Leidinggeven in de kinderopvang

Leidinggeven in de kinderopvang
Ondersteunende theorie bij  examen ‘Organiseren van werkzaamheden’ waarin drie werkprocessen worden geëxamineerd:
Voert coördinerende taken uit (PWG H17,18,19)
Voert beleidsondersteunende taken uit (PWG H23)
Voert beheertaken uit (PWG H20,21,22)




1 / 16
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Leidinggeven in de kinderopvang
Ondersteunende theorie bij  examen ‘Organiseren van werkzaamheden’ waarin drie werkprocessen worden geëxamineerd:
Voert coördinerende taken uit (PWG H17,18,19)
Voert beleidsondersteunende taken uit (PWG H23)
Voert beheertaken uit (PWG H20,21,22)




Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn coördinerende taken? Voorbeelden?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Coördinerende taken in de kinderopvang
Het maken van een planning. 
Verdelen van de werkzaamheden.
Prioriteren van werkzaamheden.  
Het coördineren van de werkzaamheden van verschillende collega’s en of vrijwilligers.
Zorgen voor procesbewaking. 
Het onderhouden van contacten met medewerkers. 
Het bespreekbaar maken van het functioneren van medewerkers en het tonen van waardering voor hun ideeën en bijdragen. 
Deelnemen aan overlegvormen en collegiale consultatie m.b.t. de ondersteuning en begeleiding van kinderen. 
Delen van kennis en ervaring met collega’s en deskundigen binnen en buiten de organisatie door bijvoorbeeld het geven van presentaties of het geven van werkbegeleiding

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

H17 Leidinggeven in de kinderopvang
Als assistent leidinggevende ben jij eerste aanspreekpunt voor jouw medewerkers. 
Daarom is het belangrijk dat je kennis opdoet over leidinggeven aan en het begeleiden van je collega’s.  

Wat zijn leidinggevende taken en op wat voor manier begeleid je collega’s? 

Bij de begeleiding van je medewerkers ben je verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken bij jou op de afdeling, in jouw team of bij jouw bedrijf of organisatie. Dit is afhankelijk van de grootte van het bedrijf, de instelling of organisatie. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Definitie van leidinggeven
“Het boeken van bepaalde resultaten met mensen, waarbij jij de eindverantwoordelijkheid draagt. Hierbij beïnvloed je de medewerkers zodanig dat het beleid van de organisatie op de juiste wijze wordt uitgevoerd”

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Opdracht:
Bespreek eerst in tweetallen, daarna klassikaal
Wat betekent 'het boeken van resultaten?'
Wat betekent 'jij draagt de eindverantwoordelijkheid?'
Wat versta jij onder het 'beïnvloeden van mensen'?
Wie bepaalt 'het beleid van de organisatie'?
Hoe weet je of het beleid 'op de juiste manier wordt uitgevoerd'?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

3 niveaus van leidinggeven die organisaties kunnen hebben:
Hiërarchische leiding: baas zie je niet op werkvloer, heeft het voor het zeggen, neemt beslissingen, weinig overleg met medewerkers. Duidelijk verschil in niveau en verantwoordelijkheden

Functionele leiding: leidinggevende is (meestal) aanwezig op de werkvloer en werkt gewoon samen met collega’s maar heeft een leidinggevende taak ernaast. Hij/zij moet een taak of project realiseren en heeft daarvoor de bijdrage van medewerkers nodig.

Operationele leiding: onder de medewerkers worden de taken verdeeld die uitgevoerd moeten worden

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Een organisatie met hierarchische leiding
Een organisatie met functionele leiding
Een organisatie met een operationele leiding 
Baas heeft het voor het zeggen
Er is weinig overleg met medewerkers
Baas is niet op de werkvloer
Leidinggevende werkt samen met collega's op de werkvloer
LG moet een taak/project realiseren en heeft daarbij een bijdrage van collega's nodig
onder de medewerkers worden de taken verdeeld die uitgevoerd moeten worden

Leidinggevende  geeft medewerkers aanwijzingen bij het uitvoeren van opdrachten

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

3 manieren van begeleiden van medewerkers:
Sturend/leidend (autoritair/ autocratisch)
Vind je veel in organisaties waar veel van bovenaf wordt opgelegd. Je hebt een sturende rol en instrueert en controleert medewerkers. Je geeft opdrachten en stelt strenge regels. Taakgerichte begeleiding. Er wordt minder rekening gehouden met de menselijke aspecten. Deze manier van leidinggeven zie je vooral in organisaties waar meer hiërarchie heerst.
Ondersteunend (democratisch)
Bij deze manier van begeleiden is er meer aandacht voor de inbreng van medewerkers. Mensgerichte begeleiding, samenwerking is belangrijk en er is aandacht voor de ontwikkeling van competenties van de medewerkers. Nadruk ligt op samen beslissingen nemen.
Laissez-faire
Zelfsturend team, maakt binnen de gestelde kaders eigen beslissingen.  Weinig begeleiding.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Als je aandacht hebt voor de inbreng van collega's en het ontwikkelen van hun competenties, mensgericht bent, samen beslissingen wil nemen dan heb je waarschijnlijk een
. . . . . . . . . . . begeleidingsstijl
A
Autoritaire
B
Sturende
C
Democratische
D
Laissez-faire

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Taken van de assistent leidinggevende
Deze les bespreken we de eerste 3 leidinggevende taken:

  1. Werven en selecteren van nieuwe medewerkers
  2. Inwerken van nieuwe medewerkers
  3. Begeleiden van medewerkers bij scholing en deskundigheidsbevordering
  4. Begeleiden van stagiaires
  5. Voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken met medewerkers
  6. Loopbaan- en ziekteverzuimbegeleiding van medewerkers

Slide 11 - Slide

Deze les behandelen we de eerste 3 leidinggevende  taken 
1. Werven en selecteren van nieuwe medewerkers
De assistent leidinggevende zit in de sollicitatiecommissie (bestaat uit max. 4 personen: collega, personeelszaken en leidinggevende of ass. Leidinggevende)
Je houdt rekening met de samenstelling van het team
Betrek het team bij het opstellen van de vacature. In de vacature moet duidelijk de missie, visie en secundaire arbeidsvoorwaarden omschreven staan evenals welke kwaliteiten er verwacht worden van de kandidaat en aan welke eisen de kandidaat moet voldoen
Sollicitatieprocedure: eerste oriënterende gesprek waarin informatie gegeven wordt over de organisatie, de functie en bijbehorende taken en de arbeidsvoorwaarden. Verwachtingen van beiden kanten worden besproken. Doel: het krijgen van een eerste indruk van elkaar. In het tweede gesprek ga je meestal dieper in op de functie en daarbij horende taken en wil je weten of de kandidaat hier geschikt voor is. Daarna is er vaak nog een arbeidsvoorwaardengesprek

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

2. Inwerken nieuwe medewerkers
Het is belangrijk dat de nieuwe medewerker goed ontvangen wordt en op een prettige manier kennis maakt met het bedrijf en voorgesteld wordt aan de collega’s. 
Hoe ging of gaat dat bij jullie op stage/ werk? 
Opdracht: lees op blz. 361 paragraaf 17.5.2 over de introductie en inwerkperiode en maak opdracht 17.05, waarin je terugkijkt op jouw inwerkperiode. 

We bespreken deze opdracht klassikaal na

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

3. Begeleiden van medewerkers bij scholing en deskundigheidsbevordering
Medewerkers moeten zich blijven ontwikkelen en scholen. De assistent leidinggevende begeleidt collega’s bij het werken aan hun deskundigheid.
Deskundigheid betekent dat je beschikt over kennis, ervaring en vaardigheden die nodig zijn om een bepaalde taak of functie te kunnen blijven uitvoeren.
Er zijn verschillende manieren of methoden om medewerkers te begeleiden bij het bevorderen van hun deskundigheid zoals:
Intervisie: een vorm van deskundigheidsbevordering waarbij een groep gelijkwaardige collega’s elkaar helpt problemen op te lossen en zichzelf verder te ontwikkelen .
Supervisie: een individueel leertraject voor een medewerker onder begeleiding van een supervisor (deskundige) waarbij wordt ingegaan op persoonlijke leervragen die iemand heeft t.a.v. het werk
Coaching: een vorm van persoonlijke begeleiding waarbij een persoon op vrijwillige basis door een coach ondersteund wordt om beter te kunnen functioneren in een bepaalde situatie. 
Binnen de coaching wordt er gewerkt met verschillende methoden en technieken zoals het kernkwadrant van Daniel Ofman .
  • Dit model is ook goed te gebruiken om je eigen kwaliteiten, valkuilen, allergieën en  uitdagingen  te herkennen en te gebruiken voor je examen 'Professionele ontwikkeling en kwaliteit'

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Kernkwadrant Daniel Ofman
  • Model waarmee je je eigen eigenschappen en die van anderen in kaart kan brengen. Het geeft je inzicht in de manier waarop je met anderen omgaat en waarom je het met de een beter kan vinden dan met de ander. Het gaat uit van de 4 termen: kernkwaliteit, valkuil, allergie, uitdaging. 
  • Het geeft je ook inzicht in je eigen kwaliteiten en uitdagingen. Wellicht een uitdaging waaraan je kunt werken voor het examen 'Professionele ontwikkeling en kwaliteit'. 
Opdracht: Bekijk op blz. 373 het overzicht van kernkwadrantgegevens (geen boek mee? bekijk dan: https://competentiesvoorbeelden.nl/overzicht-van-kernkwaliteiten/) 
Bedenk voor jezelf wat een passende kernkwaliteit is en vraag aan je klasgenoten wat zij passende kernkwaliteiten van jou zijn. Bekijk de kernkwaliteit en de valkuil, allergie en uitdaging die daarbij horen. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions