Schrijfopdracht L1 2KM

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • Schrift 
  • Pen
timer
2:00
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • Schrift 
  • Pen
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Lesdoelen
  • Mededelingen
  • Lezen
  • Theorie - opdracht uitleggen
  • Aan het werk - opdracht
  • Huiswerk
  • Evaluatie les

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
- Ik kan een recensie schrijven.
- Ik kan mijn mening onderbouwen met argumenten.

Slide 3 - Slide

Mededelingen
Wat moet ik weten?

Slide 4 - Slide

Lezen in stilte
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Feiten en meningen
  • Een feit kun je controleren.
  • Een mening is wat iemand vindt. Je kunt het eens of oneens zijn. 
  • Je mening kun je verdedigen en uitleggen met argumenten.

Slide 6 - Slide

Beoordelingswoorden
spannend, saai, realistisch, onwerkelijk, grappig, droevig, waarschijnlijk, onwaarschijnlijk, begrijpelijk, onbegrijpelijk, gevoelig, doet me niets, zet me aan het denken, bekend, onbekend, interessant, oninteressant, verrassend, voorspelbaar, herkenbaar, niet herkenbaar, vlot verteld, langdradig, griezelig, rustgevend, kinderachtig voor mijn leeftijd, moeilijk, makkelijk, laat me meeleven, doet me niets, ontroerend, zielig, origineel, niet origineel, sfeervol, leerzaam, niet leerzaam, mooi, geloofwaardig, ongeloofwaardig, indrukwekkend, niet indrukwekkend, overzichtelijk, onsamenhangend

Slide 7 - Slide

Signaalwoorden argumenten
  • Want
  • Omdat
  • Daarom
  • Namelijk 

Slide 8 - Slide

Voorbeeld
- Stukje uit de tekst
- Niet letterlijk, maar in eigen woorden

Slide 9 - Slide

Citaat
- Letterlijk overnemen van een stukje tekst
- Leg ook uit waarom je dit citaat kiest

Slide 10 - Slide

Begrijpelijk schrijven
  • Schrijf een kladversie 
  • Controleer je tekst:
    - Is mijn tekst volledig?
    - Is mijn tekst duidelijk?
  • Schrijf de nette versie:
    - Begin elke zin met een hoofdletter en eindig elke zin met een punt of vraagteken. 
    - Schrijf elk woord foutloos. 

Slide 11 - Slide

Opdracht
Titel
Geef je recensie een titel. De titel moet uitnodigen om te lezen.

Slide 12 - Slide

Opdracht
Inleiding
Vertel wat je hebt gelezen en waarom je dit boek gekozen hebt. Geef vervolgens korte informatie over de auteur (schrijver) en het genre.

Slide 13 - Slide

Opdracht
Middenstuk
a) Geef eerst een korte samenvatting. Wees niet volledig, want je wilt dat je lezers het boek nog gaan lezen. Verraad uiteraard niet de afloop van het verhaal.

b) Geef je mening. Vertel wat je goed en minder goed aan het verhaal vindt. Gebruik daarbij minimaal drie beoordelingswoorden en licht steeds toe waarom je dat vindt met argumenten, voorbeelden en citaten. Gebruik signaalwoorden voor mening (Ik vind, volgens mij enz.) en argumenten (want, omdat enz.). Zie ook de verdere uitleg op bladzijde 2.


Slide 14 - Slide

Opdracht
Slot
Hierin geef je je eindoordeel, kort toegelicht met een samenvatting van jouw belangrijkste argumenten. Ook geef je een advies voor je lezers die het boek nog niet hebben gelezen.




Slide 15 - Slide

Opdracht
- De woorden zijn foutloos geschreven.
- Zinnen beginnen met een hoofdletter.
- Iedere zin eindigt met een punt, uitroepteken of vraagteken.
- Namen zijn met hoofdletters geschreven.



Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Zelfstandig werken
- Je werkt in stilte en zelfstandig.
Maak:  de schrijfopdracht over je gekozen boek.
(Maak een plan, schrijf een kladversie, schrijf een nette versier etc.) Gebruik de opdracht en schrijftips. 
Heb je vragen? Steek je vinger op!
Klaar?
Werk in Numo


timer
10:00

Slide 18 - Slide

Huiswerk
Datum:
vrijdag 3 juni!

M:
Lever de opdracht in via Teams. 

Slide 19 - Slide

Lesdoelen
- Ik kan een recensie schrijven.
- Ik kan mijn mening onderbouwen met argumenten.

Slide 20 - Slide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 21 - Slide

Tot de volgende les!

Slide 22 - Slide