H4.4 Molariteit

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

H4.4 Molariteit

Leerdoelen H4.4

Je kan de volgende begrippen definiëren: molariteit (M), molair.

Je kan met een gegeven context de molariteit uitrekenen van oplossingen van moleculaire stoffen en oplossingen van zouten.

Molariteit (of concentratie)

Hoeveel mol stof er per volume zit noemen we de molariteit van die stof.

In formule: 

De eenheid van M is dan ook  [mol L-1] of  [mmol mL-1]

Molariteit

• De molariteit is de belangrijkste grootheid bij oplossingen in de scheikunde
  
• Standaard eenheid is de mol L-1 die zo veel gebruikt wordt dat hij een eigen symbool heeft: M
  
• Deze M betekend mol L-1 en spreek je uit als “molair”
  

Molariteit

Hoewel het symbool voor molariteit de “M” is, wordt er vaker gebruik gemaakt van de blokhaak notatie

Een stof of ion tussen blokhaken [Ca2+], [CH3CH2OH], [SO2]

betekend de molariteit van die stof, of ion

Bijvoorbeeld : [NH3]= 5,0 M

Oefening

Bereken de [O2] als er 54 mg zuurstof in 500 mL water is opgelost.

Antwoord

Gegeven: m = 54 mg = 0,054 g, V = 500 ml= 0,5 L
Gevraag: [O2] = ?
Formules: [O2] =

Berekening: n = 0,054/32,00 = 1,69·10-3 mol
[O2] = 1,69·10-3 / 0,5 = 3,38·10-3 

​V​​n​​

n=​Mw​​m​​

Mini Loco

Huiswerk

Leer HS4.4 (blz. 122-124)

Maak de vragen 35 t/m 47 (blz. 125-126)

Kijk de opdrachten goed na, wanneer je ze gemaakt hebt.

Maak een notitie van de vragen die je niet snapte of waarvan je meer uitleg wil hebben.

Stel deze vragen de volgende les.

Evaluatie Leerdoelen H7.3

Je kan de volgende begrippen definiëren: molariteit (M), molair.

Je kan met een gegeven context de molariteit uitrekenen van oplossingen van moleculaire stoffen en oplossingen van zouten.