Les 2 rekenregels machten en wortels

Planning + lesdoel

5 min: Start + inloggen Lesson Up

25 min: Uitleg wortels en machten

25 min: Werken

5 min: Afsluiting

Het berekenen van machten en wortels.

1 / 14

Slide 1: Slide

WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Planning + lesdoel

5 min: Start + inloggen Lesson Up

25 min: Uitleg wortels en machten

25 min: Werken

5 min: Afsluiting

Het berekenen van machten en wortels.

Slide 1 - Slide

\sqrt ​ 4 ​ ​ ​ =

Slide 2 - Open question

\sqrt ​ 36 ​ ​ ​ =

Slide 3 - Open question

\sqrt ​ 81 ​ ​ ​ =

Slide 4 - Open question

Rekenvolgorde met wortels

Haakjes wegwerken
Machtsverheffen en wortels van links naar rechts
Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts
Optellen en aftrekken van links naar rechts

Slide 5 - Slide

Rekenregels en wortels

Reken altijd eerst uit wat onder de wortel staat voordat je de wortel trekt.

Bijvoorbeeld:

3 + \sqrt ​ 3 + 6 ​ ​ ​ =

10 - \sqrt ​ 58 - 54 ​ ​ ​ =

Slide 6 - Slide

Oefenen

5 \sqrt ​ 9 ​ ​ ​ =

\sqrt ​ 36 ​ ​ ​ / 2 =

\sqrt ​ 400 ​ ​ ​ \cdot \sqrt ​ 900 ​ ​ ​ =

\sqrt ​ 100 - 36 ​ ​ ​ =

3 \sqrt ​ 25 ​ ​ ​ + 5 \sqrt ​ 1 ​ ​ ​ =

3 \sqrt ​ 16 ​ ​ ​ - 2 \sqrt ​ 25 ​ ​ ​ + 4 \sqrt ​ 36 ​ ​ ​ =

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Machten

5 is hierin het grontal, 3 de exponent en samen noemen we het de macht.

3 is hierin het grondtal, 4 de exponent en samen noemen we het de macht.

5^{​ 3 ​ ​} = 5 \cdot 5 \cdot 5 = 125

3^{​ 4 ​ ​} = 3 \cdot 3 \cdot 3 \cdot 3 = 81

Slide 9 - Slide

Oefenen

3^{​ 2 ​ ​} =

4^{​ 3 ​ ​} =

5^{​ 3 ​ ​} =

10^{​ 4 ​ ​} =

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Schrijf mee in je schrift:

Wanneer je je huiswerk maakt in bettermarks: Neem de som eerst over!!

5^{​ 2 ​ ​} + 7^{​ 2 ​ ​} =

(32 - 5^{​ 2 ​ ​}) \cdot 10 =

(629 - 5^{​ 4 ​ ​}) \cdot 4 =

64 / (13 - 11)^{​ 2 ​ ​} =

Slide 12 - Slide

Bereken

12 + 9 \cdot \sqrt ​ 25 ​ ​ ​ =

(6 + 2^{​ 2 ​ ​}) \cdot \sqrt ​ 13 + 3 ​ ​ ​ =

(0^{​ 1 ​ ​} - 4) \cdot \sqrt ​ 26 - 10 ​ ​ ​ =

(20 + 11^{​ 2 ​ ​}) d e e l d o o r \sqrt ​ 21 + 58 ​ ​ ​ =

Slide 13 - Slide

Weektaak

Week 4 (3 t/m 7 december):

Les 1: Proefwerk H2 MAVO

Les 2: Voorkennis opgave 1 en reguliere hoofdstuk 1, 7, 8, 9, 11

Les 3: 12acegi, 13adfghi, 25, 26, 28, 29

Slide 14 - Slide

Les 2 rekenregels machten en wortels

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

More lessons like this

Les 1 : Wortels

wortels en machten

Wortels en machten, 2F

machten

11.5 Lichaamsdiagonalen

H9.4 Rekenen met wortels

MCAWIS lj 3h dt 4 week 3 les 1

Hoofdstuk 8 - les 4 - 1Aa