Thema 4 Voeding en vertering en Thema 5 Gaswisseling
Toets Thema 4 Voeding en vertering en Thema 5 Gaswisseling
1 / 50
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4
This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Toets Thema 4 Voeding en vertering en Thema 5 Gaswisseling
Slide 1 - Slide
Thema 4 Voeding en vertering
Slide 2 - Slide
Wat is de functie van mineralen?
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Beschermende stof
D
Reserverstof
Slide 3 - Quiz
Bij welk nummer komen darmvlokken en darmplooien voor?
A
2
B
9
C
13
D
7
Slide 4 - Quiz
Hoe heet onderdeel nummer 3?
A
Maag
B
Alvleesklier
C
Dunne darm
D
Dikke darm
Slide 5 - Quiz
Hoe heet onderdeel 8?
A
Dikke darm
B
12-vingerige darm
C
Galblaas
D
Dunne darm
Slide 6 - Quiz
De alvleesklier wordt aangegeven met letter ...?
A
P
B
Q
C
R
D
S
Slide 7 - Quiz
De lever wordt aangegeven met letter...?
A
P
B
Q
C
R
D
S
Slide 8 - Quiz
In een klas hangt een poster die het verteringsstelsel als een fabriek voorstelt (zie de afbeelding). Het deel dat aangegeven wordt met letter P stelt een klier voor. Geef de naam van deze klier.
A
Alvleesklier
B
Galblaas
C
Dunne darmsap klier
D
Speekselklier
Slide 9 - Quiz
Hoe heet onderdeel A?
A
Luchtpijp
B
Slokdarm
C
Maag
D
Endeldarm
Slide 10 - Quiz
Welk nummer van de schijf van 5 bevat veel vitaminen
A
3
B
1
C
4
D
5
Slide 11 - Quiz
Hoe heet onderdeel 13?
A
Slokdarm
B
Poortader
C
Darmvlok
D
Endeldarm
Slide 12 - Quiz
De voeding van deze Afrikaanse hardlopers verschilt niet veel van die van andere Oost-Afrikanen. Net als die eten ze veel groente en fruit, weinig vlees of vis en veel graanproducten.
Vooral voedingsmiddelen met veel zetmeel leveren energie voor het hardlopen. Welke van de genoemde voedingsmiddelen bevatten vooral veel zetmeel?
A
Graanproducten
B
Vlees
C
Groente en fruit
D
Vis
Slide 13 - Quiz
In informatie 3 is het verteringskanaal van een paard afgebeeld. Welke twee cijfers geven delen aan waarin volgens de informatie veel microorganismen leven?
A
2+3
B
4+5
C
3+5
D
7+8
Slide 14 - Quiz
Door micro-organismen afgebroken koolhydraten worden in het bloed opgenomen en naar de lever gevoerd.
Hoe heet het bloedvat waardoor deze stoffen vanuit het verteringsstelsel naar de lever worden gevoerd?
A
Darmader
B
Darmslagader
C
Poortader
D
Onderste holle ader
Slide 15 - Quiz
De maag van een koe bestaat uit verschillende delen. De overige delen van het verteringskanaal hebben dezelfde namen als bij de mens. In de tekst staat dat methaan het verteringskanaal van de koe verlaat via boeren en winden. Passeert dit gas dan de endeldarm? En passeert dit gas dan de slokdarm?
A
Alleen endeldarm
B
Alleen slokdarm
C
Beiden
D
Geen van beiden
Slide 16 - Quiz
Veel koolsoorten bevatten vezels. Koolhydraten in die vezels worden door menselijke enzymen in het verteringskanaal niet verteerd. Bacteriën in het verteringskanaal breken deze onverteerbare koolhydraten wel af.
In welk deel van het verteringskanaal komen veel bacteriën voor die onverteerbare resten afbreken?
A
12-vingerige darm
B
Dunne darm
C
Dikke darm
D
Endeldarm
Slide 17 - Quiz
In een proefopstelling staan 4 reageerbuizen. Buis 1 en 2 staan bij 37 graden Celsius. Buis 3 en 4 bij 20 graden Celsius. De buizen bevatten het volgende: 1: zetmeeloplossing + maagsap 2: zetmeeloplossing + speeksel 3: zetmeeloplossing + maagsap 4: zetmeeloplossing + speeksel Welke buis zal na een tijdje het minste zetmeel bevatten?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 18 - Quiz
Een van de gevolgen van levercirrose is dat er minder gal vanuit de lever via de galbuis naar het verteringskanaal wordt afgevoerd. Hierdoor worden vetten uit het voedsel mindegoed door verteringsenzymen afgebroken.
In welk deel van het verteringskanaal komt de galbuis uit?
A
Endeldarm
B
Maag
C
Mond
D
12-vingerige darm
Slide 19 - Quiz
In de spieren is een voorraad brandstof opgeslagen, die bij inspanning kan worden gebruikt.
In welke vorm is brandstof in spieren opgeslagen?
A
Glucose
B
Glycogeen
C
Vet
D
Zetmeel
Slide 20 - Quiz
Veel koolsoorten bevatten vezels. Koolhydraten in die vezels worden door menselijke enzymen in het verteringskanaal niet verteerd. Bacteriën in het verteringskanaal breken deze onverteerbare koolhydraten wel af.
In welk deel van het verteringskanaal komen veel bacteriën voor die onverteerbare resten afbreken?
A
Dunne Darm
B
Dikke Darm
C
Endeldarm
D
Maag
Slide 21 - Quiz
Wat is de functie van dit orgaan in de spijsvertering?
A
Gal verwijderen
B
Gal maken
C
Gal opslaan
D
Gal verteren
Slide 22 - Quiz
Darmvlokken spelen een rol bij de opname van het grootste deel van de verteerde voedingsstoffen. In welk deel van het verteringsstelsel bevinden zich darmvlokken?
A
in de slokdarm
B
in de maag
C
in de dunne darm
D
in de dikke darm
Slide 23 - Quiz
In het gebit van een zeehond zitten snijtanden en scherpe kiezen. Ook heeft hij grote hoektanden. Bij welke groep dieren hoort een zeehond?
A
Alleseters
B
Vleeseters
C
Plantenetesr
Slide 24 - Quiz
Bij dieren komen alleseters, planteneters en vleeseters voor. Welke van deze groepen behoren tot de consumenten
A
planteneters
B
alleseters en vleeseters
C
planteneters en vleeseters
D
alleseters, planteneters en vleeseters
Slide 25 - Quiz
Wij als mens zijn
A
Vleeseters
B
Planteneters
C
Alleseters
Slide 26 - Quiz
A
De alvleesklier
B
De lever
C
De maag
D
De speekselklier
Slide 27 - Quiz
Thema 5 Gaswisseling
Slide 28 - Slide
Bij amfibieën, zoals de kikker, komen op verschillende leeftijden verschillende ademhalingsorganen voor. Hebben kikkervisjes longen en kunnen ze via hun huid ademhalen?
A
Wel longen,
geen huidademhaling
B
Wel longen,
wel huidademhaling
C
Geen longen,
geen huidademhaling
D
Geen longen,
wel huidademhaling
Slide 29 - Quiz
Hier een deel van het ademhalingsstelsel van een insect. Hoe heet onderdeel P?
A
Kieuw
B
Snorkel
C
Stigma
D
Trachee
Slide 30 - Quiz
Hiernaast is een doorsnede van een deel van een vissenkop schematisch getekend. Met welk nummer is een kieuwplaatje aangegeven?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 31 - Quiz
Hier zie je hoe 'n forel 'n insect van het wateroppervlak hapt. Door snel zijn bek ver open te doen, zuigt de forel zijn prooi samen met veel water naar binnen. Het teveel aan water verdwijnt weer als de kieuwdeksels opengaan. Hiernaast zie drie schema's getekend. Welke doorsnede hoort bij de kop van een forel?
A
1
B
2
C
3
D
Geen van deze tekeningen.
Slide 32 - Quiz
Hier zie je hoe 'n forel 'n insect van het wateroppervlak hapt. Door snel zijn bek ver open te doen, zuigt de forel zijn prooi samen met veel water naar binnen. Het teveel aan water verdwijnt weer als de kieuwdeksels opengaan. Hiernaast zie drie schema's getekend. De prooi komt uiteindelijk terecht in deel ...
A
1
B
2
C
3
D
Geen van deze tekeningen.
Slide 33 - Quiz
Hier zie je hoe 'n forel 'n insect van het wateroppervlak hapt. Door snel zijn bek ver open te doen, zuigt de forel zijn prooi samen met veel water naar binnen. Het teveel aan water verdwijnt weer als de kieuwdeksels opengaan. Hiernaast zie drie schema's getekend. Welk water bevat de meeste zuurstof?
A
Het water dat door de bek binnenstroomt.
B
Het water dat door de bek weg stroomt.
C
Het water dat door de slokdarm binnenkomt.
D
Het water wat door de kieuwen wegstroomt.
Slide 34 - Quiz
Hoe heten de openingen in de huid van een insect?
A
Tracheeën
B
Stigma's
C
Bronchiën
Slide 35 - Quiz
Waarmee halen deze dieren adem?
Volwassen kikker
A
Huid & kieuwen
B
Kieuwen & tracheeën
C
Longen & huid
D
Tracheeën & huid
Slide 36 - Quiz
Waarmee halen deze dieren adem?
Zalm
A
Huid
B
Kieuwen
C
Longen
D
Tracheeën
Slide 37 - Quiz
Waarmee halen deze dieren adem?
Baardagaam
A
Huid
B
Kieuwen
C
Longen
D
Tracheeën
Slide 38 - Quiz
Een bij haalt adem met de
A
huid
B
kieuwen
C
longen
D
tracheeën
Slide 39 - Quiz
Een duif haalt adem met de
A
huid
B
kieuwen
C
longen
D
tracheeën
Slide 40 - Quiz
Een kikkervisje haalt adem met de
LET OP: je mag er meer kiezen!!!
A
huid
B
kieuwen
C
longen
D
tracheeën
Slide 41 - Quiz
Een mens haalt adem met de
A
huid
B
kieuwen
C
longen
D
tracheeën
Slide 42 - Quiz
Een slang haalt adem met de
A
huid
B
kieuwen
C
longen
D
tracheeën
Slide 43 - Quiz
Een snoek haalt adem met de
A
huid
B
kieuwen
C
longen
D
tracheeën
Slide 44 - Quiz
Een vleermuis haalt adem met de
A
huid
B
kieuwen
C
longen
D
tracheeën
Slide 45 - Quiz
Een vlinder haalt adem met de
A
huid
B
kieuwen
C
longen
D
tracheeën
Slide 46 - Quiz
Een volwassen salamander haalt adem met de LET OP: je mag er meer kiezen!!!
A
huid
B
kieuwen
C
longen
D
tracheeën
Slide 47 - Quiz
Een walvis haalt adem met de
A
huid
B
kieuwen
C
longen
D
tracheeën
Slide 48 - Quiz
Dolfijnen ademen net als mensen met longen. Maar een dolfijn ademt niet in en uit door de mond of de neus. Een dolfijn heeft een blaasgat boven op de kop. Bij het duiken sluit hij het blaasgat af. Heeft een dolfijn een strotklepje?