KM1A Les 22 Quiz over de leerstof voor SO

Welkom

1. Ga zitten volgens de plattegrond en blijf zitten tijdens de les.
Nederlands
2. Op je tafel liggen:
Leesboek, Lesboek, Schrift en je Pen.
3. Als de docent praat ben je stil!
Luister naar elkaar.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welkom

1. Ga zitten volgens de plattegrond en blijf zitten tijdens de les.
Nederlands
2. Op je tafel liggen:
Leesboek, Lesboek, Schrift en je Pen.
3. Als de docent praat ben je stil!
Luister naar elkaar.

Slide 1 - Slide

Planning vandaag 19 november 2024
  1. Leesmoment;
  2. Terugblik leerstof vorige les;
  3. Huiswerk nakijken;
  4. Laatste uitleg, check je samenvatting.
  5. Quiz over de lesstof.

Slide 2 - Slide

timer
10:00
10 minuten in stilte zelfstandig lezen.

1

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
  1. Ik kan de hoofdgedachte en het onderwerp vinden;
  2. Ik kan tekstdoelen herkennen en benoemen;
  3. Ik kan de tekstsoorten herkennen en benoemen.

Slide 4 - Slide

SO Lezen 
  • Tekstdoelen en tekstsoorten: Meer dan lezen / § 4 
  • Aanstaande vrijdag 22 november het 4de lesuur. 

Slide 5 - Slide

Het huiswerk 
Wij gaan klassikaal nakijken, verbeter je antwoord.
Het huiswerk was: 
  • Een samenvatting in je schrift van de Theorie (groene blokken) blz.10 t/m 29 en het stappenplan op blz. 258, 259;

Slide 6 - Slide

Tekstdoel:
Informeren -> lezer informatie over iets uit de werkelijkheid geven.
Voorbeelden: nieuwsbericht, verslag, studieboek, (achtergrond)artikel, folder

Slide 7 - Slide

Tekstdoel:
Amuseren - > de lezer vermaken, zijn vaak verzonnen gebeurtenissen.
Voorbeelden: roman, strip, cartoon

Slide 8 - Slide

Tekstdoel:
Activeren  - > de schrijver wil dat de lezer iets gaat doen
Voorbeelden: reclamefolder, advertentie, uitnodiging, affiche, flyer

Slide 9 - Slide

Tekstdoel:
Instrueren  - > de lezer vertellen hoe je iets moet doen
Voorbeelden: instructie, recept, bijsluiter

Slide 10 - Slide

Doe mee met je eigen naam!

Slide 11 - Slide

Onderwerp en hoofdgedachte zijn hetzelfde.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Wat is het verschil tussen een onderwerp en een hoofdgedachte?
2 antwoorden zijn goed.
A
Hoofdgedachte is een paar woorden. Onderwerp is een hele zin.
B
Hoofdgedachte is een hele zin. Onderwerp is een paar woorden.
C
Onderwerp is waar de tekst over gaat. Hoofdgedachte is wat de schrijver over het onderwerp zegt.
D
Hoofdgedachte is waar de tekst over gaat. Onderwerp is wat de schrijver over het onderwerp zegt.

Slide 13 - Quiz

Op welke manier van lezen vindt je het onderwerp/deelonderwerpen/hoofdgedachte?
onderwerp
deelonderwerpen
hoofdgedachte
oriënterend lezen
globaal lezen
precies lezen

Slide 14 - Drag question

Disney neemt afscheid van de klassieke eigenschappen van de sprookjesprinses.

afscheid disneyprinsessen
onderwerp
hoofdgedachte

Slide 15 - Drag question


Wat voor soort tekst is dit?

A
aansporende tekst
B
informerende tekst

Slide 16 - Quiz

Wat voor soort tekst is dit?
A
Aansporende tekst
B
Informerende tekst

Slide 17 - Quiz

Wat voor soort tekst is dit?
A
Overtuigende tekst
B
Amuserende tekst

Slide 18 - Quiz

Wat voor soort tekst is dit?
A
uitleggende tekst
B
amuserende tekst

Slide 19 - Quiz

tekstdoel: activeren
tekstdoel: amuseren
tekstdoel: informeren
tekstdoel: instrueren
tekstdoel: overtuigen
De schrijver wil dat je iets te weten komt.
De schrijver wil dat je je vermaakt.
De schrijver wil dat je zijn mening  overneemt.
De schrijver wil dat je leert hoe je iets moet doen.
De schrijver wil dat je iets wel of niet gaat doen.

Slide 20 - Drag question

Tekstdoelen

Een reclametekst heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Amuseren
C
Activeren

Slide 21 - Quiz

Tot morgen!
Tot vrijdag!

Slide 22 - Slide