1920 Mavo 3 1 §2.3 Basisvaardigheden

planning
leren sommen maken
samen oefenen met sommen
`Zelfstandig sommen oefenen
opg par 3 maken
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

planning
leren sommen maken
samen oefenen met sommen
`Zelfstandig sommen oefenen
opg par 3 maken

Slide 1 - Slide

§2.3 Basisvaardigheden
Voordat we aan §2.3 beginnen moet je jezelf een methode aanleren om rekenvragen bij NaSk 1 te kunnen beantwoorden
Leerdoel:
Na deze les kan je een standaard methode gebruiken voor natuurkundige berekeningen

Slide 2 - Slide

Voorbeeld van een natuurkundige berekening

Slide 3 - Slide

Het recept
Door "het recept" op te volgen maak je deze vraag overzichtelijk voor jezelf. Ook kan ik bij het nakijken je makkelijk volgen en kan ik je dus eerder punten geven voor jouw verwerking.
Bij natuurkunde is de weg naar het antwoord belangrijker dan het antwoord zelf!

Slide 4 - Slide

Het recept
Onderdelen:
  • Gegevens
  • Gevraagd (incl de vraag)
  • Formule
  • Invullen
  • antwoord
  • eenheid

Slide 5 - Slide

Het recept
Gegevens (incl de vraag)
Lees de vraag en schrijf alle gegevens op.

Spanning (U) = 11,5 V
Stroom (I) = 1,9 A
vermogen (P) =?

Slide 6 - Slide

Het recept
Formule
Een formule is een instructie dat mij vertelt hoe ik iets kan berekenen. Deze worden in je boek gegeven en moet je uit je hoofd leren.

P = U * I

Slide 7 - Slide

Het recept
Invullen
Combineer je gegevens en je formule bij elkaar

P = 11,5 * 1,9

Slide 8 - Slide

Het recept
Antwoord & eenheid
Reken uit wat je bij invullen hebt opgeschreven. Geef het antwoord en schrijf de juiste eenheid erbij

P = 21,9 W

Slide 9 - Slide

Het recept
Dit heb je dus opgeschreven:
Spanning (U) = 11,5 V
Stroomsterkte (I) = 1,9 A
Vermogen (P) = ?
P = U * I
P = 11,5 * 1,9
P =  21,9 W

Slide 10 - Slide

Let op! Als je alleen het antwoord opschrijft krijg je maar 1 van de 3 (of meer) punten

Slide 11 - Slide

vermogen
Is de hoeveelheid elektrische energie die een apparaat per seconde verbruikt.
In een formule wordt hiervoor de letter P gebruikt
De bijbehorende eenheid is Watt.
Vermogen is dus de ...?

Slide 12 - Slide

vermogen berekenen
vermogen = spanning x stroomsterkte
in symbolen:
P = U . I

Wat is het vermogen van een apparaat als de stroommeter 3,0A zegt en het op het lichtnet is aangesloten?

Slide 13 - Slide

vermogen berekenen
  • Wat is het vermogen van een fietslampje als de spanning op de fietslamp 6 volt is en de stroomsterkte 0,5 A?
  • Wat is het vermogen van een elektrische deurbel als de spanning 12V is en de stroomsterkte 1,5A?
  • Wat is de stroomsterkte als een wasmachine met een vermogen van 2200W op het lichtnet is aangesloten en draait?

Slide 14 - Slide

Aan de slag!
Wat: opdracht 31 t/m35 (blz. 13)
Waar: werkboek H4 P3
Hoe: individueel, in stilte
Oortjes: Ja, mag
Hulp: boek (blz. 38), docent
Tijd: 20 minuten 
Uitkomst: leerdoelen behalen
Klaar?: Kijk het na via de ELO, maak 36 t/m 39

timer
15:00

Slide 15 - Slide

Afsluiting
- Je leert om natuurkundige sommen op te lossen.

Morgen verder met rekenen en paragraaf 3

Slide 16 - Slide