13 in de oorlog - afl. 1

• Geschiedenis
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

13 in de oorlog

Wanneer begon de Tweede Wereldoorlog?

1. 1938
2. 1939
3. 1940
4. 1945

Van welk land was
Adolf Hitler de baas?

1. Oostenrijk
2. Polen
3. Duitsland
4. Zwitserland

WO II werd veroorzaakt door Hitler.
Wat wilde hij?

Welk land werd als eerst
door Hitler bezet?

1. Polen
2. Nederland
3. Oostenrijk
4. Tsjechië

Wat was het geheime wapen
van Nederland?

Wat was een loopgraaf?

1. Een schuilplek.
2. Een plek voor de overleden soldaten.
3. Een plek waar ze wapens verstopten.
4. Een geheime route.

Wanneer viel het Duitse leger Nederland binnen?

1. 1 januari 1939
2. 10 mei 1940
3. 5 mei 1945

Waarmee viel het Duitse leger Nederland binnen?

1. Met boten, treinen en tanks.
2. Met tanks en veel soldaten.
3. Met vliegtuigen en parachutisten, tanks en andere voertuigen.

Waarom werden de wilde dieren uit de dierentuin vermoord?

Waarom wilden de Duitsers de brug over de Maas veroveren?

1. Ze wilden de Rotterdamse haven hebben.
2. Ze wilden de havenstad Ijmuiden hebben.
3. Ze wilden de stad Amsterdam hebben.

Hoe wilde Hitler ervoor zorgen dat Nederland zich zou overgeven?

1. Door nog meer soldaten te sturen.
2. Door Rotterdam te bombarderen.
3. Door alle Nederlanders op te pakken.

Hoe lang duurt het
bombardement
op Rotterdam?

1. 13 dagen
2. 13 uur
3. 13 minuten

Wat stond er nog wel na het bombardement?

1. Het stadhuis van Rotterdam.
2. Het station van Rotterdam.
3. De Laurenskerk in Rotterdam.
4. Een basisschool in Rotterdam.

Op welke dag geeft
Nederland zich over?

1. 10 mei 1940
2. 14 mei 1940
3. 1 december 1940

Waarom gaf Nederland zich uiteindelijk over?

Hoeveel Nederlandse
soldaten kwamen er
om het leven?

1. 220
2. 800
3. 2200
4. 3300

Wat ga je nu doen? 

• Je gaat naar 7.3 in Learnbeat 
• Je maakt de opdrachten bij deel B
• Je kijkt de opdrachten na 

Niet af is huiswerk!

Planning les 1

1. 13 in de oorlog (laptop in de tas) 

2. Opdrachten maken 

Planning 2 

1. 13 in de oorlog kijken 

2. Schema invullen in twee of drietallen 

3. Toets inplannen