Paragraaf 7.4 De overheid ruilt over de tijd





Welkom V3B
1 / 30
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson





Welkom V3B

Slide 1 - Slide

Planning deze les
  • Economisch nieuws
  • Herhaling paragraaf 7.3
  • Behandelen paragraaf 7.4 

Slide 2 - Slide

Wat geeft Netflix
als oorzaak?
A
door opheffingen corona maatregels
B
door opkomst concurrentie
C
door vertragingen in productie (ivm Corona)

Slide 3 - Quiz

Wat zouden de
supermarkten
anders willen doen?
A
Ze willen besparen dus gaan personeel ontslaan
B
Ze willen meer inzetten op vers
C
Ze willen zich meer gaan richten op online boodschappen doen
D
Ze willen minder plastic in de supermarkten

Slide 4 - Quiz

Welke leeftijdsgroep is
het meest vertegenwoordigt
in de bijstand?
A
Jonger dan 27 jaar
B
27 tot 45 jaar
C
45 jaar tot AOW leeftijd

Slide 5 - Quiz

Herhaling paragraaf 7.3

Slide 6 - Slide

Wat is investeren?
A
Het lenen van geld
B
Winst maken
C
Het kopen van nieuwe kapitaalgoederen
D
Produceren

Slide 7 - Quiz

De nominale rente is 5% en de inflatie 6% wat gebeurt er met de koopkracht?

Gebruik je rekenmachine
A
wordt -1%
B
wordt 1%
C
wordt 11%
D
wordt -11%

Slide 8 - Quiz

De reële rente is hoger dan de nominale rente
A
er is sprake van inflatie
B
er is sprake van deflatie
C
de spaarrente is hoger dan de kredietrente
D
dit kan helemaal niet

Slide 9 - Quiz

Paragraaf 7.4

Slide 10 - Slide

Op welke datum is
het Prinsjesdag in
2021
A
dinsdag 21 augustus
B
dinsdag 21 september
C
dinsdag 21 oktober
D
dinsdag 21 november

Slide 11 - Quiz

Prinsjesdag
  • Rijksbegroting: wat de overheid het komende jaar denkt te  ontvangen en uit te geven
  • Miljoenennota: algemene toelichting op de rijksbegroting

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

De AOW is een
A
werknemersverzekering
B
volksverzekering
C
sociale voorziening
D
minimale verzekering

Slide 18 - Quiz

Wie hebben recht op ANW
A
Gepensioneerden
B
Mensen in de bijstand
C
Nabestaanden van overledenen
D
Welklozen

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Waarvoor is de werknemersverzekering WIA?
A
Werkloosheid
B
Ziekte
C
Nabestaanden
D
Arbeidsongeschiktheid

Slide 21 - Quiz

De WW is een werknemersverzekering.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

De bijstand hoort bij de:
A
Sociale verzekeringen
B
Sociale voorzieningen

Slide 24 - Quiz

Hoe hoog denk je dat de bijstand (sociaal minimum) in Nederland ongeveer is voor een alleenstaande?
A
€200 per maand
B
€900 per maand
C
€1200 per maand
D
€500 per maand

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Sociale verzekeringen
Voor de sociale verzekeringen worden premies betaald.

Volksverzekeringen = bedoeld voor alle inwoners van Nederland

Werknemersverzekeringen = gelden alleen voor werknemers

Slide 27 - Slide

  • Begrotingstekort
  • Begrotingstekort
  • Begrotingsoverschot
Begrotingsoverschot
De overheid heeft meer inkomsten dan uitgaven
Begrotingstekort
De overheid heeft meer uitgaven dan inkomsten

Slide 28 - Slide

Begrotings- en financieringstekort

  • Begrotingstekort
  • Financieringstekort 


  • Financieringstekort = begrotingstekort - aflossingen
  • Door alle leningen is een staatsschuld ontstaan

Slide 29 - Slide

Huiswerk
Maken opdracht 32, 34, 35, 36, 38, 40, 41, 42 en 43

Slide 30 - Slide