11.4 Rekenen met decimale getallen

11.4 Rekenen met decimale getallen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

11.4 Rekenen met decimale getallen

Slide 1 - Slide

Doelen van deze les

  • Je leert vermenigvuldigen met 10, 100 en 1000
  • Je leert delen door 10, 100 en 1000

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Schrijf de breuk als een decimaal getal

1007
A
7,0
B
0,7
C
0,07
D
0,007

Slide 4 - Quiz

gelijk aan
groter dan
Kleiner dan
ongelijk aan
=
>
<

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Slide

Vul in: <, > of =
104..........0,6
A
<
B
>
C
=
D
?

Slide 7 - Quiz

Theorie
Als je een getal met 10 vermenigvuldigt, dan wordt het antwoord 10 keer zo groot.
Als je een getal met 100 vermenigvuldigt, dan wordt het antwoord 100 keer zo groot.
Als je een getal met 1000 vermenigvuldigt, dan wordt het antwoord 1000 keer zo groot.

Slide 8 - Slide

Voorbeelden
54,81 x 10 = 548,1                     10 x 1,9 = 19
54,81 x 100 = 5481                   100 x 1,234 = 123,4
54,81 x 1000 = 54810              1000 x 7,01 = 7010

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Theorie
Als je een getal door 10 deelt, dan wordt het antwoord 10 keer zo klein.
Als je een getal door 100 deelt, dan wordt het antwoord 100 keer zo klein.
Als je een getal door 1000 deelt, dan wordt het antwoord 1000 keer zo klein.

Slide 11 - Slide

Voorbeelden
1237 : 10 = 123,7                    1,8 : 10 = 0,18
1237 : 100 = 12,37                 372,4 : 100 = 3,724
1237 : 1000 = 1,237               12 548 : 1000 = 12,548


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

100 x 8,78 =
A
0,878
B
8,78
C
87,8
D
878

Slide 14 - Quiz

278 : 10 =
A
278
B
27,8
C
2,78
D
0,278

Slide 15 - Quiz

278 : 1000 =
A
278
B
27,8
C
2,78
D
0,278

Slide 16 - Quiz

Einde uitleg
- Ga naar planning en ga aan de slag met:
11.4 rekenen met decimale getallen
- dit is het huiswerk voor de volgende les

- Blijf in Teams 
- Vragen kun je altijd stellen! 

Slide 17 - Slide