De lucht in een gebouw noem je ook wel het binnenklimaat. Het klimaat kan vervuild zijn met
stoffen en organismen. Zo kunnen mensen bijvoorbeeld ademhalingsproblemen, hoestbuien of tranende ogen krijgen van tabaksrook. Voor een goed binnenklimaat is de hoeveelheid zuurstof en koolstofdioxide belangrijk. Daarnaast is de temperatuur en de luchtvochtigheid (50-60%) van belang.
Als het warm is en er is te weinig zuurstof, kun je daar knap slaperig
en sloom van worden.
Als er teveel koolstofdioxide is, werk je minder snel en maak je meer
fouten. In ruimtes waar veel mensen bijeen zijn, is er meer
koolstofdioxide in de lucht.