Architectuur trainee, les 3

Architectuur trainee Les 3
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Architectuur traineeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Architectuur trainee Les 3

Slide 1 - Slide

Doel architectuur trainee
Bij architectuur trainee gaan we:
  • Schetsen en visualiseren
  • Nadenken over architectuur en vormgeving
  • Opdrachten uitvoeren

Slide 2 - Slide

Programma
periode 1
periode 2
periode 3
periode 4
leerjaar 1
IBA
kennismaken, schetsen, sketch-up, opdracht: verpakkings-materiaal
kennismaken met architecten, kijken naar materialen, opdracht huis in stijl van...
ontwerp container-woning, ontwerp appartement
leerjaar 2
skyline met bekende gebouwen, ontwerpopgave, wijken onderzoeken
stage
ntb
ntb
leerjaar 3
stage
stage
ntb
ntb

Slide 3 - Slide

Vandaag (lesdag 3)
Schetsen gadgets
  • verschillende settingen en materialen
uitleg over kleuren
schetsen met kennis
  • schetsen van verschillende opstellingen
  • schetsen met en zonder kleur, potlood en stift
    (alle schetsen voorzien van naam en datum bewaren in map)

Slide 4 - Slide

Schetsen en materialiseren
  • vorige week: cilinders, vrije vormen (en doek). Moeilijkheidsgraad: pittig.
  • materialiseren

Deze week: kleuren met potlood en stift

Slide 5 - Slide

cilinders
  • Vertrouw op wat je ziet: een cirkel is ROND maar je neemt deze vaak waar als een ELIPS
  • Om de verhouding te vangen kun je gebruik maken
     van de BALK (denkbeeldig)
  • Een techniek om rond mee aan te geven is arcering
     of doezelen. Verdeel de cirkel in gelijke partjes en
    haal de lijnen langs de lange kant over.
  • Schaduw helpt ook om een ronde vorm te
    accentueren

Slide 6 - Slide

vrije vormen
  • Vertrouw op wat je ziet: probeer het te vereenvoudigen tot basisvormen
  • Basisvormen zijn kubus en balk, later cilinder, prisma en bol
  • Probeer de richtingen te vangen door ze te vergelijken met andere richtingen
  • Maak gebruik van "kleurvlakken"
    om verschillende richtingen aan
    te geven

Slide 7 - Slide

Doek en lichamen
  • Moeilijkste om weer te geven; probeer
    ook hier verhoudingen en basisvormen
     goed neer te zetten.
  • Kijk goed naar de lichtinval

Slide 8 - Slide

kleuren
Veel te vertellen over kleuren:
Bekende personen uit de geschiedenis die zich hebben beziggehouden met kleuren: Newton (wetenschapper), Itten (schilderkunst), Goethe en Le Corbusier
Kleurentheorie/kleurenleer: wetenschappelijk of geloof
kleurenpsychologie, wat doet welke kleur met mens en dier.
Wat doet kleur met je?

Slide 9 - Slide

kleurentheorie Newton
Newton experimenteerde met glazen prisma en
ontdekte dat je licht  kon scheiden in 7 basiskleuren:
rood oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet.
(de kleuren van de regenboog).
Samen vormen deze kleuren wit licht. Tegelijkertijd
beweerde Newton dat licht de oorzaak is van kleur.
Het licht schijnt op een voorwerp en het voorwerp
neemt de kleur aan omdat het voorwerp deze kleur
absorbeert en de rest weerkaatst.
zonder licht geen kleur.

Slide 10 - Slide

Kleurenleer Itten
Johannes Itten ontwikkelde een kleurenleer
met drie primaire kleuren; Rood, Geel blauw.
  • 2 primaire kleuren bij elkaar levert een
    secundaire kleur: oranje, groen en paars
  • Een primaire en een secundaire kleur bij
    elkaar geeft een tertiaire kleur
  • een primaire en een secundaire kleur zijn
    samen complementair en levert verzadigd
    grijs (verf)

Slide 11 - Slide

Kleurenleer
De zeven kleurcontrasten van Itten zijn:
het kleur-tegen-kleur contrast: alle zuivere verzadigde kleuren, rood, geel
en blauw zijn het sterkst
het licht-donkercontrast: zwart-wit is het sterkst
het warm-koud contrast: rood-oranje(cadmium licht) tegen Blauw-groen
(mangaan-oxide)is het sterkst
het complementair contrast: rood-groen of geel-paars of oranje-blauw,
complementaire paren versterken de kleur het meest
het simultaancontrast: het verschijnsel dat een willekeurige kleur de
complementair-kleur virtueel oproept, zo neemt grijs binnen oranje
schijnbaar een blauwe tint aan
het kwaliteitscontrast: verzadigd tegen onverzadigd, door menging
met wit, zwart of grijs, waarbij grijs makkelijk het simultaan contrast opwekt
het kwantiteitscontrast: veel van een of twee kleuren tegenover weinig van een andere kleur.

Slide 12 - Slide

Itten versus RGB
Kleurenleer van Itten gaat uit van verf als medium

RGB (rood groen blauw) zijn de kleuren die je oog
als beste waarneemt. Primair en secundair levert
hier wit licht op. Toepassing licht, laptops, telefoon.

Slide 13 - Slide

Le Corbusier (architect)
Le Corbusier’s kleurenleer, (polychromie architecturale; 1931), is een aspect van zijn architecturale benadering. Hij geloofde dat kleur een krachtige rol speelt in het oproepen van emoties en het creëren van ruimtelijke illusies. 

Le Corbusier ontwikkelde een zorgvuldig samengestelde reeks kleuren die bedoeld waren voor specifieke architecturale contexten. Hij verdeelde kleuren in drie groepen::
  • Constructieve kleuren: Deze natuurlijke pigmenten, zoals bruin, oker en sienna, creëren aangename sferen en veranderen de perceptie van ruimte. Ze dragen bij aan harmonie, warmte en een verbinding met de natuurlijke omgeving.
  • Dynamische kleuren: Deze synthetische pigmenten, zoals rood, blauw en geel, (primaire kleuren) worden gebruikt om contrasterende effecten te creëren die emotionele reacties oproepen. Ze voegen drama, dynamiek en visuele impact toe aan een ruimte.
  • Transitie kleuren: Deze transparante synthetische pigmenten worden gebruikt om oppervlakken te veranderen zonder de perceptie van volume of ruimtelijke diepte te beïnvloeden. Ze worden vaak gebruikt in glazuren of doorschijnende afwerkingen.
De kleurenpallet van Le Corbusier blijft tot op de dag van vandaag invloedrijk en wordt nog steeds gebruikt door ontwerpers en architecten

Slide 14 - Slide

kleuren met potlood
Werken in lagen:
  • ten minste 2 verschillende kleuren
  • tenminste twee verschillende richtingen
    resultaat: "diepere" kleuren.

Slide 15 - Slide

kleuren met stiften
Werken in lagen
  • Nat in nat  geeft dieper en
    lichter-donker effect;
  • nat over droog geeft gelaagdheid
    of bijv schaduw mogelijkheden
Ervaar de mogelijkheden.

Slide 16 - Slide

schetsen met kennis
Je weet nu dat:
  • iets schetsen vaak een perspectief is van de werkelijkheid
  • de weergave wordt beïnvloedt door jouw brein.
  • de weergave rijker kunt maken met kleur, schaduw, textuur, aanzetten en opmaken
  • oefen met kleuren

Slide 17 - Slide

Schetsen blijft kijken, observeren en registreren

Neem weer plaats in de kring en schets
de verschillende opstellingen

                                 wat doet kleur ? -->

Slide 18 - Slide

Benoem 3 dingen per persoon die je vandaag hebt geleerd

Slide 19 - Mind map

Benoem 2 onderwerpen per persoon op waarover je meer zou willen weten

Slide 20 - Mind map

Stel hier 1 vraag over een onderwerp dat je nog niet goed hebt begrepen

Slide 21 - Mind map