leerjaar 2 H4: verkleinwoorden

Welkom!
Doe je jas uit, tas van tafel.
Log in bij Lessonup. Pak je boek, schrift en een pen.
Wees stil, dan kunnen we beginnen.

Welke fout zie je links?

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Doe je jas uit, tas van tafel.
Log in bij Lessonup. Pak je boek, schrift en een pen.
Wees stil, dan kunnen we beginnen.

Welke fout zie je links?

Slide 1 - Slide

Toets
Dinsdag 15 februari: toets H4. 
In Magister staat wat je moet leren! 

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • Ik kan verkleinwoorden goed spellen.
  • Ik kan de moeilijke woorden uit de paragraaf goed spellen.

Slide 3 - Slide

  • Nieuwsbegrip.
Vorige les

Slide 4 - Slide

Waar ging nieuwsbegrip over afgelopen woensdag?

Slide 5 - Open question

Startopdracht
Wat was ook alweer een zelfstandig naamwoord?

Slide 6 - Slide

zelfstandig naamwoord
Geen 
zelfstandig naamwoord
vandaag
ziekenhuis
pijnstiller
Verstandskies
verwend
brengt
naar
gat
film
angst
pijn
blij
haalt
tegen
over
diep
huis
school
tandarts
bed

Slide 7 - Drag question

Verkleinwoorden
Je kunt een zelfstandig naamwoord verkleinen. Een verkleinwoord maak je meestal door er -je achter te plakken.

huis - huisje
stok - stokje

Slide 8 - Slide

Verkleinwoorden
Soms moet je ook nog iets anders veranderen. Bijvoorbeeld:
• stoel – stoeltje; schoen – schoentje
• boom – boompje; scherm – schermpje
• ketting – kettinkje; koning – koninkje
• auto – autootje; café – cafeetje
• stem – stemmetje; man – mannetje
• ring – ringetje; tekening – tekeningetje
Luister vooral goed wat je hoort!

Slide 9 - Slide

Schrijf de verkleinwoorden op van de woorden hier rechts.
H4, TV: opdr. 1&2 (blz. 116)
timer
5:00

Slide 10 - Slide



Wat?
  • H4, TV: opdr. 3,4 en 6.

Hoe?
  • Boek blz. 116/117  + schrift
  • Of online > planning

Klaar? 
  • Numo > taken > extra oefenen toets H4



Heb je hulp nodig?
Kijk eerst naar het stoplicht.
 


Rood? Stil. 
Stel je vraag aan de docent (alleen als je echt niet verder kunt).
Geel? Fluisterniveau. 
Vraag diegene naast je.
Groen? Fluisterniveau. 
Vraag diegene naast je of de docent.

Aan het werk
timer
10:00

Slide 11 - Slide

Opdracht 4 blz. 117.

Nakijken

Slide 12 - Slide




Na deze les...

  • Kan ik verkleinwoorden goed spellen.
  • Kan ik de moeilijke woorden uit de paragraaf goed spellen.
Doel

Slide 13 - Slide

Ik heb goed gewerkt vandaag.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Huiswerk
  • Opdrachten afmaken die je nog niet af had.
  • Lees thuis de groene blokjes op blz: 96, 108, 112, 114 en 116.

Slide 15 - Slide