1kgt h2 HERH 2.1 2.2

Welkom terug 
van de 
herfstvakantie
1 / 47
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Welkom terug 
van de 
herfstvakantie

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

25 oktober 2022 LESDOEL
  • Je geheugen is opgefrist over 
              § 2.1 Getallen
              § 2.2 Afronden
  • § 2.3 Je weet hoe je moet afronden in de praktijk
  • § 2.3 Je weet hoe je euro's moet afronden
  • Je kunt 8 minuten zelfstandig in stilte opdrachten maken 

Slide 3 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • Lesson up: Herhalen § 2.1 Getallen en § 2.2 Afronden
  • De theorie behandelen van § 2.3 Afronden in de praktijk
  • Aan de slag met § 2.3
  • Afsluiten

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Welke van de volgende is een cijfer?
A
0,3
B
3
C
3,1
D
31

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Welke waarde heeft de 3 in het getal 12345,67?
A
3
B
30
C
300
D
3000

Slide 9 - Quiz

Sleep de juiste waarde naar het cijfer in het getal 2345,67.
2
3
4
7
6
5
Duizendtal
Honderdtal
Tiental
Tienden
Honderdsten
Eenheid

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Slide

Schrijf het volgende getal met alleen maar cijfers: 3,2 miljoen.

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Hoeveel delers heeft 16?
A
Drie delers.
B
Zestien kun je niet delen.
C
Vijf delers.
D
Zes delers.

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Wat zijn de eerste 4 veelvouden van 6?
A
6, 12, 18, 24
B
4, 10, 16, 22
C
4, 8, 12, 16
D
12, 18, 24, 30

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Slide 18 - Slide

Welk getal is het grootste?
A
2,8
B
2,3
C
1,9
D
3,2

Slide 19 - Quiz

Welk getal heeft de meeste decimalen?
A
279900,12
B
3,12399
C
2,779011
D
37099111811

Slide 20 - Quiz

Hoe heten getallen zonder decimalen?

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Rond af op 1 decimaal:
12,76
A
12
B
12.7
C
12.8
D
13

Slide 23 - Quiz

Rond af op twee decimalen:
4,5749
A
4,57
B
4,56
C
4,55
D
4,60

Slide 24 - Quiz


Rond af op een heel getal: 4,7
A
4,0
B
4
C
5,0
D
5

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Slide 28 - Video

Afronden op een honderdtal
76 449
A
76 000
B
76 400
C
76 500
D
77 000

Slide 29 - Quiz

Afronden op een duizendtal
13 962,65
A
13 000
B
13 900
C
1 396 000
D
14 000

Slide 30 - Quiz

Wat hebben we herhaald?
  • De waarde van cijfers in getallen.
  • De namen en waardes van grote getallen.
  • Noemen van delers en veelvouden.
  • Werken met decimale getallen.
  • Afronden van decimale getallen.
  • Afronden op ronde getallen.

Slide 31 - Slide

§ 2.3 Afronden
in praktische situaties

Slide 32 - Slide

§ 2.3 Afronden
in praktische situaties

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Je gaat naar de winkel en koopt een schrift van € 1,33 . Je betaalt contant. Hoeveel moet je betalen?
A
€ 1,30
B
€ 1,33
C
€ 1,35
D
€ 1,40

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Video

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

16 leerlingen gaan samen met hun docent varen. Er gaan 4 mensen in 1 boot. Hoeveel boten zijn er nodig?
A
4 boten
B
5 boten

Slide 42 - Quiz

We hebben een plank van 370 cm. Hier halen we plankjes van 40 cm uit. Hoeveel plankjes halen we hieruit?
A
8 plankjes
B
9 plankjes
C
8,5 plankjes.
D
9,25 plankjes.

Slide 43 - Quiz

Maken opdrachten: 43, 44, 45, 47  Wat? hoofdstuk 2.3 afronden in de praktijk.
Waar? dit mag online.
Wanneer? Deze les. Alles wat niet af is, is huiswerk voor de volgende les.

Klaar? Ga aan de slag met :
Basis: 2.4 (mag online) en 2.5 (in het leerwerkboek)
Kader: 2.4 via het e-book.


Niet overleggen, geen vragen       --> 
Niet overleggen, wel vragen         -->
Overleg én vragen  toegestaan   -->

Slide 44 - Slide

Wat heb je deze les geleerd?
  • Afronden in praktijksituaties

Slide 45 - Slide

§

Slide 46 - Slide

We verven een muur van 53 . De blikken bevatten genoeg voor 10 . Hoeveel blikken hebben we nodig?
m2
m2
A
4 blikken.
B
5 blikken.
C
6 blikken.
D
Dat kun je van te voren niet weten.

Slide 47 - Quiz