Periode 1 week 3 2Htsb

Semaine 3
2Htsb
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Middelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Semaine 3
2Htsb

Slide 1 - Slide

Contenu
- Lesdoel, klas koppelen
- Devoirs:  questions?
- Répéter appr 1+2
- LessonUp
- Grammaire: Partir et sortir
- Tâche de la semaine

Slide 2 - Slide

Lesdoel
- Je kunt de werkwoorden partir en sortir vervoegen en gebruiken in een zin. 
- Je kunt gesprekken en berichten begrijpen over het openbaar vervoer en het weer.

Slide 3 - Slide

Wat de vertaling van 'il faut beau'?
A
Het is mooi weer
B
De zon schijnt
C
Het is slecht weer
D
Het waait

Slide 4 - Quiz

Wat is de vertaling van 'Il fait froid'?
A
Het is warm
B
Het regent
C
De zon schijnt
D
Het is koud

Slide 5 - Quiz

Wat is de vertaling van 'een reis'
A
la frontière
B
une voyage
C
un voyage
D
l'arrivée

Slide 6 - Quiz

Wat is de vertaling van 'mal au coeur'?
A
misselijk zijn
B
spierpijn hebben
C
hoofdpijn hebben
D
parkeren

Slide 7 - Quiz

Wat is de vertaling van 'le bateau'?
A
de boot
B
de auto
C
de fiets
D
de trein

Slide 8 - Quiz

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
A
La Belgique
B
La ollande
C
Les Pays-Bas
D
Le Luxembourg

Slide 9 - Quiz

Welke is juist gespeld?
A
l'autoroute
B
la autoroute

Slide 10 - Quiz

Wat betekenen partir en sortir?
A
vertrekken en gaan
B
slapen en uitgaan
C
gaan en fietsen
D
vertrekken en uitgaan

Slide 11 - Quiz

Partir & sortir

Slide 12 - Slide

Tâche de la semaine
Faire:
- 1.3 grammaire I
- 1.4 écouter
Apprendre: Appr 3 et 4

Slide 13 - Slide