Examentraining 2022

Welkom


Examentraining Nederlands
woensdag 23 november
1 / 49
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 130 min

Items in this lesson

Welkom


Examentraining Nederlands
woensdag 23 november

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
09:00 – 10:30 > Les blok 1 
10:30 – 11:00 > 30 min pauze 
11:00 – 12:30 > Les blok 2 
12:30 – 13:00 > 30 min pauze  
13:00 – 14:30 > Les blok 3

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Link

Wat krijg je op het CSE?

  1. Tekst -> circa 20 minuten
  2. Tekst -> circa 25 minuten
  3. Advertentietekst -> circa 10 minuten
  4. Tekst -> circa 30 minuten
  5. Schrijfopdracht -> circa 30 minuten

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Onderdeel schrijven
Je bereidt je voor op drie onderdelen:

  1. Artikel
  2. Zakelijke mail
  3. Zakelijke brief

Slide 8 - Slide

13 punten:
  •  Inhoud: 6 pnt
Alle punten die gevraagd worden, moeten in je schrijfopdracht zitten. Elk onderdeel dat niet of niet goed in je tekst staat, kost je een punt.

  • Taalgebruik: 5 pnt
Met taalgebruik wordt bedoeld: formulering, spelling en interpunctie.

  •  Presentatie: 2 pnt
Je tekst moet overzichtelijk en volgens de afgesproken regels (=conventies) geschreven zijn.

Slide 9 - Slide

Zakelijke brief 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Zakelijke e-mail
Conventies

Slide 12 - Slide

Zakelijke e-mail

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Een artikel schrijven
In een informatief artikel geef je de lezer informatie 
over een bepaald onderwerp

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Titel Artikel

  • Inleiding
  • Kern
  • Slot


Naam
Klas




Slide 17 - Slide

Artikel

Slide 18 - Slide

DOEL
- je kunt een kort artikel schrijven met een begin, middenstuk en slot

- je kunt alinea's maken en inhoudelijke verbanden aangeven met signaalwoorden

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Controleer op inhoud (6p)


Heb je alle punten verwerkt?
Ben je niets vergeten?

Slide 21 - Slide

Controleer op taalgebruik (5p)

Spelling / werkwoordspelling / hoofdletters

Formulering: zinsopbouw

Interpunctie: punten / komma's (leestekens)

Slide 22 - Slide

Schrijf netjes en zorgvuldig
Neem de tijd!
Als je zorgvuldig schrijft, maak je veel minder fouten!

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Overige tips schrijfopdrachten
  • De tekst moet uit minimaal 100 woorden bestaan. Anders krijg je geen punten voor  conventies. 
  • Haal zoveel mogelijk informatie uit de situatieschets. 
  • Schrijf zoveel mogelijk woorden over uit de situatieschets. Hiermee beperk je het risico op taalfouten.  
  • Schrijf alleen in de opdracht wat er echt moet staan. Ga er niet zelf informatie bij verzinnen. 
  • Houd je aan de opdracht
  • Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.
  • Maak de zinnen niet te lang

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

De quizzzzzz
Ga naar LessonUp.com en doe mee met je eigen naam!!

Slide 28 - Slide

Hoelang duurt het
EXAMEN NEDERLANDS?
A
180 minuten
B
100 minuten
C
120 minuten
D
146 minuten

Slide 29 - Quiz

Een zakelijke e-mail is ...
A
formeel
B
informeel

Slide 30 - Quiz

Met welk woord begint de aanhef van een zakelijke e-mail?
A
Dag
B
Geachte
C
Hallo
D
Hoi

Slide 31 - Quiz

Wat is een ander woord voor een zakelijke e-mail?
A
Formele e-mail
B
Informele e-mail
C
Artikel
D
Brief

Slide 32 - Quiz

Op welke onderdelen wordt je opdracht niet beoordeeld?
A
Taalgebruik
B
Originaliteit
C
Inhoud
D
Conventies

Slide 33 - Quiz

Wat zijn conventies?
A
Regels over de indeling en volgorde
B
Regels voor Interpunctie
C
Regels over de inhoud
D
Regels voor spelling

Slide 34 - Quiz

Wat wordt bedoeld met interpunctie?
A
Gebruik van hoofdletters
B
Gebruik van de juiste spelling
C
Gebruik van punten en komma's

Slide 35 - Quiz

Hoe stel je jezelf voor?
A
Hallo, mijn naam is...
B
Ik ben ....
C
Mijn naam is...
D
Hallo, ik ben....

Slide 36 - Quiz

Hoe eindig je een e-mail?
A
Groetjes,
B
Groet,
C
Met vriendelijke groet,
D
De groeten,

Slide 37 - Quiz

Wat is de betekenis van:
CONVENTIES?
A
afspraken over welke schrijfregels je moet gebruiken
B
afspraken over spellingsregels
C
afspraken over grammaticaregels
D
afspraken over mensenrechten

Slide 38 - Quiz

Een zakelijke e-mail / artikel
A
Bestaat uit één alinea
B
Bestaat uit minimaal drie alinea's

Slide 39 - Quiz

Je schrijft de zakelijke e-mail aan de klantenservice van de Hema. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte klantenservice,
B
Geachte Hema,
C
Geachte heer, mevrouw,
D
Geachte medewerkers,

Slide 40 - Quiz

Welke zin is juist gespeld?
A
Naar aanleiding van me gesprek met u, mail ik u.
B
Na aanleiding van mijn gesprek met u, mail ik u.
C
Naar aanleiding van mijn gesprek met u, mail ik u.

Slide 41 - Quiz

Je schrijft een zakelijke e-mail aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Dag meneer Wouters,

Slide 42 - Quiz

Als je MINDER dan 100 WOORDEN hebt geschreven, dan........
A
wordt je docent verdrietig
B
gebeurt er niets: als de i houd maar goed is
C
D
krijg je geen punten voor taalgebruik

Slide 43 - Quiz

Wat is doel van een
BETOGENDE TEKST?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 44 - Quiz

Mag je een artikel met 'HALLO' beginnen?
A
ja
B
nee

Slide 45 - Quiz

Is een TITEL boven een artikel verplicht?
A
ja
B
nee

Slide 46 - Quiz

Hoe sluit je een artikel af? Je schrijft onderaan:
A
Met vriendelijke groet + je naam en klas
B
Alleen je naam en klas

Slide 47 - Quiz

Handige sites:

  • Facet
    https://eindexamensite.nl/
    Youtube: Arnoud Kuipes
    Je woordenboek!

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide