Les 6 - V3 - tener que + infinitivo

Clase de español - V3
1 / 51
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Clase de español - V3

Slide 1 - Slide

Al final de la clase sabes ...
 . . .  hoe je "Ik moet, jij moet, hij moet etc” zegt in het Spaans
... ken je meer woorden van 'La tienda de ropa'
. . . hoe je dit kan gebruiken bij de make over


Slide 2 - Slide

Dit moet je nu weten en kunnen
Wat druk je uit met ''ir'' + a + infinitivo"
Vervoeg het werkwoord ''ir''
Wat is de vrouwelijk vorm van ''verde"
Wat is de vrouwelijk vorm in het meervoud van "gris''?
Hoe noem je dit verschijnsel?
Hoe zeg je in het Spaans: Hoeveel kost het?
Hoe zeg je in het Spaans 12,99 euro.

Slide 3 - Slide

Un ejercicio en línea
Haz click aquí

Opdracht: 
zet de zinnen in de goede volgorde
1x klikken op de zin en hij wordt verplaatst naar boven.
Je kan opnieuw beginnen = reiniciar
Vraag: wie is blauw en wie is rood?
timer
4:00

Slide 4 - Slide

4

Slide 5 - Video

00:29
Wat zoekt de klant?

Slide 6 - Open question

00:41
Wat zijn ''los probadores"?

Slide 7 - Open question

00:50
De jurk is . . .
A
te klein
B
te groot
C
te strak
D
te wijd

Slide 8 - Quiz

01:06
Koopt de klant de jurk?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

cliente
dependiente (a)
¿Necesitas ayuda?
¿Me lo puedo probar?
¿Puedo pagar con tarjeta?
¿Dónde están los probadores?
¿Qué tal te queda?
¿Qué talla tienes?
¿Tiene(s) una talla más grande?
Me lo compro.
¿Qué número calzas?
Esta falda es demasiado pequeña
Los probadores están al fondo a la izquierda.
¿Me da el ticket?
No me gusta el jersey. Es demasiado clásico.

Slide 10 - Drag question

Escribe tres frases / expresiones para tienda de ropa

Slide 11 - Open question

Los deberes para hoy

Slide 12 - Slide

Objetivo
Je gaat leren hoe je ''moeten'' gebruikt in het Spaans
door te kijken naar de volgende video.


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Het werkwoord MOETEN
MOETEN = een vorm van TENER + QUE + INFINITIVO
tengo que
tienes que
tiene que
tenemos que
tenéis que
tienen que
+ infinitivo

Slide 15 - Slide

Traduce las frases al español
Wij moeten kleding kopen.
Jij moet een paars t-shirt dragen.
Jullie moeten ontbijten.
Pablo moet 50 euro betalen.
Zij moeten met credit card/pin betalen.

Slide 16 - Slide

Hacer un poster
Vamos a leer la instrucción

¿Qué gramática tienes que usar?

Slide 17 - Slide

El póster y tener que + infinitivo
Hoe kan je tener que + infinitivo gebruiken in je poster?
Lees hiervoor de instructie van de opdracht nog een keer.
timer
3:00

Slide 18 - Slide

¿Cómo vais a trabajar?
  • Jullie mogen alleen in de les aan de tekst werken op een blaadje.
  • ZWT maakt foto van jullie tekst.
  • Jullie maken allebei of alle drie ook foto van de tekst.
  • Alleen deze tekst (en geen andere toevoegingen later) mogen jullie gebruiken in de poster. Dit wordt ook gecontroleerd.
  • Waarom doen we dit zo?

Slide 19 - Slide

Escribir el texto para el póster
Schrijf een  tekst voor een gesprek tussen stilist en klant
Volg de stappen in de instructie op p. 4
Probeer er meteen een beeld bij te hebben en 
maak eventueel vast tekeningetjes
Je mag er veel bij gebruiken
reader / aantekeningen / woordenlijsten 

Geen internet, dus laptop dicht
timer
15:00

Slide 20 - Slide

Hoe zeg je in het Spaans dat je iets moet doen?

Slide 21 - Open question

Los deberes

Slide 22 - Slide

Escribir el texto para el póster - I
Ga verder met de  tekst voor je poster.
Volg de stappen in de instructie op p. 5 en 6
Probeer er meteen een beeld bij te hebben en 
visualiseer de tekstwolkjes bij de foto's
Je mag er veel bij gebruiken
reader / aantekeningen / woordenlijsten 
TOT AAN HET STUKJE MET DE GERUNDIO
Geen internet, dus laptop dicht
timer
15:00

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Escribe la forma correcta
del gerundio

Slide 30 - Open question

Slide 31 - Video

Practicar el gerundio en voz alta

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

¿Qué están haciendo estas personas?
Escribe 8 frases y explica qué están haciendo las personas en el dibujo.
Escribe las frases en el reader p. 9 y 10

Slide 43 - Slide

Wij gaan de gerundio gebruiken
bij / in ...

Slide 44 - Open question

Escribir el texto para el póster - II
Ga verder met de  tekst voor je poster.
Volg de stappen in de instructie op p. 5 en 6
Probeer er meteen een beeld bij te hebben en 
visualiseer de tekstwolkjes bij de foto's
Je mag er veel bij gebruiken
reader / aantekeningen / woordenlijsten 
TOT AAN HET STUKJE MET DE GERUNDIO
Geen internet, dus laptop dicht
timer
15:00

Slide 45 - Slide

¿Qué no era un objetivo de esta clase?
A
aprender el gerundio
B
escribir el texto para tu póster
C
saber usar tener que + infinitivo en tu texto
D
terminar el texto de tu póster

Slide 46 - Quiz

Sé explicar cómo se forma y cómo se usa tener que + infinitivo
😒🙁😐🙂😃

Slide 47 - Poll

Sé explicar cómo se forma y cómo se usa el gerundio
😒🙁😐🙂😃

Slide 48 - Poll

De gerundio lijkt op ....
A
de toekomende tijd in het Nederlands
B
de present continuous in het Engels
C
de imparfait in het Frans
D
de Präteritum in het Duits

Slide 49 - Quiz

Wat moeten jullie nog doen voor de tekst van jullie poster.

Slide 50 - Open question

Los deberes
Aprender súper bien
El gerundio (zie lessonup 8)
Tener que + infinitio  zie https://www.youtube.com/watch?v=KTJgfqIRIUE
De vervoeging van de werkwoorden estar, hacer, ir, jugar, poder, querer, saber, salir, venir (zie reader p. 46 t/m 50)

Slide 51 - Slide