woorden hf 2.5 - les 2

Welkom
les 2

Woorden hf 2.5
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom
les 2

Woorden hf 2.5

Slide 1 - Slide

Slotopdracht hf 2.5

Aan de slag
doelen
maken
Ik ken de betekenis van de woorden op blz. 101.
Ik kan de woorden uit de woordenlijst op blz. 101 gebruiken in een zin.
Ik kan voor- en achtervoegsels benoemen.
Talent 2.5 woorden:
4, 5, 7, 9, 12, 13

(Tijdens de les maken we ook opdr. 1, 3, 9.)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Maar eerst...
fictie 3

C-boek
WO2

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

  herhaling hf 1 : Voorvoegsel (1)
- een stukje voor het woord
- geven een andere betekenis aan het woord
   (bijv. een tegenstelling)

Bijvoorbeeld: 
on (=voorvoegsel)   + rustig =          onrustig
aardig -> onaardig

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voorvoegsel (2)


Bijvoorbeeld:

her (= voorvoegsel) + gebruiken = hergebruiken

mis + dragen = misdragen

non + fictie = nonfictie

ex + vriend = exvriend

on + zeker = onzeker

Een (kern)woord met een voorvoegsel noemen we een afleiding.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

grondwoord
voorvoegsel - grondwoord - achtervoegsel

on - geluk
wan-hoop

sprake-loos
draag-baar

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Achtervoegsels
Er zijn veel woorden die eindigen op -heid, -lijk, -ing, -ig, -er, -erd, -aar, -aard, -baar, -rik of -isch . 

Deze korte stukjes zijn achtervoegsels,
je schrijft ze altijd op dezelfde manier. 

Vrolijk

Slide 7 - Slide

achtervoegsels zet je altijd achter een woord, zoals het woord zelf al aangeeft: achtervoegsels. Het gaat dus om het laatste deel van een woord.

Veelvoorkomende voorvoegsels
Voorbeeld

a-: niet

anti-: tegen

non-: niet

mis-: verkeerd, fout

wan-: slecht, verkeerd

her-: weer, opnieuw

ex-: niet meer

mini-: heel klein

inter-: tussen 2 of meer gebieden

asociaal

antipthie

non-actief

misdragen

wantoestand

herinrichten

ex-man

minibus

interland

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

hf 2.5  
voorvoegsels 
en 
achtervoegsels 
(ook) uit andere talen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

doelen
maken
Ik ken de betekenis van de woorden op blz. 101.
Ik kan de woorden uit de woordenlijst op blz. 101 gebruiken in een zin.
Ik kan voor- en achtervoegsels benoemen.
Talent 2.5 woorden:
4, 5, 7, 9, 12, 13

(Tijdens de les maken we ook opdr. 1, 3, 9.)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Deze week:
Zelfstandig aan de slag met ...

Talent 2.5 -Woorden:
opdracht
4, 5, 7, 9, 12, 13

+ afsluitende opdracht Learnbeat

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Fictie 3

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

Slotopdracht hf 2.5 learnbeat