G2BOF Week 1: Uitleg examen spreken en gesprekken voeren
Week 1
Idiom of the week!
Uitleg examen spreken/gesprekken voeren
Hoe kan je je voorbereiden
Mini Quiz!
Werken volgens eigen planning
1 / 29
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 2
This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Week 1
Idiom of the week!
Uitleg examen spreken/gesprekken voeren
Hoe kan je je voorbereiden
Mini Quiz!
Werken volgens eigen planning
Slide 1 - Slide
Is je planning af? Als dit niet het geval is leg dan uit hoe dit komt.
Slide 2 - Open question
Idiom of the week!
What do you think the idiom is about:
''A fish out of water''
Slide 3 - Slide
Wat denk je dat ''A fish out of water'' betekent?
Slide 4 - Open question
Idiom of the week!
''A fish out of water''
Meaning:
Someone in an uncomfortable position or situation
Example:
It was Allison’s first day at her new school, and she felt like a fish out of water.
Slide 5 - Slide
Spreken en gesprekken voeren
Examens
Niveau
Kennen/kunnen
Nu Engels
Slide 6 - Slide
Instelling examens
2 Instellingsexamens
2 beoordelaars
Per examen twee onderdelen
10 min voorbereidingstijd + woordenboek
Spreken 2x 3 min
Gesprekken voeren 2x kort gesprekje met docent
Slide 7 - Slide
Spreken A2
Ik kan een reeks uitdrukkingen en zinnen gebruiken om in eenvoudige bewoordingen mijn familie en andere mensen, leefomstandigheden, mijn opleiding en mijn huidige of meest recente baan te beschrijven.
Slide 8 - Slide
Gesprekken voeren A2
Ik kan communiceren over eenvoudige en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie over vertrouwde onderwerpen en activiteiten betreffen. Ik kan zeer korte sociale gesprekken aan, alhoewel ik gewoonlijk niet voldoende begrijp om het gesprek zelfstandig gaande te houden.
Slide 9 - Slide
Examen spreken
10 min voorbereiden met woordenboek > 10 steekwoorden
Jij spreekt twee keer 3 minuten alleen
Onderwerpen zoals: Jezelf, je omgeving, je werk/stage, Nederland.
Slide 10 - Slide
Examen gesprekken voeren
10 min voorbereiden met woordenboek > 10 steekwoorden
Jij spreekt twee keer 2/3 min met de docent.
Onderwerpen zoals: Jezelf, je omgeving, je werk/stage, Nederland, de weg wijzen, social talk.
Slide 11 - Slide
Waar word je op beoordeeld?
Hou je je aan de opdracht, alles genoemd?
woordenschat / woordgebruik / grammatica
Zijn de zinnen verbonden (and, but, because etc)
Vloeiendheid / Uitspraak
(GV) Interactie
Niet verstaanbaar/ te veel Nederlandse taal (niet accent) = geen cijfer!
Slide 12 - Slide
Tips spreken/gesprekken voeren
Neem jezelf op
Mogelijke onderwerpen > verbreed je woordenschat
Oefen met grammatica
Als je een woord niet weet omschrijf het dan > GEEN NEDERLANDS!
Steekwoorden/ vertaling alleen gebruiken in een goed lopende zin
Slide 13 - Slide
Hoe kan je ''de zorg'' omschrijven als je even niet op het woord kan komen?
Slide 14 - Open question
Hoe vertel je in het Engels waar je woont?
Slide 15 - Open question
Wat is ''stage'' in het Engels.
Slide 16 - Open question
Tips gesprekken voeren
Vraag om herhaling, dit geeft je meer nadenk tijd.
Herhaal een deel van de vraag, zo krijg je een langer antwoord.
Beantwoord vragen niet alleen met yes/no.
Slide 17 - Slide
Hoe kan je ''stage'' omschrijven als je het woord internship bent vergeten?
Slide 18 - Open question
Jezelf voorstellen
Hoe heet je?
Hoe oud ben je?
Waar woon je? Met wie?
Wat studeer je?
Waar werk je/ loop je stage?
Maak tweetallen, stel jezelf om de beurt kort voor. Of noteer hoe je dit zou doen.
Slide 19 - Slide
Nu Engels
- Hoofdstuk 8 t/m 11 gaan over talking and presenting (spreken en gesprekken voeren). Je kan de exam exercises van elke paragraaf gebruiken om te oefenen voor het examen. (opnemen en opsturen naar de docent kan helpen)
- Je kunt uitleg vragen over een of meerdere grammatica onderdelen die je nog lastig vindt.
- Zorg kopje NU Engels
Slide 20 - Slide
Hoe kan je oefenen?
Bereid de mogelijke onderwerpen voor
Schrijf eens een oefenexamen uit + laat controleren door je docent.
Woordenlijsten zorg/school
Oefenexamen uitvoeren bij docent aan het bureau
Oefenen met de tijd volmaken voor spreken
Slide 21 - Slide
Wat heb je onthouden?
Er volgen nu een aantal vragen over wat je net hebt gelezen. Probeer deze te beantwoorden zonder terug te scrollen!
Slide 22 - Slide
Spreken en gesprekken voeren zijn twee aparte examens
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quiz
Wanneer krijg je de opdracht voor je examen spreken te zien?
A
twee weken van tevoren
B
een week van tevoren
C
een uur van tevoren
D
tien minuten van tevoren
Slide 24 - Quiz
Hoe lang moet je per opdracht spreken (bij het examen spreken)?
A
1 min
B
2 min
C
3 min
D
4 min
Slide 25 - Quiz
Welke onderwerpen kunnen er gevraagd worden op je examen?
Slide 26 - Open question
Waar word je op beoordeeld bij het examen gesprekken voeren?
Slide 27 - Open question
Hoe kan je oefenen voor deze examens?
Slide 28 - Open question
Aan de slag!
Ga aan de slag met je eigen planning voor deze les!