Les 1 : Wortels

Planning + lesdoel
5 min: Start
20 min: Uitleg wortels
15 min: Uitleg rekenvolgorde
10 min: Werken
5 min: Afsluiting

Het rekenen met wortels/machten en de rekenvolgorde
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Planning + lesdoel
5 min: Start
20 min: Uitleg wortels
15 min: Uitleg rekenvolgorde
10 min: Werken
5 min: Afsluiting

Het rekenen met wortels/machten en de rekenvolgorde

Slide 1 - Slide

Kwadraten






                       Neem dit rijtje over in je schrift en leer deze zo nodig.
12=
22=
32=
42=
52=
62=
72=
82=
92=
102=
112=
122=
132=
142=
152=

Slide 2 - Slide

Hoe lang zijn de zijden van de onderstaande vierkanten?

Slide 3 - Slide

Hoe lang zijn de zijden? (vierkant)



196m2

Slide 4 - Slide

Hoe lang zijn de zijden? (vierkant)



45m2

Slide 5 - Slide

Wortels
Wortel is dus het tegenovergestelde van het kwadraat.
Neem dit rijtje over in je schrift en leer deze.
1 =                                    36 =                               121 =
4 =                                   49 =                               144 =
9 =                                   64 =                                169 =
16 =                                  81 =                                196 =
25 =                                 100 =                              225=

Slide 6 - Slide


9=
A
3
B
-3
C
Kan niet

Slide 7 - Quiz


49=
A
7
B
-7
C
Kan niet

Slide 8 - Quiz


72=
A
7
B
-7
C
kan niet
D
49

Slide 9 - Quiz


(5)2=
A
5
B
-5
C
kan niet
D
25

Slide 10 - Quiz


30=
A
-3
B
0
C
kan niet

Slide 11 - Quiz

Rekenvolgorde met wortels
  1. Haakjes wegwerken
  2. Machtsverheffen en wortels van links naar rechts
  3. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts
  4. Optellen en aftrekken van links naar rechts

Slide 12 - Slide

Rekenregels en wortels
Reken altijd eerst uit wat onder de wortel staat voordat je de wortel trekt. 

Bijvoorbeeld:

3+3+6=
105854=

Slide 13 - Slide

Oefenen
59=
36/2=
400900=
10036=
325+51=
316225+436=

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Machten

5 is hierin het grontal, 3 de exponent en samen noemen we het de macht.


3 is hierin het grondtal, 4 de exponent en samen noemen we het de macht.


53=555=125
34=3333=81

Slide 16 - Slide

Oefenen
32=
43=
53=
104=

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Schrijf mee in je schrift:







Wanneer je je huiswerk maakt in bettermarks: Neem de som eerst over!!
52+72=
(3252)10=
(62954)4=
64/(1311)2=

Slide 19 - Slide

Bereken
12+925=
(6+22)13+3=
(014)2610=
(20+112)deeldoor21+58=

Slide 20 - Slide

Weektaak
Week 7 (7 t/m 11 januari):
Les 1: Voorkennis opgave 1 en reguliere hoofdstuk 1, 7, 8, 9, 11 en 12acegi, 13adfghi, 25, 26, 28, 29

Slide 21 - Slide