This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Voordat we gaan beginnen
Klankbordgroep
Slide 1 - Slide
Jezelf kennen
Wie ben jij?
Slide 2 - Slide
Wie ben jij?
Wat maakt jou nou echt 'jij'?
Dat kun je op veel manieren uitleggen.
Bijvoorbeeld door wat je leuk vindt.
Op de volgende slides geef je voor een heel aantal onderwerpen aan wat jij leuk vindt!
Slide 3 - Slide
Wat is jouw favoriete eten?
Slide 4 - Open question
Wat is jouw favoriete kleur?
Slide 5 - Open question
Wat is jouw favoriete sport?
Slide 6 - Open question
Wat is jouw favoriete muziek?
Slide 7 - Open question
Wat is jouw favoriete film?
Slide 8 - Open question
Wat is jouw favoriete game of spel?
Slide 9 - Open question
Wie is jouw favoriete docent?
Slide 10 - Open question
Ik ga het liefste op vakantie naar...
Slide 11 - Mind map
Dit hoop ik ooit te doen...
Slide 12 - Mind map
Ik heb een hekel aan...
Slide 13 - Mind map
Maar wie ben jij nou?
Wat je net invulde heeft een beeld wie je bent. Maar het is natuurlijk geen heel goed beeld, want je favoriete eten en de kleur van je ogen zeggen niet zoveel over jou als persoon.
Wat wél heel veel zegt zijn jouw (persoons-)eigenschappen. Dat zijn dingen die je antwoordt op de vraag: 'Wat voor persoon ben jij?'
Wat zou daarop jouw antwoord zijn?
Slide 14 - Slide
Ik ben als persoon vooral ...
Slide 15 - Open question
Maar wie ben jij nou?
Wat je hiervoor hebt opgeschreven zijn waarschijnlijk eigenschappen.
Al jouw eigenschappen bij elkaar vormen je
karakter.
Slide 16 - Slide
Is het je duidelijk wat eigenschappen zijn?
JA
NEE
Slide 17 - Poll
Jouw persoonseigenschappen
We gaan nu kijken naar jouw eigenschappen. Hoe ben jij?
Om je al een beetje een idee te geven, schetsen we straks een aantal situaties (casussen).
Hoe zou jij reageren op die situaties?
Want... hoe jij bent, bepaalt je gedrag.
Er zijn natuurlijk geen goede of foute antwoorden want dit is geen toets.
Slide 18 - Slide
Wat zou je doen? Kies steeds het antwoord dat het beste bij jou past.
1. STOP POLITIE! Je fietst door rood omdat je op je telefoon keek. Een agent stapt voor je de weg op en houdt haarhand omhoog. Jij stopt.
A
Je verzint gelijk een slim excuus.
Ze kan dit toch wel door de vingers zien?
B
Je biedt je excuses aan en accepteert de bekeuring.
C
Je wordt boos en werkt niet mee.
Ze kan beter boeven gaan vangen.
Slide 19 - Quiz
Wat zou je doen? Kies steeds het antwoord dat het beste bij jou past.
1. STOP POLITIE! Je fietst door rood omdat je op je telefoon keek. Een agent stapt voor je de weg op en houdt haarhand omhoog. Jij stopt.
A
Je verzint gelijk een slim excuus.
Ze kan dit toch wel door de vingers zien?
B
Je biedt je excuses aan en accepteert de bekeuring.
C
Je wordt boos en werkt niet mee.
Ze kan beter boeven gaan vangen.
Slide 20 - Quiz
Hoe ben jij?
Heb je A gekozen, dan reageer je als een prater, die redt zich overal wel uit.
Heb je B gekozen, dan reageer je verstandig en leer je van je fouten.
Heb je C gekozen, dan reageer je verontwaardigd omdat jezelf vergelijkt met anderen.
Slide 21 - Slide
Wat zou je doen? Kies steeds het antwoord dat het beste bij jou past.
1. KRAK! Je telefoon is kapot, dus je hebt een nieuwe besteld. Als hij thuis aankomt, laat je het pakketje vallen. Er zitten gelijk al twee grote barsten in het scherm.
A
Je bent zo kwaad dat je de nieuwe telefoon gelijk weggooit.
B
Je doet niets. Een telefoon met barst kun je ook gewoon gebruiken.
C
Je mailt de webshop waar je de telefoon kocht. Misschien heb je garantie.
Slide 22 - Quiz
Hoe ben jij?
Heb je A gekozen, dan reageer je nors, omdat je baalt van deze actie.
Heb je B gekozen, dan reageer je zorgeloos omdat je je niet snel ergert.
Heb je C gekozen, dan reageer je als een aanpakker, want voor alles is een oplossing.
Slide 23 - Slide
Wat zou je doen? Kies steeds het antwoord dat het beste bij jou past.
DE GRIEP HEERST! 's Ochtends blijkt dat je alleen het eerste en laatste uur les hebt. De rest van de lessen zijn uitgevallen.
A
Je gebruikt de tussenuren om huiswerk te maken, dan hoeft dat thuis niet meer.
B
Je gaat wat hangen met klasgenoten op school en probeert er een gezellige dag van te maken.
C
Je gaat naar de docent van het laatste lesuur en vraagt of deze kan vervallen, dan hoeven jullie niet te wachten.
Slide 24 - Quiz
Hoe ben jij?
Heb je A gekozen, dan reageer je flexibel, je past je aan aan de situatie.
Heb je B gekozen, dan reageer je sociaal en maak je er een gezellige dag van.
Heb je C gekozen, dan reageer je als een doortastend, en maak je van een nadeel een voordeel
Slide 25 - Slide
Gedrag en eigenschappen
Je hebt kunnen merken dat gedrag wordt bepaald door je (karakter)eigenschappen.
Iedereen heeft net andere eigenschappen. Dat betekent dat jij net anders reageert dan je klasgenoot, ook al is de situatie hetzelfde.
Slide 26 - Slide
Hoe ben jij?
Je zag het vast al aankomen, maar hier komt de vraag:
Welke eigenschappen heb jij? Vind je zelf.
We laten het helemaal aan jou. Jij mag kiezen!
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Hoe ben jij?
Welke hiervan passen zelfs supergoed bij jou?
Kies er maximaal 3
LOB is ontdekken waar je goed in bent en
ontdekken wat je leuk vindt. Jezelf kennen helpt daarbij!
Slide 29 - Slide
Een andere manier om jou te omschrijven is een moodboard maken.
Ga naar de classroom en sla het bestand op met je eigen naam in de titel. Zorg ervoor dat je dit bestand terug kan vinden. Hier ga je vaker in werken.