This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
EHBO Les 5
EHBO - BOL LJ2 -> Les 5
EHBO - BOL LJ2 -> Les 5
Slide 1 - Slide
Wat is je bij gebleven van de gastles vorige week?
Slide 2 - Open question
Waar was dit apparaat voor?
A
Reanimatie
B
Keel uitzuigen
C
Infuus aanleggen
D
Zuurstof toedienen
Slide 3 - Quiz
Hoe heet dit communicatiemiddel van de verpleegkundige?
A
Semafoon
B
Portofoon
C
Mobilofoon
D
Dictafoon
Slide 4 - Quiz
Verbanden
Leerdoelen aan het einde van de les
* Kennis over verschillende wonden
* Aanleggen van verschillende verbanden
* Kleine wondzorg
Slide 5 - Slide
Wat voor soort wond is dit?
Slide 6 - Open question
Wonden
Op je knie vallen tijdens het hardlopen, of je stoot per ongeluk je hoofd, in je vinger snijden tijdens het koken. Een huidwond kun je op duizenden manieren oplopen. Als het even tegenzit, zit er ook nog vuil in.
Slide 7 - Slide
Wondzorg
Wat stel je vast:
- Pijn
- Open wond
- Vuil of een voorwerp in de wond
(soms komt dit voor)
Slide 8 - Slide
Wat doe je bij een huidwond?
Bij een hevige bloeding
- Bel of laat 112 bellen
- Laat grote voorwerpen zitten
- Oefen druk uit op de wond.
Bij een andere grote wond
- Laat grote voorwerpen in de wond zitten
- Dek de wond af, spoel niet met water
- Neem contact op met de huisarts of bel bij twijfel 112
Slide 9 - Slide
Wond spoelen
Spoel de wond schoon met water. Schaafwonden mag je met water en zeep (dettol/betadine) schoonmaken als er vuil in zit.
Is er geen water beschikbaar, neem dan een steriel gaasje en ontsmettingsmiddel. Ontsmet de wond en de omgeving.
Dek de wond steriel af met een pleister, een gaasje en kleefpleister/zwachtel of een (wond)snelverband.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Verbandmiddelen
Bij het verlenen van eerste hulp moet je regelmatig gebruikmaken van verbandmiddelen.
Gaaspleister: bestaat uit een gaasje met een kleefpleister eromheen. Je gebruikt ze voor het bedekken van kleine wonden. Het gaas kan in een ontsmettende vloeistof gedrenkt zijn.
Slide 12 - Slide
Kleefpleisters:
een kleefpleister heeft geen gaasje in het midden. Deze gebruik je voor het bevestigen van andere materialen. Je kunt bijvoorbeeld een verbandje met een kleefpleister vastmaken.
Slide 13 - Slide
Pleisters plakken
Maak de wond schoon met water en daarna met ontsmettingsmiddel.
Raak de wondkussen van de pleister niet aan.
Knip de pleister op maat en in de juiste vorm (zie pleisterkaart)
Plak de pleister. Nooit rondom een lichaamsdeel. Dit voorkomt afknellen bij te strak aanleggen of zwelling.
Slide 14 - Slide
Zelf
aan de
slag
Slide 15 - Slide
Gewoon gaas: gaas is een stukje stof, met draden die ver uit elkaar liggen. Ze worden vaak gebruikt voor het bedekken van wonden. Gewoon gaas kan goed vocht opnemen.
Zalfgaas: zalfgaas neemt juist geen vocht op. Zalfgaas is een grof gaas dat is bedekt met een ontsmettende zalf. Het voordeel is dat het niet aan de wond gaat plakken. Je gebruikt het bij schaafwonden en bij brandwonden als de huid nog heel is.
Slide 16 - Slide
Gewoon gaas
Zalfgaas
Slide 17 - Slide
Witte watten
Witte watten kunnen gebruikt worden op wonden waarbij een snelverband niet past (bijvoorbeeld op vingers) en nemen vocht op. Leg de watten nooit direct op de wond maar altijd op een gaasje waar ze niet buiten steken. Zo kunnen ze niet aan de wond kleven en niet gaan irriteren. Gebruik watten niet om de wond schoon te maken. De vezels kunnen in de wond gaan zitten. Witte watten zijn verkrijgbaar in diverse vormen. Ze zitten op wattenstaafjes, wattenbolletjes en in zigzagvorm.
Synthetische watten
De synthetische watten zijn gemaakt van polyester en zitten op een rol. Zo kun je ze makkelijk gebruiken voor het aanleggen van een wonddrukverband, een steunverband of een stompverband. De watten zorgen door hun elasticiteit voor een goede drukverdeling en zijn hydrofiel (nemen vocht op). Synthetische watten zijn in verschillende maten verkrijgbaar. Synthetische watten hebben als voordeel boven de vette watten, dat zij vocht kunnen opnemen en niet pluizen.
Slide 18 - Slide
Witte watten
Synthetische watten
Slide 19 - Slide
Mitella
Een mitella maken we van een driekante doek. Een mitella kan gebruikt worden bij alle letsels aan de onderarm en/of hand.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
De das
Met een brede of smalle das kun je steun en rust geven bij bijvoorbeeld ontwrichting van de schouder of breuken aan bovenarm of sleutelbeen.
Slide 22 - Slide
Verband aanleggen
Dekverband: is bedoeld voor het steriel dekken van een wond. Het kan bestaan uit een snelverband of uit een steriel gaasje met een laag witte watten en een hydrofiele zwachtel.
Oefenen
Slide 23 - Slide
Wonddrukverband: dient voor het verbinden van hevige uitwendige bloedingen.
Drukverband: gebruik je om zwellingen te voorkomen. Synthetische watten + elastische zwachtel.
Slide 24 - Slide
Schaafwond
Als er alleen wat vel van de huid af is.
Schaafwonden bloeden meestal bijna niet, daardoor maakt de wond zichzelf niet schoon. Je moet de wond daarom schoonmaken met water en zeep. Vervolgens desinfecteren met Betadine of Sterilon. Een schaafwond geneest het snelst in de open lucht. Indien er kleding overeen zit kan je een
zalfgaas met steriel verband (voorkomt dat het verband aan de wond gaat vastplakken).
Slide 25 - Slide
Snijwond
Snijwond: een snijwond heeft gladde wondranden. Staat vaak open. Een snijwond die niet diep is, kan behandeld worden met een dekverband. Bij een diepe en flink bloedende snijwond is een wonddrukverband nodig.
Bij een diepe wond leg je het lichaamsdeel hoog en waarschuw je een deskundige moet meestal gehecht worden.
Slide 26 - Slide
Steekwond: wordt meestal veroorzaakt door scherpe voorwerpen. Je mag scherpe voorwerpen niet zomaar verwijderen, onderliggende organen kunnen getroffen zijn. Snelle deskundige hulp is vereist.
Bijtwond: bij een hevige bloeding leg je een wonddrukverband aan. Deskundige hulp is nodig vanwege het grote gevaar voor infectie.
Slide 27 - Slide
Blaar
Dit is een opeenhoping van vocht onder de huid. Blaren kun je doorprikken en verbinden. Eerst moet je de huid ontsmetten/desinfecteren met Sterilon of Betadine. Na het desinfecteren prik je de blaar op twee plaatsen door met een steriele naald. Het vocht bloeit eruit.
Tenslotte de blaar afplakken met een pleister of verbandje.