Mijn Omgeving en Ik; Casus John

• Mentorles
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Mijn omgeving en ik, een reeks POB-lessen

In deze lessenreeks leer je dat er veel factoren zijn die invloed hebben op keuzes en beslissingen. 

Je leert kijken naar je eigen levensloop en gaat deze creatief verbeelden

Je denkt na over je kwaliteiten, waarden en valkuilen en zet deze in een woordweb

Je maakt een foto van jezelf in de toekomst

Het eindresultaat wordt een drieluik waarin je verleden (een levensloop), heden (een woordweb met daarin hun kwaliteiten, waarden, valkuil, hobby’s, familie, vrienden) en toekomst (een ‘droomfoto’, waarin de leerling zichzelf presenteert in een toekomstig beroep) op een creatieve manier verbeeldt. 

Dit drieluik presenteer je tijdens het rapportagegesprek aan het einde van periode 3.

Les 1: Casus John

Je hoort een verhaal over John en denkt na over zijn omgeving. 

CASUS JOHN

Luister naar het verhaalt over John en beantwoord de volgende vragen. Overleg met je groepje en zet ze straks in de Lesson Up

1 Wat zijn Johns vaardigheden en talenten?

2 Wat voor een persoonlijkheid heeft hij?

3 Wie zijn de mensen die invloed hebben op John en met wie houdt hij rekening bij het nemen van zijn beslissingen?

4 Welke andere zaken beïnvloeden zijn beslissing?

5 Welke eerder opgedane ervaringen vormen mede de ideeën van John en wat voor leven ambieert hij?

John woont in een dorp, middenin een bos- en weidegebied. Hij zit op de middelbare school van zijn dorp in de eindexamenklas. Hij gaat naar school omdat hij denkt dat een diploma nuttig kan zijn voor later en omdat zijn ouders willen dat hij gaat studeren. Hij weet dat zijn ouders willen bijdragen in de kosten. Om te gaan studeren zou hij zijn dorp moeten verlaten en dat wil hij niet.

  

Hij heeft een ontzettende hekel aan school en haalt alleen goede cijfers bij techniek en gymnastiek. Met gymnastiek mag hij het klaslokaal uit en mag hij ‘iets doen’ in plaats van alleen maar wat te zitten. John houdt van techniek omdat hij het nuttig vindt en omdat het praktijkgericht is. In het kader van het vak techniek heeft John een korte cursus gevolgd bij het ROC, in de stad. Hij vond het daar leuker dan op zijn eigen school.

Hij is gek op motorcross en in het weekend is hij meestal met zijn vrienden op de hei te vinden. Als het even kan, probeert hij zelfs vóór en na school nog even te crossen. Hij vindt crossen ontspannend als hij gestrest is door school. Hoe meer John’s ouders hem stimuleren om hard te leren, zodat hij naar een vervolgopleiding kan, hoe banger John wordt dat hij zijn ouders zal teleurstellen en hoe meer hij er tegenop ziet zijn toekomst met hen te bespreken. Soms, als hij niet hard genoeg leert, heeft hij ruzie met zijn ouders.

  

John begint bang te worden dat hij straks na zijn eindexamen niet weet wat hij wil, vooral omdat een paar van zijn vrienden wel weten wat ze gaan doen. Een heeft zelfs al een baan geregeld bij een bedrijf in de buurt. Hij gaat bij een grasmaaierfabriek werken, hier vlakbij. John heeft een kijkje genomen in deze fabriek, maar het lijkt hem niets om daar te werken. Een ander weet al dat hij verpleegkunde wil doen.

Gezien Johns schoolresultaten is de kans klein dat hij direct na zijn examen door kan stromen naar een vervolgopleiding. Hij weet dat zijn ouders verwachten dat hij verder leert tot hij wel wordt toegelaten. Hij heeft er aan gedacht om motoragent te worden, ook omdat hij dan veel buiten is. Toen hij een tijdje meehielp bij een verbouwing bij hun buren, vond hij dat een leuke ervaring. Hij vond het vooral leuk om in een team te werken. 

Tijdens zijn laatste schoolvakantie heeft hij bij zijn oom gewerkt, die loodgieter is. Hij vond het werk leuk en gevarieerd. Eigenlijk vond hij het werk als klusser en loodgieter veel leuker dan zijn parttime baantje achter de kassa in de plaatselijke supermarkt. Johns oom heeft bovendien een camper die zo groot is dat een motor makkelijk meekan. John wil later ook graag zo’n camper hebben en hij denkt dat hij als installateur van bijvoorbeeld computernetwerken veel geld kan verdienen.

1 Wat zijn Johns vaardigheden en talenten?

2 Wat voor persoonlijkheid heeft hij?

3 Wie zijn de mensen die invloed hebben op John en met wie houdt hij rekening bij het nemen van zijn beslissingen?

4 Welke andere zaken beïnvloeden zijn beslissing?

5 Welke eerder opgedane ervaringen vormen mede de ideeën van John en wat voor leven ambieert hij?

1. John kan niet wachten om naar de stad te verhuizen
2. Hij werd enthousiast over de grasmaaierfabriek, waar een vriend al werkte
3. John vindt het werk achter de kassa vee leuker dan klussen met zijn oom
4. Hij wil genoeg verdienen om een camper te kopen waar een motor in kan

Je hebt geleerd dat er veel factoren zijn die invloed op jouw beslissingen kunnen hebben. Het voorbeeld van John liet zien dat je omgeving (waar je woont, wie is je familie, wie zijn je vrienden) belangrijk is voor jouw loopbaan, of jouw levensloop. 

Volgende week ga je nadenken over jouw levensloop. Je gaat jouw leven tot nu toe op een creatieve manier vormgeven!