H2 Samen met het buitenland 2.1 Over de grens (Plein M 4e editie) Deel 2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom bij economie!

Hoofdstuk 2: Samen met het buitenland

2.1 Over de grens

Wat gaan we vandaag doen?

• Herhalen Theorie 2.1 Over de grens Deel 1
• Theorie 2.1 Over de grens Deel 2
  
• Zelfstandig aan het werk
  

Herhalen 2.1 Deel 1

Lesdoelen:

Nu:

• kun je uitleggen waarom bedrijven producten naar het buitenland exporteren.√
• kun je uitleggen waarom we producten uit andere landen importeren.√

2.1 Over de grens Deel 2

Lesdoelen:

Aan het einde van de les:

• kun je uitleggen waarom de handel met het buitenland voor Nederland belangrijk is
• kun je rekenen met miljoenen en miljarden

Het buitenland is onmisbaar

internationale handel: Bedrijven kopen goederen  of diensten uit een ander land of verkopen goederen of diensten aan een ander land.

• Open economie: Landen met naar verhouding veel in- en uitvoer
• Gesloten economie:  Landen met naar verhouding weinig en uitvoer

Grote getallen omrekenen

Bij internationale handel gaat het om miljoenen en miljarden.

Reken dan eerst miljarden om naar miljoenen.

Dat doe je als volgt.

Zelfstandig aan het werk 

Opdracht: 

Maak nu zelfstandig opgave 7 t/m 12 op bladzijde 49 t/m 51. Je mag overleggen. 

Schrijf de volledige antwoorden in je boek/schrift, inclusief formule!

Hulp nodig? In deze volgorde: 

1. Boek

2. Klasgenoot

3. Docent

(de eerste 2 minuten help ik niet)

Je krijgt 15 minuten de tijd

Klaar? Lees de blauwe stukjes nog eens door. 

Na 15 minuten gaan we samen de opgaven bespreken. 

Iedereen moet zijn antwoord kunnen uitleggen.

Opgave 7 blz 49:

Bij welke begrippen passen de volgende voorbeelden?

Duitsland exporteert auto’s en importeert
landbouwproducten.

1. gesloten economie
2. internationale handel
3. open economie

Opgave 7 blz 49:

Bij welke begrippen passen de volgende voorbeelden?

Nederland importeert en exporteert naar verhouding meer dan de VS en Frankrijk.

1. gesloten economie
2. internationale handel
3. open economie

Opgave 7 blz 49:

Bij welke begrippen passen de volgende voorbeelden?

In Noord-Korea kunnen consumenten bijna alleen maar producten uit eigen land kopen.

1. gesloten economie
2. internationale handel
3. open economie

Opgave 7b blz 49:

b Leg met twee voorbeelden uit wat jij hebt aan internationale handel.

Opgave 8 blz 49:

Kies het juiste antwoord:

Landen die naar verhouding veel in- en uitvoeren hebben een open / gesloten economie.

1. open
2. gesloten

Opgave 8 blz 49:

Kies het juiste antwoord:

Landen die naar verhouding weinig in- en uitvoeren hebben een open / gesloten economie.

1. open
2. gesloten

Opgave 8 blz 49:

b Welk risico loopt Nederland als het buitenland minder Nederlandse
producten koopt?

Opgave 9 blz 50: Lees bron 5

a Wat was een gevolg voor Chinese bedrijven?

Opgave 9 blz 50: Lees bron 5

b Wat was een gevolg voor Europese bedrijven?

Opgave 9 blz 50: Lees bron 5

c Welk nadeel van internationale handel werd door de coronacrisis duidelijk?

Opgave 10 blz 50:

Kies het juiste antwoord:

1. € 75,30 miljoen.
2. € 75,300 miljoen.
3. € 75.300 miljoen.

Opgave 11 blz 51:

a Hoe groot is de melkaanvoer in miljarden?

Opgave 11 blz 51:

b Hoeveel is dat in miljoenen?

Opgave 11 blz 51:

c Bereken de melkaanvoer per koe.

Opgave 11 blz 51:

d Bereken het bedrag van de zuivelexport gemiddeld per koe.

Opgave 12 blz 51

Afsluiting 2.1

Lesdoelen:

Nu:

• kun je uitleggen waarom bedrijven producten naar het buitenland exporteren.√
• kun je uitleggen waarom we producten uit andere landen importeren.√
• kun je uitleggen waarom de handel met het buitenland voor Nederland belangrijk is.√
• kun je rekenen met miljoenen en miljarden.√