Grammatica 5 - lijdend voorwerp

Welkom!
Fijn dat je er bent. 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom!
Fijn dat je er bent. 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • H4: Taalverzorging grammatica
  • Het lijdend voorwerp
  • Uitleg lijdend voorwerp
  • Samen oefenen
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Werkwoordelijk gezegde

Slide 3 - Mind map

Nakijken
  • Opdracht 2, 4 en 5 op pagina 80/81 

Slide 4 - Slide

Uitleg lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp komt voor in zinnen waarin iets/iemand wat overkomt of iets/iemand iets meemaakt.

Slide 5 - Slide

Zo vind je het lijdend voorwerp
Om te controleren of je het lijdend voorwerp goed hebt herkend, kun je een vraagzin maken van het type ‘wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp’.

Ik koop een appel.
Wie/wat koop ik? Een appel

Slide 6 - Slide

Els heeft gisteren een mooie bos bloemen gekocht.

Welke vraag kan je hier stellen?

Wat is dus het lijdend voorwerp?

Slide 7 - Slide

Samen oefenen
Opdracht 1 op pagina 106

Slide 8 - Slide

Wij hebben een groot groentepakket van de buren gekregen. 

Slide 9 - Slide

Zondag hebben we nieuwe skates bij de skatebaan gevonden.

Slide 10 - Slide

Deze week houdt een hogedrukgebied storingen op afstand.

Slide 11 - Slide

In de vakantie ga ik graag vrienden van de basisschool opzoeken.

Slide 12 - Slide

Tijdens SAIL kun je op vijf plekken in Amsterdam bijzondere schepen bekijken.

Slide 13 - Slide

De grootouders van Max vieren morgen hun 50-jarig huwelijksfeest.

Slide 14 - Slide

Zijn er nog vragen of opmerkingen?

Slide 15 - Open question

Zelfstandig werken
Maak opdracht 2, 3 en 4 op pagina 107. Schrijf de antwoorden op in je schrift. 

Slide 16 - Slide

Fijne paasdagen!
Huiswerk: 
Maak opdracht 2, 3 en 4 af.

Slide 17 - Slide