Haben/sein_huiswerk

Die Hausaufgaben Lektion 3
1 / 26
next
Slide 1: Slide
DuitsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Die Hausaufgaben Lektion 3

Slide 1 - Slide

persoonlijke voornaamwoorden

ich = ik                                 wir = wij
du = jij                                  ihr = jullie
er = hij                                  sie = zij (mv)
sie = zij                                 Sie = u
es = het
Leer deze rijtjes uit je hoofd! Leer het setje Persoonlijk voornaamwoord op Quizlet.

Slide 2 - Slide

En nu jij!
Je krijgt 10 vragen:
  • 8x multiple choice

Kan jij alle persoonlijk voornaamwoorden al in het Duits?

Slide 3 - Slide

[Ich] heiße Sonja.
A
ik
B
hij
C
zij
D
het

Slide 4 - Quiz

[Er] hat einen lieben Hund.
A
ik
B
jij
C
hij
D
zij

Slide 5 - Quiz

[Wir] müssen von Montag bis Freitag in die Schule.
A
hij
B
jullie
C
wij
D
het

Slide 6 - Quiz

Haben [Sie] einen neuen BMW gekauft, Frau Müller?
A
u
B
zij
C
wij
D
jullie

Slide 7 - Quiz

Wie alt bist [du]?
A
hij
B
jij
C
zij
D
het

Slide 8 - Quiz

[Es] ist schönes Wetter.
A
het
B
jullie
C
wij
D
u

Slide 9 - Quiz

[Wir] lieben Netflix.
A
jullie
B
u
C
zij
D
wij

Slide 10 - Quiz

[Ich] will nach Hause.
A
ik
B
jij
C
hij
D
zij

Slide 11 - Quiz

sein


sein = zijn 

ich (ik)
bin (ben)
du (jij)
bist (bent)
er/sie/es (Hij/zij/het)
ist (is)
wir (wij)
sind (zijn)
ihr (jullie)
seid (zijn)
sie/Sie 
(zij/ U)
sind (zijn/bent)

Slide 12 - Slide

Haben

Slide 13 - Slide

ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
haben 
 habe
hast
hat

haben
habt
haben
 heb
hebt
heeft

hebben
hebben
hebben
Hebben

Slide 14 - Slide

En nu jij!
Je krijgt 10 vragen:
  • 5x multiple choice
  • 5x open

Kan jij haben al correct vervoegen?

Slide 15 - Slide

Ich.........
1/18
A
hab
B
habe
C
hast
D
hat

Slide 16 - Quiz

Ihr...........
2/18
A
hat
B
habent
C
habt
D
hast

Slide 17 - Quiz

Oma...............
4/18
A
habe
B
hast
C
habt
D
hat

Slide 18 - Quiz

Ich.................
6/18
A
habe
B
hat
C
habt
D
hast

Slide 19 - Quiz

Sie..............
8/18
A
hat
B
habt
C
habe
D
haben

Slide 20 - Quiz

haben (du)
10/18

Slide 21 - Open question

Wir.............
14/18

Slide 22 - Open question

Das Haus..................
16/18

Slide 23 - Open question

Die Freundinnen................
18/18

Slide 24 - Open question

Samenvatting
haben


ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
habe
hast
hat

haben
habt
haben
uitleg

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide