Woordenschat - asyndetische en homerische vergelijking en synesthesie

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat is beeldspraak?

Slide 3 - Mind map

Waarom wordt beeldspraak gebruikt?

Slide 4 - Mind map

Welke vormen van beeldspraak ken je al?

Slide 5 - Mind map

Dirk is de wandelende encyclopedie van zijn klas.
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking

Slide 6 - Quiz

Het papier is geduldig.
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking

Slide 7 - Quiz

Ik voel me als een kleuter in een snoepwinkel.
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking

Slide 8 - Quiz

Leerdoel
Ik kan het verschil uitleggen tussen een asyndethische vergelijking, een homerische vergelijking en synesthesie.

Slide 9 - Slide

Asyndetische vergelijking
Bij deze vorm van beeldspraak is het verbindingswoord (als, zoals, lijken) tussen beeld en object weggelaten. 

Susanne, die eeuwige twijfelaar, moet gewoon een keuze maken.
De nieuwe school, een doolhof voor de brugklasser, opent de deuren om 08:30 uur.

Slide 10 - Slide

Homerische vergelijking
Vergelijking waarbij het beeld breed is uitgewerkt (lees: er is veel tekst geschreven) --> Komt veel voor in het werk van Homerus.
Homerus is de bekendste Griekse dichter en schrijver uit de oudheid. De man die tevens zanger was, leefde ongeveer in de periode tussen 800 en 750 voor Christus. Veel van de Griekse godenverhalen die wij nu kennen komen van zijn hand.


Slide 11 - Slide

Synesthesie
Er is een combinatie van twee zintuigelijke indrukken.

De jongen droeg een trui met schreeuwende kleuren.

De nieuwslezeres had een warme stem.

Slide 12 - Slide

Aan de slag
Maak Planning Woordenschat 3 op je laptop

Werk in duo's en overleg!
Kom je er niet uit? Steek je hand op!

Slide 13 - Slide

Heb je het leerdoel begrepen? Welk cijfer geef je jezelf?

Slide 14 - Open question

Was er iets wat je lastig vond?

Slide 15 - Open question

Geef een voorbeeld van beeldspraak.

Slide 16 - Open question