11.3 zwangerschap

Zwangerschap
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Zwangerschap

Slide 1 - Slide

leerdoelen deze les:

1 Hoe veranderen moeder en kind?
2 Hoe leeft het kindje in de baarmoeder?
3 Hoe stroomt het bloed in het kindje?
4 Hoe gaat de bevalling?
5 Hoe ontstaat een tweeling?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Hoe veranderen
moeder en kind?

Veranderingen bij het kind:
  • In de eerste 12 (+/-3maanden) weken noem je het ongeboren kind een embryo. Zo heet het bolletje cellen dat innestelt in het baarmoederslijmvlies. Alle organen van het embryo worden gevormd. Het ziet er uit als een heel klein mensje.
  • Na 12 tot +/-40 weken (3 t/m 9 maanden) noem je het ongeboren kind een foetus. De meeste organen zijn nu gevormd, het kindje groeit nu vooral.

De ontwikkelingen in de eerste 12 weken

Slide 4 - Slide

vruchtwater en vruchtvliezen
Om het embryo heen zitten vruchtvliezen en vruchtwater.

Deze beschermen het embryo tegen:
*stoten,
*uitdroging en
*temperatuurswisseling.

In het vruchtwater kan het kind zich makkelijk bewegen.


Tekst
Hoe leeft het kindje in de baarmoeder?

Slide 5 - Slide

navelstreng,
placenta (moederkoek)
De navelstreng:
verbindt het embryo met de placenta.
Door bloedvaten stroomt bloed van het
embryo naar de placenta en terug.

Placenta of Moederkoek:
Deel van de baarmoederwand waar stoffen worden uitgewisseld:
  •  De stoffen die het kindje nodig heeft, zuurstof en voedingsstoffen, gaan van het bloed van de moeder naar het bloed van het kindje.
  • De afvalstoffen van het kindje, zoals koolstofdioxide, gaan van het bloed van het kindje naar het bloed van de moeder.

Tekst
Hoe leeft het kindje in de baarmoeder?

Slide 6 - Slide

even oefenen!
Placenta
Foetus
Vruchtvliezen
Vruchtwater
Navelstreng

Slide 7 - Drag question

hoe leeft het kindje in de baarmoeder
bloedvaten van de baby en de moeder komen niet met elkaar in aanraking. uitwisseling van stoffen gebeurt in de placenta (moederkoek)

Slide 8 - Slide

Welke stoffen zijn schadelijk voor de baby?

*sommige schadelijke stoffen zoals drugs, alcohol en nicotine kunnen via de placenta bij het kindje komen;
*hierdoor kan het kind minder goed groeien en kunnen de hersenen minder goed ontwikkelen;   in ernstige gevallen kan het kind zelfs dood gaan;
*een ongeboren baby die door afwijkingen of ziekte overlijdt in de baarmoeder
noemen we een miskraam; {tijdens de eerste 12 weken grotere kans}

Bij het Foetaal Alcohol Syndroom (FAS) krijgt het ongeboren kind
via de moeder zoveel alcohol binnen dat de hersenen niet voldoende
ontwikkelen. Dat kun je in de foto hiernaast zien.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Drie fasen van de bevalling

Slide 11 - Slide

Ontsluiting
• Door weeën gaat de baarmoedermond open
• Vruchtvliezen breken

Slide 12 - Slide

Uitdrijving
• Als de baarmoedermond ver genoeg open is
• Pers weeën duwen de baby naar buiten

Slide 13 - Slide

Nageboorte
Wee duwt de moederkoek, vruchtvliezen en de rest van de navelstreng naar buiten

Slide 14 - Slide

Hoe ontaat een tweeling?

Een eeneiige tweeling:
ontstaan uit één eicel en één zaadcel.

    Een twee-eiige tweeling:
ontstaan uit twee eicellen en twee zaadcellen.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Slide

De opgezogen zaadcellen worden in een laboratorium gebruikt voor de bevruchting van eicellen. Dit wordt reageerbuisbevruchting of IVF genoemd. Uit bevruchte eicellen ontstaan embryo’s waarvan er één of twee in het voortplantingsstelsel van de vrouw gebracht worden.
Hoe heet het deel van het voortplantingsstelsel waar embryo’s dan ingebracht worden?
A
Eileider
B
Baarmoeder
C
Vagina
D
Eierstok

Slide 18 - Quiz

Waarom zijn weeën noodzakelijk als een baby geboren moet worden?

Slide 19 - Open question

Hoe krijgt een embryo halverwege de zwangerschap zuurstof?
A
Via zijn/haar longen
B
Via het vruchtwater
C
Via de placenta
D
Het embryo heeft geen zuurstof nodig

Slide 20 - Quiz

Wat gebeurt er bij de nageboorte?

Slide 21 - Open question

Welke stoffen gaan vanuit de foetus naar de moeder toe?
A
Koolstofdioxide
B
Zuurstof
C
Water
D
Voedingsstoffen

Slide 22 - Quiz

Heb je nog vragen?

Slide 23 - Mind map