Les 1 Licht, schaduw en spiegels

Les 1 Hoofdstuk 5 Licht
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les 1 Hoofdstuk 5 Licht

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Paragraaf 1 : Licht, schaduw en spiegels.
5.1.1 Je kunt beschrijven hoe licht en andere vormen van straling zich verspreiden.
5.1.2 Je kunt uitleggen wat er kan gebeuren als licht op een voorwerp valt.
5.1.3 Je kunt het verschil toelichten tussen spiegelende en diffuse terugkaatsing.
5.1.4 Je kunt de schaduw tekenen van een voorwerp dat door een lichtbron wordt verlicht.
5.1.5 Je kunt uitleggen hoe lichtstralen door een vlakke spiegel worden teruggekaatst.
5.1.6 Je kunt het spiegelbeeld tekenen van een voorwerp dat voor een spiegel staat.
5.1.7 Je kunt tekenen hoe een lichtbundel door een spiegel wordt teruggekaatst.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Lichtbronnen
Je hebt directe lichtbronnen dit zijn dingen waarvan licht direct van af komt.

Dingen die licht weerkaatsen maar zelf dus niet de bron zijn noemen we indirecte lichtbron.

Slide 4 - Slide

Lichtstralen

Door lichtstralen te teken kan je zien hoe licht bij een lichtbron vandaan komt. 

De pijlen geven aan welke richting de lichtstralen volgen. 

Licht bestaat uit meerdere lichtstralen je tekent vaak alleen de 2 buitenste lichtstralen. Alles binnen die 2 lichtstralen horen bij de lichtbundel.


Slide 5 - Slide

Straling

Licht is de bekendste vorm van straling

Er bestaat ook onzichtbare straling namelijk:
-microgolven (magnetron)
-infrarode straling (Warmte)
-Ultraviolette straling (van de zon)
-röntgenstraling (röntgenapparaat ziekenhuis)

Kenmerkend voor straling is de manier waarop ze zich verspreidt. De straling komt uit een bron en beweegt daar in alle richtingen bij vandaan.


Slide 6 - Slide

Absorberen
Sommige voorwerpen absorberen licht. 

Het licht verdwijnt dan en wordt omgezet in warmte. 

Hoe donkerder een voorwerp, des te meer licht het absorbeert.

Slide 7 - Slide

Doorlating
Sommige voorwerpen laten licht volledig door we noemen dit doorlating.

Het licht beweegt dan door het voorwerp heen en komt aan de andere kant weer tevoorschijn.

 Voorwerpen die van een doorzichtige stof zijn gemaakt, zoals brillenglazen en vensterruiten, laten het licht grotendeels door.

Slide 8 - Slide

spiegelende terugkaatsing
Als lichtstralen op een voorwerp vallen en teruggekaatst wordt noemen we dat terugkaatsing. 

Bij spiegelende oppervlaktes worden de lichtstralen teruggekaatst zoals de oorspronkelijke lichtbundel.
We noemen dit spiegelende terugkaatsing.

Slide 9 - Slide

diffuse terugkaatsing
Bij diffuse terugkaatsing bewegen ze ongeordend alle kanten op.

Dit komt vaak omdat het oppervlakte niet "recht" is. 

Slide 10 - Slide

Werkelijkheid


Meestal doet een voorwerp twee of zelfs drie van deze dingen tegelijk.


Slide 11 - Slide

Schaduw
Het licht van een lamp kan niet door het tafelblad heen bewegen. 

Het wordt voor een deel geabsorbeerd en voor een deel weerkaatst. 

Daardoor is er onder de tafel een gebied waar het licht niet kan komen. 

Dat gebied noem je de schaduw van de tafel.

Slide 12 - Slide

Schaduw
• Teken de randstralen. Dat zijn de lichtstralen die net niet door het voorwerp worden tegengehouden.

• Arceer het gebied tussen deze randstralen. Dit is de schaduw van het voorwerp.

Slide 13 - Slide

wat is een spiegel?


Een spiegel is een glazenplaat waar achter een metaal zit die voor 80% ongeveer opvallende licht weerkaatst. 


Slide 14 - Slide

Spiegels
Op de plaats waar de lichtstraal de spiegel raakt, is de normaal getekend. Dat is een lijn die loodrecht op de spiegel staat. 

Verder zijn de hoek van inval (<i) en de hoek van terugkaatsing (<t) aangegeven.

Slide 15 - Slide

Spiegelwet
hoek van inval = hoek van terugkaatsing

In symbolen schrijf je de formule als volgt:
<i =<t

In deze formule is:
•<i de hoek van inval in graden (°);
•<t de hoek van terugkaatsing in graden (°).


Slide 16 - Slide

Virtueel beeld
Als je in een spiegel kijkt lijkt het beeld wat je ziet achter de spiegel te staan. Dit noemen we een virtueel beeld

Vanuit punt L komen de lichtstralen die vallen op de spiegel. De spiegel kaats dit terug naar je ogen zodat jij het ziet. 

Het voorwerp staat even ver als virtueel beeld als in het echt. 

Slide 17 - Slide

Spiegelbeeld tekenen


Teken het beeldpunt P'.

Slide 18 - Slide

Spiegelbeeld tekenen


Teken de randstralen.

Slide 19 - Slide

Spiegelbeeld tekenen


Teken de teruggekaatste lichtstralen.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video