschen
  1. die Kopfschmerzen
  2. langweilig
  3. leicht
  4. krank sein
  5. sagen
  6. singular/plural
  7. der Kugelschreiber
  8. einfach <--> schwierig
  9. schon <--> schön
  10. die Tasche
  11. anfangen
  12. die Frau/ der Herr
  13. lernen
  14. wählen
  15. hübsch
  16. wiederholen (die Wiederholung)
  17. durch
  18. die Krampen
  19. die Tür
  20. anrufen <--> bellen

Slide 5 - Slide

Sprechen
Kurze Wiederholung: Kapitel 1, 2 und 3

Slide 6 - Slide

Praktische opdracht/ opendag
Bitte, heute nicht vergessen! 

Wie wil op de opendag bij het top vak 'Duits' komen helpen!!

Slide 7 - Slide

Grammatik: alles deutlich?
machen -> de stam = mach
heißen (sisklank)
ich
mache
heiße
du
machst
heißt *
er/sie/es
macht
heißt
wir
machen
heißen
ihr
macht
heißt
sie/Sie
machen
heißen
Sisklank: s, ss, ß, x of z *

Slide 8 - Slide

Grammatik: alles deutlich?
Ezelsbruggetje:
(fe)
e
st
t
en
t
en

Slide 9 - Slide

Grammatik
Aufgabe 23: selbstständig machen
  • Seite 116
  • 3 Minuten

Slide 10 - Slide

Grammatik: Voltooid deelwoord
Zwakke werkwoorden (3 soorten)  + sterke werkwoorden


Slide 11 - Slide

Voltooid deelwoord: 
zwakke werkwoorden
Het voltooid deelwoord wordt meestal gevormd door: ge + stam + t.


1. maar werkwoorden die eindigen op -ieren worden gevormd door: stam + t.


2. maar werkwoorden met be- of ver- worden gevormd door: stam + t

machen
stam: mach
ge + mach + t
gemacht
hören
stam: hör
ge + hör + t
gehört
reparieren
stam: reparier
reparier + t
repariert
probieren
stam: probier
probier + t
probiert
besuchen
stam: besuch
besuch + t
besucht
versorgen
stam: versorg
versorg + t
versorgt

Slide 12 - Slide

Voltooid deelwoord: 
Sterke werkwoorden
Deze onregelmatige werkwoorden worden anders gevormd. Je kunt ook denken aan het Engels 'irregular verbs'.

Beispiele:
gaan - gegaan 
gehen - gegangen
schrijven - geschreven
schreiben - geschrieben
vinden - gevonden
finden - gefunden
zwemmen - gezwommen
schwimmen - geschwommen

Slide 13 - Slide

Die Aufgaben
Die Aufgaben: 23, 24, 25, 26, 27 und 28 machen.

De leerlingen die vooraan zitten-> gezamenlijk opdracht 23, 24 maken


Slide 14 - Slide

Posters
2HC: ophangen


Lucas lees-luistertoets inhalen woensdag

Slide 15 - Slide

Die Hausaufgaben
Die Aufgaben: 23, 24, 25, 26, 27 und 28 machen
+ fünf schwierige/neue Wörter aufschreiben. 

Lernen:

  • Die Lernliste Niederländisch-Deutsch 
  • Die Lernliste Deutsch-Niederländisch
  • Die Grammatik 

Slide 16 - Slide