Anticonceptiemiddelen Anti = tegen Conceptie = bevruchting
Vruchtbare periode
Slide 8 - Slide
Voorbehoedsmiddelen
Anticonceptiemiddelen
Geboorteregeling
=
=
Slide 9 - Slide
Onbetrouwbare methodes
Periodieke onthouding
Coïtus interuptus
Slide 10 - Slide
Periodieke onthouding / vruchtbare periode
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Periodieke onthouding
Geen geslachtsgemeenschap in de vruchtbare periode ronde de ovulatie
Betrouwbaarheid:
Niet erg betrouwbaar:
het tijdstip van ovulatie is niet
precies vast te stellen
Slide 13 - Slide
Onbetrouwbare manieren van geboorteregeling
Periodieke onthouding:
* Geen seks tijdens de vruchtbare periode.
* Omdat deze periode lastig is vast te stellen, is deze manier zeer onbetrouwbaar.
Voor het zingen de kerk uit:
De man trekt de penis uit de vagina terug als hij zijn orgasme voelt aankomen. De zaadlozing vindt buiten de vagina plaats. Er kan al wat voorvocht in de vagina gekomen zijn. In dat voorvocht zitten vaak zaadcellen.
Ook deze manier is zeer onbetrouwbaar.
Slide 14 - Slide
Anticonceptiemiddelen
Anti = tegen
Conceptie = bevruchting
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Het condoom
Een condoom is een soort hoesje wat je om de penis schuift.
Het vangt de zaadcellen op, zodat ze niet in de vagina van de vrouw komen.
Het condoom is het enige voorbehoedsmiddel wat ook beschermt
tegen SOA's!
Slide 17 - Slide
De pil
In de pil zitten hormonen die voorkomen dat een vrouw zwanger wordt.
Dagelijks innemen met meestal een stopweek.
Recept nodig.
Slide 18 - Slide
Waar of niet waar? Met twee condooms over elkaar ben je beter beschermd dan met één condoom.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
Waar of niet waar? Als een meisje de pil gebruikt, vrijt ze veilig.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quiz
geboorteregeling
A
een man en vrouw proberen niet zwanger te raken.
B
een man en vrouw bepalen of ze een kind willen of niet
C
de baby wordt geboren
D
eisprong
Slide 21 - Quiz
Bij coïtus interruptus hebben man en vrouw geen geslachtsgemeenschap in de dagen rond de menstruatie.
A
Juist
B
onjuist
Slide 22 - Quiz
Hoe vaak moet een vrouw de pil slikken?
A
1x per dag
B
1x per week
C
1x per maand
Slide 23 - Quiz
Bij welke van onderstaande voorbehoedsmiddelen / methode wordt voorkomen dat de zaadcel niet bij de eicel kan komen?
A
Condoom
B
Pessarium
C
Spiraaltje
D
Sterilisatie
Slide 24 - Quiz
Oeps?! Je gebruikt geen anticonceptie en dan:
Scheurt het condoom
Komt de man klaar in de vagina
Net de ovulatie geweest
EN NU? PANIEK!
Slide 25 - Slide
Als het fout gaatkeuze 1 Morning after pil:
Heeft veel hormonen, dus bijwerkingen (overgeven)
Binnen 12 uur innemen na de eerste keer seks = <0,5% kans om zwanger te worden.
Innemen binnen 72 uur = 2% kans om zwanger te worden
Verkrijgbaar bij de drogist en apotheek.
Voordeel: In nood te gebruiken
Nadeel: bijwerkingen zijn ernstig.
Slide 26 - Slide
Noodmaatregelen
Morning afterpil : binnen 3 dagen
Abortuspil
Abortus tot 24e week
Slide 27 - Slide
Abortus pil
Innemen binnen 7 weken van de zwangerschap.
Is niet altijd mogelijk in verband met medische redenen (de gezondheid van de vrouw)
Slide 28 - Slide
Betrouwbaar
Onbetrouwbaar
Noodmaatregel
Condoom
de pil
Coïtus interruptus
Periodieke onthouding
Morning after pil
abortus
Slide 29 - Drag question
Doel: Veilig vrijen
Je kunt enkele methoden voor geboorteregeling noemen en hun werking uitleggen.
Je kunt enkele soa's noemen en uitleggen hoe je die kunt voorkomen.
Slide 30 - Slide
SOA's
Seksueel Overdraagbare Aandoeningen
=
Geslachtsziekten
Slide 31 - Slide
Chlamydia
door bacterie
vooral tussen 15 - 30 jaar
2/3 meisjes en 1/2 jongens hebben geen klachten
Klachten:
ontsteking anus, baarmoedermond, urinebuis
afscheiding penis, pijn bij plassen of vrijen of onderbuik
kans op onvruchtbaarheid
Slide 32 - Slide
HIV
Human Immunodeficiency Virus
seropositief
hiv-remmers
aids: aantasting afweersysteem
Slide 33 - Slide
Als de vrouw de pil gebruikt kan ze geen soa krijgen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 34 - Quiz
Welk voorbehoedsmiddel beschermt het beste tegen SOA
A
Condoom
B
Condoom
C
Condoom
D
Condoom
Slide 35 - Quiz
Maken Thema 1:
Huiswerk 20 maart
Maken § 4.5: 1-5
+
Nakijken
+
Leren 4.1 + 4.2 + 4.3 + 4.4 + 4.5
Maken § 4.5: 1-5
+
Nakijken
+
Leren 4.1 + 4.2 + 4.3 + 4.4 + 4.5
BK
KGT
Slide 36 - Slide
Grapje
Slide 37 - Slide
Nabespreking
Hoe is het gegaan? Wat ging goed? Wat vond je moeilijk? Welke vragen heb je nog?