4 Beïnvloeding van het zenuwstelsel

 Beïnvloeding van het zenuwstelsel
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

 Beïnvloeding van het zenuwstelsel

Slide 1 - Slide

Planning
  • Herhaling 
  • Leerdoelen
  • Uitleg BS 8.4
  • Opdrachten maken
  • Wat hebben we geleerd?

Slide 2 - Slide

Herhaling BS 8.3
  • Wat doet de hersenstam?
  • Waar zorgen de kleine hersenen voor?
  • Wat zijn hersencentra?

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  •  Je kunt de invloed van medicijnen, alcohol en drugs op het zenuwstelsel beschrijven.
  • Je kunt de risico’s van het gebruik van verslavende middelen noemen.

Slide 4 - Slide

Medicijnen
  • Morfine, slaapmiddelen en kalmeringsmiddelen: remmen de werking van het zenuwstelsel. 
  • Maken je suf --> waarnemingsvermogen neemt af.
  • Op medicijnen staat: rijvaardigheid / reactievermogen worden beïnvloedt. Je kan dus niet snel reageren.

Slide 5 - Slide

Alcohol
  • verdovende werking op de hersenen
  • hartslag en ademhaling worden langzamer 
  • spieren ontspannen
  • waarnemingsvermogen en reactievermogen nemen af
  • heeft invloed op humeur en gedrag
  • bloeddruk verandert: eerst omlaag, na 3 glazen juist omhoog --> verandering kan gevaarlijk zijn

Slide 6 - Slide

Hersenen werken:
Soort:
Werking:
minder goed
downers
verdovend
sneller
uppers
stimulerend
anders
trippers
hallicunerend

Slide 7 - Slide

Cannabis (wiet)
  • Van hennepplant
  • Marijuana of hasj
  • Vermengd met tabak: joint
  • Spacecake

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

XTC
  • Pillen of capsules
  • Kunnen vervuild zijn: laat testen!

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Paddo's
  • Psilocybine: laat je trippen
  • Kan je eten/thee van zetten
  • Trip meestal tussen 3 a 4 uur
  • Ziet dingen anders: kleuren feller/patronen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Verslavingen
Tolerantie: bij vaak gebruik moet je steeds meer nemen om het te voelen
Verslaving: geestelijk of lichamelijk
  • lichamelijke afhankelijk: afkickverschijnselen (trillen, koorts, pijn, misselijkheid, slapeloosheid)
  • geestelijke afhankelijkheid: het gevoel dat je niet zonder kunt

Slide 14 - Slide

Waarop heeft alcohol effect?
A
Reactievermogen
B
Waarnemingsvermogen
C
Bloeddruk
D
Hartslag

Slide 15 - Quiz

 minder goed

 sneller

 anders

Hersenen werken:
Uppers
Downers
Trippers
Verdovend
Stimulerend
Hallucinerend

Slide 16 - Drag question

Wat is een tolerantie voor drugs?
A
Je kunt het niet meer voelen
B
Je kan er niet tegen
C
Je moet steeds meer gebruiken om te voelen
D
Je hebt een bad trip

Slide 17 - Quiz