o Je kent de onderdelen van het ordeningssysteem van Linnaeus, in de juiste volgorde.
o Je kunt met behulp van een determinatietabel zelf een organisme ordenen.
o Je weet op basis van welke verschillen de indeling binnen de verschillende onderdelen is gemaakt, zoals:
o De domeinen zijn ingedeeld op basis van de aanwezigheid van een celkern.
o De rijken zijn ingedeeld op basis van de cel kenmerken.
o Je kent de biologische tekenregels en kunt deze toepassen.
o Je weet welke vormen van symmetrie er zijn en kunt deze herkennen en benoemen.
o Je weet welke typen skeletten er zijn en kunt deze herkennen en benoemen.
o Je kent enkele feitjes over schimmels en bacteriën.