2v 2.9 gebiedende wijs MP

Werkwoordspelling
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Werkwoordspelling

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Gebiedende wijs
DOE EENS NORMAAL!

  • Een zin met een bevel (opdracht/boodschap).
  • Bij gebiedende wijs staat er geen onderwerp in de zin.

Slide 4 - Slide

Gebiedende wijs
  • Hoe schrijf je de gebiedende wijs?

  • Als de ik-vorm tegenwoordige tijd:

  • Breng dat direct naar huis.
  • Gooi dat in de prullenbak!

Slide 5 - Slide

Gebiedende wijs
  • Als het woord "u" achter de persoonsvorm (= het werkwoord) staat, dan zijn er twee regels belangrijk om te weten:

  • 1 - 'u' is een lijdend voorwerp --> gebiedende wijs.
  • 2 - 'u' is het onderwerp --> geen gebiedende wijs.


Slide 6 - Slide

Gebiedende wijs
  • De gebiedende wijs enkelvoud wordt gebruikt zonder onderwerp en heeft dezelfde vorm als de stam van het werkwoord:
  • Loop door.
  • Eet je bord leeg.
  • Schrijf dat op.
  • Soms wordt de infinitief gebruikt:
  • Niet roken.
  • Deur sluiten.

Slide 7 - Slide

Gebiedende wijs
  • Bevel
  • Stam van werkwoord: Loop daarheen!
  • Geen onderwerp bij gebiedende wijs!
  • LET OP! Soms komt er een aangesproken persoon voor, lijkt op onderwerp: Lindy, verdwijn!

Slide 8 - Slide

Goed of fout?

Houdt je mond.
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quiz

Download het bestand nu!
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Doe eens niet zo flauw.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

...... naar huis! (gaan)

Vul de juiste vervoeging in.

Slide 12 - Open question

Aan de slag
maken opdracht 2, 3, 4, 5

Slide 13 - Slide