4e klas

wat wil je nog oefenen van vorige hoofdstukken?
A
energiediagrammen en reactiesnelheid
B
dichtheid en chemisch rekenen (mol)
C
atoombouw
D
scheidingsmethoden
1 / 43
next
Slide 1: Quiz
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

wat wil je nog oefenen van vorige hoofdstukken?
A
energiediagrammen en reactiesnelheid
B
dichtheid en chemisch rekenen (mol)
C
atoombouw
D
scheidingsmethoden

Slide 1 - Quiz

Bereken de massa van 0,8371 mol oxaalzuur (tip: tabel 66B)

Slide 2 - Open question

hoeveel moleculen bevat 0,25310 L alcohol?

Slide 3 - Open question

Hoeveel elektronen bevat een acetaation?

Slide 4 - Open question

vraag 38e. Teken dit en maak een foto

Slide 5 - Open question

Berend verbrandt 3,48 gram propaan.
A. Hoeveel mol zuurstof is daarvoor nodig?
B. Hoeveel moleculen water komen hierbij vrij?

Slide 6 - Open question

teken in je schrift het energiediagram van de ontleding van zilverbromide (fotolyse)

Slide 7 - Open question

teken in hetzelfde diagram het energiediagram van dezelfde reactie van de vorige vraag bij een hogere temperatuur.

Slide 8 - Open question

Bereken het massapercentage van stikstof in bariumnitraat Ba(NO3)2

Slide 9 - Open question

Hoeveel protonen, neutronen en elektronen heeft aluminiumoixde Al2O3

Slide 10 - Open question

Hoeveel elektronen heeft een aluminiumion?

Slide 11 - Open question

Wat is het volume in mL van 3,85 gram ethanol?

Slide 12 - Open question

beantwoord vraag 17

Slide 13 - Open question

vraag 18b. Rangschik naar oplopend kookpunt en verklaar

Slide 14 - Open question

vraag 18c.
Teken in je schrift 2 moleculen propan-1-ol en
2 moleculen water met mogelijke H-bruggen. (Maak foto van je schrift en upload het.)

Slide 15 - Open question

Bereken hoeveel liter koolstofdioxide ontstaat bij de verhitting zonder zuurstof van 25,0 gram koper(II)oxide in aanwezigheid van 4,8 gram methaan. Er ontstaat ook zuiver koper en water.

Slide 16 - Open question

Rangschik de oplosbaarheid van de onderstaande vier stoffen in water. Geef een volgorde aan van goed (plek 1) naar slecht (plek 4) met een korte toelichting.
Zie bord voor de structuurformules van 2-broompropaan, 1-butanol, ethaanamine, stikstof.

Slide 17 - Open question

Welke bindingen worden verbroken bij het verdampen van ethanol?

Slide 18 - Open question

welke bindingen worden verbroken bij het ontleden van ethanol?

Slide 19 - Open question

Wat wil je deze week nog graag doen aan toetsvoorbereiding? Hoe zou jouw ideale les daarvoor eruit zien? (Dus met andere woorden: wat wil je nog van mij? )

Slide 20 - Open question

Geef de oplosvergelijking van ijzer(III)sulfiet

Slide 21 - Open question

Geef de neerslagvergelijking van het toevoegen van een lood(II)acetaatoplossing aan een kaliumhydroxideoplossing

Slide 22 - Open question

Geef de naam van de structuurformule op het bord

Slide 23 - Open question

indicator van water en wat zie je?

Slide 24 - Open question

indicator van waterstof en wat zie je?

Slide 25 - Open question

indicator van zuurstof en wat zie je?

Slide 26 - Open question

indicator van zwaveldioxide en wat zie je?

Slide 27 - Open question

indicator van koolstofdioxide en wat zie je?

Slide 28 - Open question

indicator van jood en wat zie je?

Slide 29 - Open question

indicator voor een basische oplossing (pH groter dan 7) en wat zie je?

Slide 30 - Open question

Geef de naam van de structuurformule op het bord

Slide 31 - Open question

Geef de chemische naam van valine (tabel 67G)

Slide 32 - Open question

Geef de chemische naam van lysine

Slide 33 - Open question

vraag 6a en 6b blz. 192

Slide 34 - Open question

wat is de naam?

Slide 35 - Open question

langste keten is 4 C met dubbele binding, dus butadieen
zijgroep is fenylgroep, dus 

2 -fenyl-buta-1,3-dieen

Slide 36 - Slide

wat is de naam?

Slide 37 - Open question

langste keten is 5 C, dus pentaan. Met zuurgroep, dus
pentaanzuur
Zijketen is OH, dus hydroxy (voorvoegselnaam) dus
4-hydroxypentaanzuur

Slide 38 - Slide

wat is de naam?

Slide 39 - Open question

Slide 40 - Slide

100 mL0,200M ijzer(III)chloride oplossing mengen met 150 mL 0,300 M barietwater.
a. Hoeveel gram ijzer(III)hydroxide ontstaat maximaal.
b. Bereken de concentraties van de volgende ionen in het filtraat: ijzer(III)-ionen, chloride-ionen, barium-ionen en hydroxide-ionen.

Slide 41 - Open question

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide