This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Les 7
Slide 1 - Slide
Huiswerk
Maak opdracht op blz. 78
Lees blz. 78 en maak opdracht: 25, 27, 28, 29
Bekijk de schrijfopdracht: mijn best mogelijke toekomst
Slide 2 - Slide
Grammatica: modale werkwoorden
Slide 3 - Slide
Vul de juiste vorm in van het modale werkwoord zullen: Je ..... wel honger hebben.
A
zal
B
zult
C
zullen
Slide 4 - Quiz
Vul de juiste vorm in van het modale werkwoord kunnen: Hij ...... niet op vakantie gaan
A
kan
B
kunt
Slide 5 - Quiz
Vul de juiste vorm in van het modale werkwoord willen: Je ...... morgen een nieuwe jurk kopen.
A
Wil
B
Wilt
Slide 6 - Quiz
Vul de juiste vorm in van het modale werkwoord kunnen: ..... je morgen niet op school komen?
A
kan
B
kunt
C
kun
Slide 7 - Quiz
Zet de volgende woorden in de goede volgorde. Begin met een hoofdletter en eindig je zin met een punt. ze - naar - gaan - morgen - kunnen - niet - de bioscoop
Slide 8 - Open question
Zet de volgende woorden in de goede volgorde. Begin met een hoofdletter en eindig je zin met een punt. moeten - een toets - maken - vandaag - Jullie -
Slide 9 - Open question
Zet de volgende woorden in de goede volgorde. Begin met een hoofdletter en eindig je zin met een punt. een nieuwe jurk - morgen - Ik - kopen - wil
Slide 10 - Open question
Huiswerk
M opdracht 29
Lees de teksten blz. 83 t/m 87
Bekijk het filmpje hieronder over passieve zinnen met modale werkwoorden