Woordenschat

Woordenschat
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woordenschat

Slide 1 - Slide

Woordraadstrategieën p. 196

Slide 2 - Slide

contradictio in terminis
A
terminale conditie
B
innerlijke tegenspraak
C
in termijnen
D
tegenargument

Slide 4 - Quiz

pars pro toto
A
PSV landskampioen
B
geheel in plaats van deel
C
deel in plaats van geheel
D
manier van leven

Slide 5 - Quiz

in optima forma
A
sexy
B
op-en-top
C
topfit
D
model

Slide 6 - Quiz

ad rem
A
scherp, raak, gevat
B
onnozel
C
handrem van Ad
D
toestand

Slide 7 - Quiz

Malafide
A
ongeneeslijk
B
psychisch gestoord
C
onbetrouwbaar
D
oneerlijk

Slide 8 - Quiz

Persona non grata
A
persoon zonder ruggengraat
B
gewenst persoon
C
persoon die alles gratis wil hebben
D
ongewenst persoon

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Wat is een ander woord voor levensloop? (Latijn - afkorting cv)

Slide 11 - Open question

Verder werken aan woordenschat
TOETS dinsdag 15 mei

Slide 12 - Slide

De levenskracht die gij eenmaal bezat
verdeelt zich nu over het abc.
Ik combineer er sleutelwoorden mee
en open naar uw dood het zware slot.

Het is, in ’t vers, de figuratie: God,
te vinden in de letters g, o, d,
in deze volgorde, maar niet per se,
ook ander formaties kunnen dat.

Iedere serie, elke schakeling,
uit welke taal genomen, is geschikt,
zolang ze in de juiste spanning staat.

De dichter, onder ’t schrijven, weegt en wikt,
op dood en leven een schermutseling,
totdat de deur eindelijk open gaat.

Gerrit Achterberg (1905-1962)

Slide 13 - Slide

Plastic soup

Slide 14 - Slide