□ Uit het signaal op de oscilloscoop kunnen afleiden of een geluid relatief hard of zacht is.
□ Weten wat met geluidssterkte wordt bedoeld.
□ Weten wat de eenheid van geluidssterkte is en wat het symbool daarvan is.
□ Weten waarmee je geluidssterkte meet en waarom de afstand tot de geluidsbron bij het meten belangrijk is.
□ Globaal weten hoeveel decibel bij welke situatie hoort en bij welke waarde geluid echt hard wordt.
□ Weten wat met de pijngrens wordt bedoeld en hoe hoog die is.
□ Het verschil kunnen uitleggen tussen directe en indirecte gehoorbeschadiging.
□ Weten waar je op moet letten bij werken in een omgeving waarin veel geluid wordt geproduceerd.
□ Weten wat de risico’s van te hard geluid zijn.