Par. 2: De plaats op aarde en de temperatuur

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 1

Wat leer je in deze les?

- Je weet  aan het einde van de les hoe dag en nacht ontstaan.

- Je weet waarom het bij de evenaar warmer is dan bij de polen.

- Je weet hoe de seizoenen ontstaan

- Je kent het verschil tussen weer en klimaat 

Weer en klimaat 

Waar denk je aan bij het weer?

Waar denk je aan bij het klimaat?

Dag en nacht

• Aardas

1. Lijn door de aarde 
2. Tussen de Noordpool en de Zuidpool
3. De aarde draait in een dag om de aardas
4. Aardas staat scheef

• Poolcirkel: breedtecirkel op 66,5° NB en ZB

1. In het gebied tussen de polen en de
   poolcirkel gaat ten minste  één dag per jaar de zon niet onder

Op welke twee plaatsen op aarde gaat de zon één of meer dagen niet onder?

1. in gebieden bij de aardas
2. in gebieden rond de evenaar
3. in gebieden rond de Noordpool
4. in gebieden rond de Zuidpool

Warme en koude plaatsen op aarde 

• Atmosfeer of dampkring 
• Zonnestralen: 

Bij de evenaar: recht op de aarde

   -  kortste weg van de zon naar de aarde

    - hogere temperatuur

Bij de polen: schuin op de aarde

    - langere weg van de zon naar de aarde

    - lagere temperatuur

Welke twee namen zijn er voor de luchtlaag om de aarde?

De luchtlaag rond de aarde is ........ km

1. 5
2. 10
3. 25
4. 100

Bij de polen valt het licht van de zon ......... op de aarde

Seizoenen

• Aarde draait in een jaar om de zon
• 21 juni: zon loodrecht boven de Kreeftskeerkring
  23,5° noorderbreedte
• 21 december: zon loodrecht boven de Steenbokskeerkring
  23,5° zuiderbreedte
• 21 maart en 21 september: zon loodrecht boven de evenaar

Welk halfrond krijgt in juni het meeste zonlicht?

1. het noordelijk halfrond
2. het zuidelijk halfrond
3. het oostelijk halfrond
4. het westelijk halfrond

Weer  

* Toestand van de atmosfeer

    - temperatuur

    - neerslag

    - wind

    - zonneschijn

* Op een bepaald moment

* Op een bepaalde plaats

* De plaats op aarde heeft veel invloed

Klimaat

* Gemiddelde weer (temperatuur, neerslag)

* Groot gebied

* Dertig jaar

* Koudste klimaten bij de polen

* Warmste klimaten rond de evenaar

* Plaats op aarde bepaalt het klimaat

Zelfstandig werken

* Maak 2.2 online 

Klaar?

* Maak de test jezelf en oefen de begrippen met de flitskaarten