,

2.6 de overheid grijpt in

H2 Werkloos
  • 2.1 Werk over en te kort:
  • 2.2 Ruime of krappe ARBEIDSMARKT?
  • 2.3 Concurrentie positie
  • 2.4 Conjunctuur
  • 2.5 Meer kans op werk
  • 2.6 De overheid grijpt in
  • 2.7 Kansrijk en kansarm)
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H2 Werkloos
  • 2.1 Werk over en te kort:
  • 2.2 Ruime of krappe ARBEIDSMARKT?
  • 2.3 Concurrentie positie
  • 2.4 Conjunctuur
  • 2.5 Meer kans op werk
  • 2.6 De overheid grijpt in
  • 2.7 Kansrijk en kansarm)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

2.6 de overheid grijpt in
Wat kan de overheid doen tegen werkloosheid?
 
  • Zorgen voor lagere loonkosten (door bijv. lagere sociale premies)
  • Meer geld uitgeven
  • Loonkostensubsidies geven aan bedrijven
  • Subsidies voor kinderopvang

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Bestedingen stijgen als de overheid
  • meer aankopen doet
  • belasting verlaagt
  • de sociale premies verlaagt


Gevolg hogere bestedingen?
hogere bestedingen neemt werkgelegenheid toe

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Sociale premies
  • Worden ingehouden op het brutoloon van werknemers
  • Worden gebruikt voor de sociale zekerheid

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Nettoloon
Sociale premies
Brutoloon
Loonbelasting

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Zwart

Wit
Grijs
Stage, klusjes in huis en vrijwilligerswerk.
Illegaal, je betaalt geen belasting en sociale premies. 
Legaal, je betaalt belasting en sociale premies en je hebt een contract. 

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Juist
Onjuist
De mensen die een uitkering krijgen, noem je de niet-actieven.
Sociale premies worden ingehouden op je brutoloon.
Solidariteitsbeginsel betekent dat iedereen meebetaalt aan de sociale zekerheid.

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Wit werk
Grijs werk
Zwart werk
Werk waarover je geen belasting en sociale premies betaalt
Werk waarop belasting en sociale premies worden ingehouden
Vrijwilligerswerk en bepaald soort onbetaald werk

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Economische groei
Economische krimp
Recessie
stijging van het BBP
Er komt minder belasting binnen
Minder werkloosheid
Minder WW-uitkeringen                                        




Hogere sociale premies en loonbelasting nodig

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Loonkosten dalen als overheid
  • belasting op lonen verlaagt ( loonbelasting)
  • de sociale premies verlaagt

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Daling loonkosten voor werkgevers

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat kan de overheid doen bij sommige groepen werkelozen die erg moeilijk aan baan komen?
( DIT GELDT VOOR MENSEN MET EEN HANDICAP OF LAGE OPLEIDING)

  • subsidies  voor kinderopvang ( werkloze met weinig geld/opleiding makkelijker aan werk gaan)
  • loonkostensubsidies

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Loonkostensubsidie =
en bedrag dat de overheid aan de werkgever betaalt als  bijdrage in de loonkosten van een werknemer
( extra geld als ze een werkloze aannemen)


  • Nadelen: bijv.: Het kost de overheid veel geld.
  •  Voordelen: bijv.: De overheid geeft minder uit te geven aan uitkeringen;                                 goed voor de werkgelegenheid.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

De groei van het aantal banen 2022 t.o.v. 2021 = 240. Er waren 2.430 banen in 2021.
Hoeveel is de stijging (in procenten)? (Berekening)

Slide 17 - Open question

240 : 2430  x 100 = 9,88 % = 10%
De groei van het aantal banen 2022 t.o.v. 2021 = 240. Er waren 2.430 banen in 2021.

Hoeveel is de stijging (in procenten)? (Berekening)
A
240 : 2430 x 100 = 9,88 % = 10%
B
ik had een andere berekening maar mijn antwoord is goed
C
mijn berekening is goed maar antwoord fout
D
berekening en antwoord fout

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Totale kosten product € 2,80 en de winstmarge is €0,40.
Verkoopprijs is dus € 3,20
De overheid verlaagd de btw van 21 % naar 9%.
Bereken de nieuwe verkoopprijs?

Slide 19 - Open question

Verkoopprijs : 2,80 + 0,40 = € 3,20
3,20 + (3,20 : 100 x 9) = 3,49 
Totale kosten product € 2,80 en de winstmarge is €0,40.
Verkoopprijs is dus € 3,20
De overheid verlaagd de btw van 21 % naar 9%.

Bereken de nieuwe verkoopprijs?
A
Verkooppr. : 2,80 + 0,40 = € 3,20 3,20 + (3,20 : 100 x 9) = 3,49
B
ik had een andere berekening maar mijn antwoord is goed
C
mijn berekening is goed maar antwoord fout
D
berekening en antwoord fout

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer de overheid in grijpt is er sprake van
A
Geen vrije marktwerking
B
Vrij marktwerking

Slide 21 - Quiz

Kapitaal = rente / huuropbrengsten
Arbeid = salaris / loon
Natuur = Pacht
Ondernemerschap = Winst
Karel is werkloos omdat een machine hem heeft vervangen.

Van welke werkloosheid is er sprake?
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Regionale werkloosheid
D
Frictiewerkloosheid

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Als je niet werkt, ben je nog niet werkloos. Wanneer ben je wel werkloos?
A
Je bent actief op zoek naar werk.
B
Je hebt geen baan.
C
Je bent tussen de 15 en de pensioenleeftijd.
D
Je voldoet aan alle drie voorwaarden (A+B+C)

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

opdrachten bespreken

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

opdrachten maken

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken
  • Maken opdrachten hoofdstuk 2 paragraaf 6

  • Lees de theorie op bladzijde 67
  • Maak de opdrachten 1 t/m 12

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je geleerd?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wat hebben we geleerd vandaag?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions