What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H1 - Spreekwoorden en uitdrukkingen
Het woord 'instorten' heeft twee betekenissen. De ene betekenis is letterlijk, de andere betekenis is figuurlijk.
Welke betekenis is figuurlijk?
A
Ineenstorten, kapotgaan
B
Een crisis hebben, zodat je niet meer kunt functioneren
1 / 19
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Het woord 'instorten' heeft twee betekenissen. De ene betekenis is letterlijk, de andere betekenis is figuurlijk.
Welke betekenis is figuurlijk?
A
Ineenstorten, kapotgaan
B
Een crisis hebben, zodat je niet meer kunt functioneren
Slide 1 - Quiz
Welke betekenis van 'instorten' wordt bedoeld?
De toren staat op instorten.
A
Ineenstorten, kapotgaan
B
Een crisis hebben, zodat je niet meer kunt functioneren
Slide 2 - Quiz
Welke betekenis van 'instorten' wordt bedoeld?
Toen de zangeres de foto's zag, is ze ingestort.
A
Ineenstorten, kapotgaan
B
Een crisis hebben, zodat je niet meer kunt functioneren
Slide 3 - Quiz
Welke betekenis van 'instorten' wordt bedoeld?
Zijn wereld stortte in.
A
Ineenstorten, kapotgaan
B
Een crisis hebben, zodat je niet meer kunt functioneren
Slide 4 - Quiz
Welke zin is figuurlijk taalgebruik?
A
Dat is een goed middel voor je zieke paard.
B
Dat is een paardenmiddel voor die kwaal.
Slide 5 - Quiz
Welke zin is figuurlijk taalgebruik?
A
Zij is op het paard getild.
B
Zij is over het paard getild.
Slide 6 - Quiz
Spreekwoord of uitdrukking?
In de huid kruipen van
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
Slide 7 - Quiz
Spreekwoord of uitdrukking?
Door de mand vallen
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
Slide 8 - Quiz
Spreekwoord of uitdrukking?
Vele handen maken licht werk
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
Slide 9 - Quiz
Spreekwoord of uitdrukking?
Met je hoofd in de wolken lopen
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
Slide 10 - Quiz
Spreekwoord of uitdrukking?
Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
Slide 11 - Quiz
Spreekwoord of uitdrukking?
Honger hebben als een paard
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
Slide 12 - Quiz
Spreekwoord of uitdrukking?
Zo sterk zijn als een leeuw
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
Slide 13 - Quiz
Spreekwoord of uitdrukking?
Wie A zegt, moet ook B zeggen
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
Slide 14 - Quiz
De appel valt niet ver van de boom
A
Appels worden geplukt van een boom
B
Appels vallen niet ver
C
Kinderen lijken vaak op hun ouders
D
Hele goede vrienden zijn
Slide 15 - Quiz
Geen kind hebben aan iemand
A
Kinderen lijken vaak op hun ouders
B
Geen last hebben van iemand
C
Jouw eigen kind of kinderen
D
Van iets wat je jong leert, heb je later veel voordeel
Slide 16 - Quiz
Met bloed, zweet en tranen
A
Boos zijn
B
Hard hijgen omdat je je hebt ingespannen
C
Iemand leuk vinden
D
Ergens veel moeite voor doen
Slide 17 - Quiz
Achter de wolken schijnt de zon
A
Het wordt weer beter
B
Je kunt vanzelf weer helder nadenken
C
De zon schijnt altijd, maar is soms achter de wolken verborgen
Slide 18 - Quiz
Een ezel stoot zich niet tweemaal aan dezelfde steen
A
Je bent dom als je twee keer dezelfde fout maakt
B
Je bent dom als je van je fouten leert, want een ezel is dom
C
Je leert van je fouten, je maakt ze geen tweede keer
D
Slide 19 - Quiz
More lessons like this
Woorden 6.3 - 2 kgt
June 2018
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2
Woordenschat - Spreekwoorden en uitdrukkingen
June 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2
Spreekwoorden 1
June 2024
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
NED_1.4- Figuurlijk taalgebruik
May 2023
- Lesson with
11 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Spreekwoorden gezegdes mavo april 2023
April 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Spreekwoorden gezegdes mavo april 2023
9 days ago
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Spreekwoorden gezegdes mavo april 2023
March 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Spreekwoorden 1
February 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1