2.4 schrijven en formuleren TH1 betoog schrijven

2.4 schrijven en formuleren
betoog

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.4 schrijven en formuleren
betoog

Slide 1 - Slide

timer
10:00

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 
  • Ik kan een betoog schrijven en de lezer overtuigen.
  • Ik weet het verschil tussen feiten en meningen.
  • Ik kan mijn woordgebruik aanpassen aan het publiek.
  • Ik kan de verschillen benoemen tussen feiten en meningen.
  • Ik kan omschrijvingen gebruiken om af te wisselen in een tekst. 

Slide 3 - Slide

Feit of mening?
Mevrouw Vermaeten is docent Nederlands op het Almende College.

Ik vind gym een leuk vak.

De docent van wiskunde is grappig.

MH1 betekent dat je in de brugklas zit. 

Het Almende college heeft een gymzaal.

Slide 4 - Slide

 Betoog schrijven

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Bekijk het filmpje
Even oefenen:
Bekijk het filmpje uit het jeugdjournaal. 
Dit gaat over het appen op de fiets. Er worden verschillende argumenten genoemd over appen op de fiets. Noteer zoveel mogelijk argumenten op de volgende slide.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Appen op de fiets

Slide 9 - Mind map

0

Slide 10 - Video

Woordgebruik aanpassen aan het publiek
Formeel taalgebruik als je je publiek niet persoonlijk kent en je publiek vooral uit volwassenen bestaat. Gebruik dan ook wat moeilijkere woorden en langere zinnen.

Informeel taalgebruik als je het publiek persoonlijk kent en het vooral uit kinderen bestaat. Gebruik dan meer makkelijke woorden en korte zinnen.

Veel voorbeelden en uitleg als je publiek niet veel van het onderwerp weet.

Slide 11 - Slide

Herhaling voorkomen, 
zorg voor afwisseling in je woordkeus. Hoe dan?
1. Door een verwijswoord: Kees is heel goed in grammatica. Hij had een tien voor een overhoring. 

2. Door een synoniem: Deze medaille kan Hassan al bij haar eerder behaalde eremetaal hangen. 

3. Door een omschrijving: In de Ardennen is mountainbiken populair. De Ardennen zijn natuurlijk ideaal voor deze fietssport over ruige terreinen.

Slide 12 - Slide

Opdrachten:
Opdrachten voor de volgende les: 

2 a t/m d - 3 - 4 - 5 (blz 93)

Slide 13 - Slide

Leerdoelen 
  • Ik kan een betoog schrijven en de lezer overtuigen.
  • Ik weet het verschil tussen feiten en meningen.
  • Ik kan mijn woordgebruik aanpassen aan het publiek.
  • Ik kan de verschillen benoemen tussen feiten en meningen.
  • Ik kan omschrijvingen gebruiken om af te wisselen in een tekst. 

Slide 14 - Slide

Ik kan de lesdoelen toepassen in mijn opdrachten
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll