S39 - Vaste tekststructuren: probleemstructuur en maatregelstructuur

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

S39 - Vaste tekststructuren

Slide 2 - Slide

Doelen
  • Je weet wat vaste tekststructuren zijn.
  • Je kunt een probleemstructuur herkennen in een tekst.
  • Je kunt een maatregelstructuur herkennen in een tekst.
  •  Je kunt de topische vragen die bij de structuren horen beantwoorden door leesstrategieën toe te passen.
  • Je leert een tekst schrijven met een probleemstructuur.
  • Je leert een tekst schrijven met een maatregelstructuur.

Slide 3 - Slide

Hoe breng je structuur aan in een tekst?

Slide 4 - Open question

Tekststructuur
De structuur van een tekst is enorm belangrijk.
Je gebruikte daar al deze middelen voor (~eerste graad):
- een inleiding, midden en slot
- alinea's en witregels
- titels en tussentitels
- verwijswoorden
- signaalwoorden

Slide 5 - Slide

Schrijven met tekststructuren

Slide 6 - Slide

Vaste tekststructuren

Slide 7 - Slide

Waarom moet ik dit kennen/kunnen?
Heel wat teksten zijn opgebouwd volgens een vaste structuur. Het is belangrijk dat je die herkent, omdat je daardoor het tekstdoel gemakkelijker kunt achterhalen en de tekst beter kunt begrijpen.

Ook je eigen teksten zullen beter gestructureerd zijn als je tijdens het schrijven de tekststructuren als bouwplan gebruikt.

Slide 8 - Slide


A
handelingsstructuur
B
evaluatiestructuur
C
probleemstructuur
D
maatregelstructuur

Slide 9 - Quiz


A
maatregelstructuur
B
evaluatiestructuur
C
handelingsstructuur
D
probleemstructuur

Slide 10 - Quiz


A
probleemstructuur
B
maatregelstructuur
C
onderzoekstructuur
D
handelingsstructuur

Slide 11 - Quiz


A
handelingsstructuur
B
evaluatiestructuur
C
probleemstructuur
D
onderzoekstructuur

Slide 12 - Quiz


A
maatregelstructuur
B
evaluatiestructuur
C
handelingstructuur
D
probleemstructuur

Slide 13 - Quiz


A
handelingsstructuur
B
evaluatiestructuur
C
onderzoekstructuur
D
maatregelstructuur

Slide 14 - Quiz


A
maatregelstructuur
B
evaluatiestructuur
C
handelingstructuur
D
probleemstructuur

Slide 15 - Quiz


A
handelingsstructuur
B
evaluatiestructuur
C
probleemstructuur
D
maatregelstructuur

Slide 16 - Quiz


A
handelingsstructuur
B
evaluatiestructuur
C
probleemstructuur
D
maatregelstructuur

Slide 17 - Quiz

Doelen: probleemstructuur
  • Je weet wat vaste tekststructuren zijn.
  • Je kunt een probleemstructuur herkennen in een tekst.
  • Je kunt de topische vragen die bij die structuur horen beantwoorden door leesstrategieën toe te passen.
  • Je leert een tekst schrijven met een probleemstructuur.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Probleemstructuur
  • Informeren over een probleem of ongewenste situatie 
  • Een tekst met deze structuur beantwoordt 4 topische vragen:
    Wat is het probleem?
    - Waarom is het probleem? (= gevolgen)
    - Wat is de oorzaak van het probleem?
    - Hoe kan het probleem opgelost worden?

Slide 20 - Slide

Doelen: maatregelstructuur
  • Je weet wat vaste tekststructuren zijn.
  • Je kunt een maatregelstructuur herkennen in een tekst.
  • Je kunt de topische vragen die bij die structuur horen beantwoorden door leesstrategieën toe te passen.
  • Je leert een tekst schrijven met een maatregelstructuur.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Maatregelstructuur
  • Een maatregel = een actie die je uitvoert of een afspraak die je maakt om iets aan te pakken, te verbeteren, op te lossen of te veranderen 
  • Een tekst met deze structuur beantwoordt 4 topische vragen:
    - Wat is de maatregel?
    - Waarom is de maatregel nodig?
    - Hoe wordt de maatregel uitgevoerd? (= Welke stappen neemt men?)
    - Wat is het effect van de maatregel?

Slide 23 - Slide

Oefenen maar!
  • Oefeningen probleemstructuur:
    1 + 2 + 4 (oef. 4 moet je uploaden!)

  • Oefeningen maatregelstructuur:
    1 + 2 + 4 (oef. 4 moet je uploaden!)

Slide 24 - Slide