Engelse werkwoorden

1 / 40
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoel 3.3 Spelling
  • Ik kan de verschillende vormen van Engelse werkwoorden in het Nederlands op de juiste manier spellen. 

Slide 2 - Slide

Engelse werkwoorden

Slide 3 - Mind map

Wat komt op de plek van de puntjes?

Onze leraar ….. iedere dag naar school.
A
joggt
B
jogged
C
jogt
D
jogd

Slide 4 - Quiz

Wat hoort op de plek van de puntjes?

Iedereen (googelen) ….. wel eens.

Slide 5 - Open question

Wat komt op de plek van de puntjes?

Ik …..eigenlijk bijna nooit.
A
chat
B
chatet
C
chatt
D
chattet

Slide 6 - Quiz

Wat hoort op de plek van de puntjes?

Koen (skaten) ….. graag de hele dag.

Slide 7 - Open question

Lees tekst 1 (blz. 102)
Schrijf alle Engelse woorden op.
Hoeveel heb je er gevonden?
A
7
B
8
C
9
D
10

Slide 8 - Quiz

3.3 opdracht 2a (blz. 102)
match
teams
scoorden
getackeld
getraind
passen
keepte
gecheckt
freewheelden

Slide 9 - Slide

Zet een streep onder alle Engelse werkwoorden.
Hoeveel zijn dat er?
A
6
B
7
C
8
D
9

Slide 10 - Quiz

3.3 opdracht 2b
scoorden
getackeld
getraind
passen
keepte
gecheckt
freewheelden

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Engelse werkwoorden
Hoor je niet duidelijk of het een -t of een -d moet zijn? 

Slide 25 - Slide

Wat is de verleden tijd enkelvoud van
crossen?

Slide 26 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van
skaten?

Slide 27 - Open question

Wat is de verleden tijd enkelvoud van
passen?

Slide 28 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van
faxen?

Slide 29 - Open question

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

5a. De camera was maximaal (inzoomen vd).

Slide 32 - Open question

b. Bram (zappen tt) langs alle Nederlandstalige, commerciële zenders.

Slide 33 - Open question

c. De monteur (tunen tt) de motor van de Mini Cooper.

Slide 34 - Open question

d. Ik heb de afgelopen weken al (joggen td) iedere dag vijf kilometer afgelegd.

Slide 35 - Open question

e. Ben jij ook zo (triggeren vd) door die beelden uit Afghanistan?

Slide 36 - Open question

f. Indi, onze hond, werd vorige week nog (trimmen vd).

Slide 37 - Open question

g. Bilal (toasten vt) op de winnaar van het toernooi.

Slide 38 - Open question

h. Sam (shaken vt) een heerlijke cocktail.

Slide 39 - Open question

Aan de slag!
Wat?                                3.3 opdracht 7
Hoe?                                Zelfstandig, zachtjes overleggen mag.
Hulp?                               Buurman/buurvrouw, docent
Tijd?                                 Tot ..............
Resultaat?                     Antwoorden netjes in schrift.
Klaar?                              Lezen uit leesboek.

Slide 40 - Slide