Wat kunnen jullie op het proefwerk verwachten? (2)
Opdracht 4: vocabulaire (woordenschat Nederlands-Frans)
- Vertaal de Nederlandse woorden in het Frans.
Opdracht 5: écrire (schrijfvaardigheid)
- Schrijf vijf zinnen over jezelf en je familie in het Frans. Maak hele zinnen! Gebruik de phrases-clés en vocabulaire die je geleerd hebt en vul aan met informatie over jezelf.
Opdracht 6: lire (leesvaardigheid)
- Bij wie horen de stellingen? Schrijf de juiste naam/namen achter elke stelling.
Opdracht 7: vocabulaire (woordenschat Nederlands-Frans)
- Vertaal de Nederlandse woorden in het Frans.
In totaal zijn er 50 punten te halen. Luister- en leesvaardigheid 1,5pt per antwoord, zinnen 2pt per zin (dus ook 1,5 of 1 of 0,5pt mogelijk). De rest 1pt per antwoord.