Met of zonder -n?

Check jezelf!
Met of zonder -n?


Spelling h2
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Check jezelf!
Met of zonder -n?


Spelling h2

Slide 1 - Slide

Wel of geen -n?
Sommige(n) kregen een extra kerstpakket
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 2 - Quiz

Wel of geen -n?

De Vindicatleden hebben een busfeest gehouden, maar sommige(n) hebben niet meegefeest.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 3 - Quiz

Met of zonder -n?
Die boeken zijn al erg oud, maar sommige(n) zijn best leuk
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 4 - Quiz

Met of zonder -n?
Die boeken zijn best oud, maar sommige(n) lezen die al te graag.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 5 - Quiz

De (1) eerste / eersten schepten ruim op van het buffet, zodat er voor de (2) laatste / laatsten helaas weinig overbleef.

Slide 6 - Open question

De ouders van Sheira hebben een goede baan, hoewel ze geen van (1) beide / beiden hebben gestudeerd.

Slide 7 - Open question

Op Texel zag ik heel veel verschillende vogels; wel (1) honderde / honderden!
A
honderde
B
honderden

Slide 8 - Quiz

Wegens tijdgebrek konden (1) sommige / sommigen van de dieren niet direct geholpen worden tijdens het spreekuur.
A
sommige
B
sommigen

Slide 9 - Quiz

Hoewel we veel vrienden hebben, nodigen we de (1) meeste / meesten niet uit voor ons zilveren huwelijksfeest.

Slide 10 - Open question

Uit (1) alle / allen reacties na de presentatie bleek dat (2) weinige / weinigen zich hadden verveeld.
A
alle weinige
B
allen weinige
C
allen weinigen
D
alle weinigen

Slide 11 - Quiz

Behoren jullie eigenlijk tot de beste / besten van de debatclub?
A
beste
B
besten

Slide 12 - Quiz

Deze school heeft een speciaal programma ontwikkeld voor alle ...... leerlingen.
A
hoogbegaafde
B
hoogbegaafden

Slide 13 - Quiz

Hoeveel ... kwam jij gisteren tegen op de verjaardag van Anita?
A
bekende
B
bekenden

Slide 14 - Quiz

Hoeveel ... Nederlanders zag jij op dat feest?
A
bekende
B
bekenden

Slide 15 - Quiz